Week 6 Flashcards
(12 cards)
Mode of government
De overheid moet niet alleen als rechtsstaat opereren, maar ook leiderschap tonen. De overheid mag niet alleen doen, dingen creëren zoals goed onderwijs, maar ze moeten hier ook de leiding in nemen. Bijv: initiatief nemen om onderwijs bijvoorbeeld in de wet op te nemen.
➢ Essentieel voor het waarborgen van een onpartijdige en algemene benadering van het openbaar bestuur.
Snellen plaatst beleid in het midden van verschillende rationaliteiten.
Beleid moet altijd aan 4 sets criteria voldoen:
- Politieke rationaliteit
- Juridische rationaliteit
- Economische rationaliteit
- Technisch-wetenschappelijke rationaliteit
in het rationaliteitenmodel van Snellen kan er een domeinconflict optreden, wat is dat?
soms proberen de rationaliteiten elkaar uit te sluiten of te verdringen = spanningsveld. Bijv bepaald beleid dat gecreëerd is wat voor bedrijfsleven in het voordeel is (economie), maar bij het maken van dat beleid/tot standkoming niet helemaal goed (juridisch) dan zie je dat de een boven de ander staat.
Judiciële modaliteit:
besluitvormers identificeren toepasselijke regels.
Legalisme
naleving van geschreven regels wordt een doel op zich.
Ongeautoriseerde discretie:
besluitvormers negeren regels.
Retreatism
besluitvormers manipuleren regels of wetgeving voor persoonlijk gewin.
Wierenga onderscheidt 4 ideaaltypische rolinvullingen bij overheidsjuristen:
- Bijdragen aan een bredere opgave:
- Beïnvloeden van beleids- en besluitvorming:
- Laveren tussen rechter en bestuur:
- Maximeren van de juridische kwaliteit:
Het proces van rechtsvinding door overheidsjuristen kent 3 fasen:
- Het vaststellen van feiten. (waar woont iemand, hoelang al etc.)
- Het identificeren van het juridisch kader. (welke wet/regelgeving is hier van toepassing)
- Toetsen van de feiten aan relevante normen. Wieringa zegt: = een zoekend proces.
bij wie hoort ‘ambtelijk handelen’?
Wieringa
Voorheen werden juridische professionals gezien als poortwachters, tegenwoordig zijn ze flexibel wat is het knelpunt?
Responsiviteit brengt het risico op rolvervaging en onduidelijkheid met zich mee. → Dit kan spanning veroorzaken tussen juridische professionals, beleidsmakers en bestuurders. (stel 2 buren vragen precies dezelfde vergunning aan, als het te flexibel is kan het zomaar zijn dat de ene vergunning wel toegepast wordt en de andere niet)