PD 12.4 Sarcoïdosis Flashcards

1
Q

Welke gewrichten zijn vaak niet aangedaan bij auto-immuunziekten? En wat is hierop de uitzondering?

A

AID zitten vaak niet in de DIP-gewrichten, op 1 ziekte na artritis psoriatica. Het heeft te maken met verschillende soorten collageen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is vitiligo? En wat is hiervoor een medicament?

A

Vitiligo: AID die de melanine producerende cellen aantasten. JAK-remmers in crème vorm werken hierop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat meet je in het bloed bij sarcoïdose?

A

We meten in het bloed bij sarcoïdose: ACE, sIL-2R, bezinking, Hb, vitamine D.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de epidemiologie van sarcoïdose?

A

Sarcoïdose wordt ook wel de ziekte van Besnier-Boeck genoemd. De ziekte komt bij 1-40 op de 100.000 mensen voor. De exacte prevalentie is niet bekend, omdat de ziekte ook subklinisch kan verlopen. De ziekte komt het meest voor bij volwassenen onder de veertig jaar. De man:vrouwverhouding is ongeveer gelijk. Het ziektebeeld verloopt vaak ernstiger bij niet-Kaukasische patiënten, het komt ook meer voor onder de zwarte populatie. Er wordt een clustering gezien van de ziekte in Engeland, Japan en Zweden. Het komt het meest voor in de winter en in de vroege lente.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarmee is sarcoïdose geassocieerd?

A

De ziekte is geassocieerd met blootstelling aan stof, propionibacterium acnes en mycobacteriën (maar hoe de associatie tussen tuberculose en sarcoïdose werkt, is niet heel duidelijk). Bij 25% van de patiënten met sarcoïdose zie je in het biopt stukjes van mycobacteriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke beroepsgroepen hebben een hogere kans op sarcoïdose?

A

Vliegtuigmedewerkers, brandweermannen en gezondheidsmedewerkers hebben een verhoogd risico op de ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor ziekte is sarcoïdose?

A

Sarcoïdose is een inflammatoire granulomateuze ziekte met een onbekende oorzaak. Andere granulomateuze aandoeningen moeten worden uitgesloten. Bij tuberculose en schimmels zijn ze necrotiserend, maar bij sarcoïdose zien de granulomen er ‘netjes’ uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat het granuloom?

A

Een granuloom bestaat uit monocytaire cellen die op epitheliale cellen lijken, daarom heten deze ook epitheloïde cellen. Daaromheen zit een band met T-lymfocyten (specifiek Th1-cellen). Om de T-lymfocyten zitten ook nog B-lymfocyten. Macrofagen kunnen samenvloeien waardoor je meerkernige reuscellen krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat produceert het granuloom?

A

De T-lymfocyten produceren groeifactoren, wat zorgt voor fibrosering. Het granuloom bij sarcoïdose zorgt voor productie van ACE (angiotensine converting enzym) en IL-2R. Deze stoffen kunnen in het bloed worden gemeten en geven de ziekteactiviteit weer. ACE is verhoogd bij alle granulomateuze ziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de Kveim test?

A

De Kveim-test is een huidtest die wordt gebruikt om sarcoïdose op te sporen, waarbij een deel van een milt van een patiënt met bekende sarcoïdose wordt geïnjecteerd in de huid van een patiënt waarvan wordt vermoed dat hij de ziekte heeft. Als granulomen worden gevonden (vier tot zes weken later), is de test positief.
750 patienten waarvan 311 een reactie vertoonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk enzym kan een granuloom tot expressie brengen en wat zijn daarvan de gevolgen?

A

Een granuloom kan het enzym 1-alfa-hydroxylase tot expressie brengen. Dit enzym zorgt voor de omzetting van 25-hydroxy-vitamine D in 1,25-dihydroxy-vitamine D. Dit zorgt voor actieve terugresorptie van calcium uit de darmen, waardoor patiënten een hypercalciëmie krijgen. Symptomen hiervan zijn sufheid, vermoeidheid, dorst en polyurie. In de urine zullen hoge concentraties calcium aantoonbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het Blau syndroom?

A

Bij het Blau syndroom is er wel een sterke associatie met genen. Het Blau syndroom is een granulomateuze inflammatie van de huid, ogen en gewrichten. Genetisch wordt er een defect gevonden in het nucleotidebindende domein van CARD15/NOD2. Dit is een gain-of-function mutatie. Dit ziektebeeld uit zich in oog- en huidontstekingen. Het Blau syndroom uit zich vaak op jonge leeftijd. Het is dus een genetische aandoening in de weerstand. Een mutatie in NOD2 leidt tot een vorm van sarcoïdose. Dit geeft op allerlei plekken granulomateuze ontstekingen, maar niet in de long.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de immunopathogenese van sarcoïdose?

