ZO 11.2 DTP A Flashcards

1
Q

Wat is de oorzaak van het verspreiden van difterie?

A

De verspreiding van difterie sinds de laatste jaren heeft een aantal oorzaken:
- er wordt sinds de politieke omwenteling veel minder gevaccineerd, omdat een goed vaccin schaars is (vroeger werd dat onder andere in Moskou geproduceerd) en ook bestaan er allerlei ongegronde bezwaren tegen vaccinatie van kinderen, zowel bij ouders als bij (para)medici.
- Bovendien is er de politiek-economisch instabiele situatie, met de terugval in levensstandaard, en zijn de mogelijkheden toegenomen om tussen de voormalige Sovjetrepublieken te reizen.
- Het publiek blijkt bovendien gebrek aan vertrouwen in overheidsactiviteiten te hebben, inclusief het vaccinatieprogramma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de meest voorkomende verwekkers van een faryngitis?

A

Adenovirus, coronavirus, rhinovirus, groep A bèta-hemolytische streptokok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef aan welke verwekkers bij gezonde personen een ernstig tonsillitis / faryngitis beeld kunnen veroorzaken, waarvoor je nadere diagnostiek zou moeten inzetten.

A

CMV, EBV, influenzavirus en parainfluenzavirus
Bacterieel: Chlamydia pneumoniae, Corynebacterium diphtheriae, Groep A beta-hemolytische streptokokken, Haemophilus influenzae, Mycoplasma pneumoniae, Neisseria gonorrhoeae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is difterie?

A

Difterie is een acute infectieziekte van de respiratoire slijmvliezen en soms van de beschadigde huid, veroorzaakt door de wereldwijd voorkomende Gram-positieve, staafvormige bacterie Corynebacterium diphtheriae.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe vindt de verspreiding van difterie plaats?

A

De mens is het enige reservoir van C. diphtheriae. Verspreiding geschiedt aërogeen via druppels of door rechtstreeks contact met secreties uit de luchtwegen of wond exsudaat. Vooral asymptomatische dragers (in keel of huidulcera) bewerkstelligen verspreiding van C. diphtheriae.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe worden de symptomen van difterie veroorzaakt?

A

Symptomen door infecties met C. diphtheriae worden veroorzaakt door
niet-invasieve lokale ontstekingsreacties;
lokale en systemische effecten van het zeer potente difterie toxine.
Dit exotoxine wordt alleen geproduceerd in de aanwezigheid van een lysogene bacteriofaag, a-faag genoemd. Het circulaire faag-DNA bevat het genetische materiaal dat codeert voor het exotoxine. Wanneer de bacterie dit genetische materiaal tot expressie brengt en het exotoxine produceert, spreekt men van een toxicogene C. diphteriae stam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie biotypes van difterie? En welke twee andere bacteriesoorten kunnen het klinische beeld van respiratoire difterie veroorzaken?

A

Er worden 3 biotypes van C. diphtheriae onderscheiden:
gravis;
intermedius;
mitis;
Alle stammen zijn geassocieerd met endemische en epidemische difterie, maar mitis stammen zijn meestal minder toxicogeen en veroorzaken meestal een minder ernstig ziektebeeld. Andere toxicogene Corynebacterium species, zoals C. ulcerans en C. pseudotuberculosis, kunnen (zij het zelden) ook het klinisch beeld van een respiratoire difterie veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is karakteristiek voor difterie?

A

C. diphteriae zelf is meestal niet invasief, maar het toxine dringt het lichaam binnen. Lokaal veroorzaakt het exotoxine necrose van het slijmvlies met vorming van een bruingrijze pseudo-membraan, welke als karakteristiek voor difterie wordt beschouwd (zie afbeelding). Tevens ontstaat er ten gevolge van de lokale ontstekingsreactie submucosaal oedeem. De ernst van de verschijnselen is afhankelijk van de uitgebreidheid van het oedeem waarmee de lokale ontsteking gepaard gaat, de grootte van de membraan en de opname van toxine in de bloedbaan. Een fataal verlopende respiratoire insufficiëntie door oedeem van de luchtwegen (met stridor) of aspiratie van (delen van) de pseudo-membraan kan het gevolg zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvoor is het difterie toxine vooral pathogeen?

A

myocardcellen (myocarditis);
zenuwcellen (demyelinisatie);
niercellen (tubulusnecrose).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van huidinfecties veroorzaakt door difterie?