A

Oorzaak onbekend. De ziekte wordt gezien als auto-inflammatoir met een auto-immuun component.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de klinische symptomen van sarcoïdose?

A
  • Vermoeidheid: waarschijnlijk veroorzaakt door TNF-alfa. Het is een belangrijk symptoom.
  • Anorexie
  • Gewichtsverlies
  • Koorts
  • Kortademigheid
  • Retrosternale pijn op de borst
  • Droge hoest
  • Orgaanspecifieke klinische symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke organen zijn betrokken bij sarcoïdose?

A

Het kan bijna alle organen aandoen, behalve de bijnieren. Ze maken cortisol en dit is een soort prednison wat de granulomen gaat opruimen.
- Luchtwegen bijna alle
- Lymfestelsel 90%
- Lever 40-70%
- Huid 25%
- Ogen 15-25%
- Hart 5-10% ernstig
- Zenuwstelsel 5%
- Niersysteem 0,7%
- Endocrien systeem thyroid, pituitary Parotid glands
Cardiale sarcoïdose komt vaker voor dan we weten. Dit kan gevaarlijk zijn als de granulomen in de buurt zitten van het geleidingssysteem (Purkinje vezels).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de typische sarcoïdose patiënt en bij welke bevolkingsgroep zijn de organen ernstiger aangedaan?

A

Bij donkere mensen zijn er veel meer organen ernstiger aangedaan dan bij blanke mensen. De typische sarcoïdose patiënt betreft een donkere vrouw van onder de 40 jaar.

17
Q

Wat is het syndroom van Löfgren?

A

Dit syndroom is een vorm van sarcoïdose die 20-50% van de acute sarcoïdose beslaat. Kenmerken:
- Erythema nodosum: blauw-rode verkleuring van de huid, met een ontsteking aan de strekzijde van de extremiteiten.
- Artritis: vaak aan de enkel
- Bilaterale hilaire lymfomen
Het heeft een betere prognose dan de klassieke sarcoïdose. Behandelen met prednison en NSAID, hersteld binnen 2 jaar.

18
Q

Wat zijn de 4 radiologische stadia van sarcoïdose?

A

Granulomen zitten typisch onder de fissuren. Radiologisch kan je vier stadia onderscheiden:
- Stadium I: alleen bilaterale hilaire lymfadenopathie (BHL).
o 60-80% remissie
- Stadium II: BHL en ontsteking van het longparenchym
o 50-60% remissie
- Stadium III: alleen ontsteking in het longparenchym
o <30% remissie
- Stadium IV: een voorgaand stadium II of III is overgegaan in fibrosering. 20% krijgt permanente longfibrose.
Van klieren heb je geen last en hoef je niet te behandelen. Van parenchym heb je wel veel last als het aangedaan is.

19
Q

Wat is de prognose van sarcoïdose?

A
  • Bij 60% verdwijnt de granulomateuze respons de volgende 2-5 jaar
  • De algemene prognose is goed, maar 50% heeft op zijn minst een milde mate van orgaanschade
20
Q

Wat toont de BAL aan bij sarcoïdose? En hoe ziet het bloed eruit?

A

Bronchoalveolaire lavagevloeistof (BAL): verhoogd aantal T-lymfocyten, overwegend CD4-positieve T-cellen. De concentratie lymfocyten in het perifere bloed is juist laag (lymfopenie), doordat er compartimentvorming is en lymfocyten zich hier nestelen. Er kunnen ook granuloom haarden in de hersenen voorkomen met epilepsie en fibrosering tot gevolg.

21
Q

Op welke manieren kan oculaire sarcoïdose zich uiten?

A
  • Anterieure uveïtis 66%
  • Posterieure uveïtis 14%
  • Gegeneraliseerd 13%
  • Conjunctiva 19%
  • Sclerae 2%
  • traanklieren 7%
    hiernaast zie je een plaatje van granulomateuze uveïtis. De behandeling met anti-TNF werkt erg goed.
22
Q

Wat is lupus pernio?

A

Hierbij is er sprake van betrokkenheid van de neus. Hierbij ontstaan er granulomen in en fibrosering van de neus. Dit is bijna altijd een chronische sarcoïdose die heel lang kan duren.