A

C. diphteriae kan ook infecties van de huid veroorzaken. Cutane difterie komt voornamelijk in de tropen voor en houdt verband met traumata van de huid en slechte hygiënische omstandigheden. Karakteristiek voor cutane difterie is een slecht genezend ‘uitgeponst’ ulcus met grijs beslag. Zowel toxigene als niet-toxigene stammen kunnen de huid infecteren. Indien een ulcus door een toxigene stam wordt veroorzaakt, kunnen systemische verschijnselen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kun je als je gevaccineerd bent nog steeds huidinfecties door difterie krijgen?

A

De vaccinatietoestand is niet van belang bij het ontstaan van een difterisch huidulcus aangezien het vaccin bestaat uit toxoïd, een onwerkzaam gemaakt toxine. Dit biedt geen bescherming tegen infectie met de bacterie, maar maakt het toxine onwerkzaam. Ulcera kunnen dus ook bij volledig gevaccineerde personen voorkomen. Omdat echter ook een toxigene stam de oorzaak kan zijn van de lokale infectie en een persoon daarmee drager kan zijn en de stam kan verspreiden naar niet gevaccineerden, blijft waakzaamheid geboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de kliniek van difterie?

A

In endemische gebieden is difterie (huiddifterie en keeldifterie) in het algemeen een kinderziekte die vaak mild verloopt. Vooral bij ouderen ziet men het ernstiger verloop van de keeldifterie met een hoge letaliteit.
De luchtwegen zijn het belangrijkste doelorgaan. Bij ‘respiratoire difterie’ kan de gehele tractus respiratorius betrokken zijn. In 2/3 van de gevallen betreft het tonsillitis / faryngitis, terwijl andere lokaties als neus, larynx, trachea en bronchi minder vaak aangdaan zijn. Na een incubatietijd van 2-5 dagen ontstaan de eerste lokale klachten, daarna kan uitbreiding zowel lokaal als systemisch (toxine effect) optreden, met soms fatale gevolgen (5-10%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer dient de diagnose difterie te worden overwogen?

A
  • Pseudomembraneuze faryngitis en / of laryngitis met koorts, vooral wanneer de pseudo-membraan zich uitbreidt over huig en weke verhemelte of gepaard gaat met verlamming van het weke verhemelte, uitgebreide lymfeklierzwelling en oedeem in de hals (burgemeestershals), stridor of systemische toxiciteit. Dit klassieke difteriebeeld verschijnt echter niet altijd in zo een uitgesproken vorm. Pseudo-membranen zijn soms niet aanwezig, of er is slechts een matige temperatuursverhoging. Zo is difterie geconstateerd bij een patiënt die zich meldde met langdurige atypische keelklachten, die niet verminderden met antibiotische therapie;
  • Serosanguinolente rinorroe met mucosale pseudomembranen;
  • Huidulcera met grijs-geel tot grijsbruin pseudo-membraneus beslag;
  • Mucosale ulcera met pseudo-membraneus beslag bij obductie.
  • De pseudo-membraan kan zich uitbreiden over de hele respiratoire tractus.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was de verdeling tijdens de epidemie in de SU van ernstig tot milde difterie?

A

Tijdens de epidemie in de voormalige landen van de Sovjet-Unie bleek ongeveer 1/3 een milde puur gelokaliseerde infectie te hebben (meestal tonsillitis/faryngitis) zonder lokale uitbreiding of systemische verschijnselen; 1/3 een ernstiger gelokaliseerde infectie met lokale uitbreiding (en dus kans op aspiratie, stridor en respiratoire insufficiëntie) en 1/3 een ernstige lokale infectie met systemische effecten van het difterie exotoxine (22% van het totaal had een myocarditis!).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de kenmerken van hartafwijkingen die kunnen ontstaan bij difterie?

A

Een beginnende milde myocarditis kan bij 2/3 van de patiënten worden gediagnosticeerd met behulp van een ECG (ST-T veranderingen, geleidingsstoornissen als 1e graads AV-blok). Vaak ontstaan deze ECG afwijkingen juist als de respiratoire afwijkingen verbeteren. In 10-25% van de difterie patiënten ontstaat klinisch hartfalen (zachte harttonen of een galopritme bij auscultatie en kortademigheid). Ernstige myocarditis kan leiden tot complexe ritme- en geleidingsstoornissen, decompensatio cordis en circulatoir falen. Bij difterie patiënten dienen tijdens de opname dan ook regelmatig ECG’s en hartenzymen te worden gecontroleerd!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van neurologische toxiciteit dat kan ontstaan bij difterie?