23
Q

Wat is het verband tussen sarcoïdose en het endocriene systeem?

A

Endocriene organen kunnen betrokken zijn bij sarcoïdose. De schildklier, hypofyse (met name de neurohypofyse, waardoor verminderd ADH wordt afgegeven, wat kan leiden tot diabetes insipidus) en het mannelijk/vrouwelijk geslachtsorgaan zijn de mogelijke betrokken organen.

24
Q

Wat is het verband tussen sarcoïdose en zwangerschap?

A
  • Verbetering: 62%. Dit komt doordat er tijdens de zwangerschap sprake is van immuunsuppressie.
  • Stabiele ziekte: 31%
  • Terugval: 7%
    Incidentie bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd: 40/100000
25
Q

Hoe stellen we de diagnose sarcoïdose?

A

Er is geen specifieke test beschikbaar, de anamnese is erg belangrijk. De diagnose wordt aan de hand van de klinische, radiologische en histologische bevindingen gesteld. Laboratoriumtesten zijn zelden belangrijk voor de diagnostiek. In het biopt moeten niet-necrotiserende granulomen zichtbaar zijn zonder oorzakelijke factor. Er wordt geen biopt genomen als dit gevaarlijk kan zijn voor de patiënt.

26
Q

Wat zijn de diagnostische mogelijkheden voor sarcoïdose?

A

Omdat de ziekte alle orgaansystemen aan kan tasten wordt de volgende diagnostiek aanbevolen:
- Exposure interview
- X–thorax
- ECG
- Oogheelkundig onderzoek: granulomen zijn met het blote oog te zien
- Ca++, lever, nierfunctie
- Longfunctietest: DCO! (diffusie capaciteit van CO), TLC, VC
- Orgaanspecifiek onderzoek
- ACE serumgehalte

27
Q

Waar duiden verhoogde ACE niveaus en IL2R op?

A

Verhoogde serum ACE niveau’s
- Dit komt niet alleen bij sarcoïdose voor, maar bij nog veel meer aandoeningen zoals silicose, leprosy, primaire biliaire cirrose, histoplasmose, extrinsieke allergische alveolitis, asbestse, tuberculose, Berrylium ziekte, ziekte van Hodgkin en ACE gen polymorfismen.
- Ook IL2R is niet specifiek voor sarcoïdose.

28
Q

Wat zijn nog meer granulomateuze ziekten?

A

Naast sarcoïdose zijn er ook andere idiopathische granulomateuze ziekten zoals de ziekte van Crohn. Necrotische granulomen kunnen gezien worden bij tuberculose, schimmels, granulomatose met polyangiitis (GPA), tumoren en bepaalde auto-immuunziekten. Hieronder staan de granulomateuze ziektes:
- Protozoa: schistosomiasis
- Bacterie: Mycobacterium tuberculosis, nontuberculous mycobacteria
- Fungi: aspergillus
- Idiopathisch: Crohn en sarcoïdose
- Neoplasma: carcinoom (borst, longkanker) en lymfomen.
- Vreemde stoffen: silicose
- Immunologische abnormaliteiten: primaire biliaire cirrose, Churg-Strauss allergische granulomatose, hypogammaglobulinemie, GPA, reuscel artritis, chronische granulomateuze ziekte.

29
Q

Wanneer moet sarcoïdose worden behandeld?

A
  • Behandeling niet in alle gevallen nodig
  • In sommige gevallen is behandeling verplicht:
    o Risico op orgaanschade van hart, oog en/of centraal zenuwstelsel
    o Hypercalciëmie
    o Mortaliteit
  • Gebruik corticosteroïden controversieel, want het is een effectieve vorm van behandeling, maar er is een associatie met significante toxiciteit.
30
Q

Waaruit bestaat de behandeling voor sarcoïdose?

A
  • Corticosteroïden, zoals prednison
  • Methotrexaat (MTX): een corticoïd sparend middel
  • Azathioprine (AZA): een corticoïd sparend middel
  • Mycofenylaat:
  • Anti-TNF
  • Hydroxychloroquine (anti malaria middel)
    Anti-interferon-gamma (?) is een nieuw middel wat steeds vaker toegepast wordt. Soms wordt er behandeld op specifieke targets van de ziekte. De uveïtis behandel je bijvoorbeeld met anti-TNF.
31
Q

Wat zijn de complicaties van eindstadium long sarcoïdose?

A
  • Longfibrose
  • Pulmonale hypertensie
  • Longtransplantatie.