A

Neurologische toxiciteit treedt eigenlijk alleen op bij ernstige vormen van difterie (tot 75% dan). Aanvankelijk bestaat er vaak een lokale neuropathie (bijvoorbeeld van het palatum molle en de achterste farynxwand; met als gevolg (ver)slikproblemen). Later vindt er verspreiding naar diverse hersenzenuwen (bijv. n. oculomotorius) en treedt er een verlamming op van aangezichtsspieren en de larynx. Perifere neuritis ontstaat meestal pas na enkele weken tot maanden, variërend van milde spierzwakte tot totale paralyse

17
Q

Hoe stel je de diagnose difterie?

A

De klinische diagnose moet worden bevestigd door isolatie van C. diphteriae in uitstrijken van de pseudo-membraan of submucosa, door het kweken op een selectieve voedingsbodem en het testen van de isolaten op toxineproductie.

18
Q

Waar hangt de mogelijkheid om difterie te diagnosticeren vanaf? En hoe kun je het goed kweken?

A

De mogelijkheid om C. diphteriae te isoleren in het laboratorium is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de uitstrijk, het transport ervan in het juiste medium en van het betrokken laboratorium:
- De kweekwat moet met lichte druk en roterende beweging over de pseudo-membraan, de witte vlekken of het ontstoken gebied worden gewreven. Indien er een pseudo-membraan aanwezig is, probeert men dieper gelegen bacteriën te bereiken door met de wat tot onder de rand van de pseudo-membraan te gaan.
- Voor het transport naar het laboratorium wordt een speciaal transport medium gebruikt (Amies- of Carey-Blair-medium).
- Het microbiologische laboratorium moet over het vermoeden van difterie worden ingelicht, aangezien C. diphteriae op gewone voedingsbodems wordt overgroeid door andere keelflora. Daarom moeten bij vermoeden van difterie selectieve voedingsbodems gebruikt worden, die speciaal moeten worden bereid (Tindales’s of Loffler’s media).

19
Q

Hoe wordt de toxineproductie van difterie getest?

A

Indien C. diphteriae eenmaal op een voedingsbodem gegroeid en vervolgens geïdentificeerd is, kan het toxinegen worden aangetoond dmv een polymerase-kettingreactie op het toxine-DNA. Toxineproductie kan worden aangetoond door een zogenaamde Elektest, waarbij in vitro het toxine dat door C. diphteriae wordt uitgescheiden precipiteert met een antitoxine.
Er zijn ook PCR-kits die in direct patiënten materiaal (bijvoorbeeld een kweekwat) het toxine-DNA kunnen aantonen. Echter, aanwezigheid van het toxinegen wil niet direct zeggen dat het toxine ook daadwerkelijk wordt geproduceerd. Voor de microbiologische diagnose difterie is derhalve naast het aantonen van het toxine-DNA, ook bacteriegroei op speciale voedingsbodems en toxineproductie (Elektest) noodzakelijk.

20
Q

Wat zijn de 5 pijlers van de behandeling van difterie?

A
  1. Bij verdenking op difterie: anti-toxine (Het betreft een hyperimmuun antiserum geproduceerd in paarden, dat het difterie toxine bindt en inactiveert.)
  2. Antibiotica zijn geen substituut voor immunoglobuline maar een aanvulling. De antibiotische behandeling bestaat uit penicilline of erythromycine gedurende 14 dagen en beoogt het inperken van de lokale infectie en daarmee de toxineproductie.
  3. De patiënt dient geïsoleerd te worden opgenomen en verpleegd vanwege de kans op overdracht naar andere personen. Er behoren regelmatig vervolgkweken te worden afgenomen. Bij 2 of meer negatieve vervolgkweken kan de isolatie worden opgeheven.
  4. Tijdens de herstelfase dient de patiënt gevaccineerd te starten met difterie toxoïd vaccinatie (in de vorm van DTP bijvoorbeeld), omdat door een natuurlijke infectie geen beschermende immuniteit wordt opgebouwd.
  5. Starten contact-onderzoek
21
Q

Wat is het nadeel van anti-toxine dat we geven bij difterie?

A

Vanwege de aanwezigheid van paardenserum treden er bij ongeveer 10% van de patiënten overgevoeligheidsreacties op (o.a. serumziekte). Voor toediening van de therapeutische dosis dient daarom eerst een proefdosis gegeven te worden.