2011 april Flashcards
(16 cards)
Welke gegevens zijn nodig om aannemelijk te maken dat een psychose veroorzaakt is
door het gebruik van een middel?
Anamnese, Urine/bloed onderzoek. Belangrijkst is volgen van het beloop: psychose
verdwijnt binnen korte tijd (dagen) na abstinentie.
Noem drie elementen uit de definitie van een bizarre waan.
- een oncorrigeerbare overtuiging die met kracht wordt volgehouden, terwijl er
overduidelijk argumenten zijn waarom de overtuiging onjuist is - deze overtuiging ongebruikelijk is in de (sub) cultuur van betrokkene
- de inhoud van de overtuiging kan onmogelijk plaatsvinden. (dus niet “achtervolgd
worden” maar wel “met een computer de hersenfunctie van ieder op de wereld
beinvloeden”).
De cyclothyme stoornis wordt gekenmerkt door een combinatie van periodes met
diverse symptomen. Welke symptomen komen in deze periodes voor?
Hypomane symptomen en depressieve symptomen
Noem vier werkgebonden stressbronnen die de kans op het ontwikkelen van een
psychiatrische stoornis vergroten.
zware taakeisen
beperkte autonomie en ontplooiingsmogelijkheden
geringe sociale steun op het werk (van collega’s en leidinggevenden)
onzekerheid over het behoud van de baan
Electroconvulsieve therapie (ECT) wordt toegepast in de behandeling van depressieve
stoornissen.
a. Bij welke patiënten wordt de indicatie voor ECT het meest frequent gesteld?
b. Hoe groot is het percentage effectieve ECT behandelingen binnen dit
indicatiegebied?
a. Het betreft de therapieresistente groep patiënten (ook wel de groep patiënten die op
meerdere vormen van medicamenteuze behandeling niet goed hebben gereageerd).
b. Het percentage bedraagt 60%.
Noem vier geneesmiddelen die worden gebruikt in de onderhoudsbehandeling van de
bipolaire stoornis
Lithiumcarbonaat, Valproïnezuur,
Carbamazepine, Lamotrigine, Olanzapine, Quetiapine en Aripiprazol
TCA remmen de heropname van serotonine en noradrenaline en blokkeren de 5-HT,
alpha-1, Ach, beta, D- en H-1 receptoren
waar
Een vrouw blijkt naar alle waarschijnlijkheid 50 tabletten van haar tricyclisch
antidepressivum ingenomen te hebben en wordt opgenomen ter observatie.
a. Welk levensbedreigend symptoom kan optreden als gevolg van een intoxicatie met
een tricyclisch antidepressivum?
b. Geef twee oorzaken van het ontstaan van dit symptoom.
hartritmestoornissen
b. anticholinergisch effect + verhoogde noradrenaline concentratie in synaptische
spleet (tachycardie) (+ in hoge dosering blokkade van natriumkanalen in hart
(vertraagde/verstoorde geleiding))
Een 44 jarige politieman komt op uw spreekuur. Bij hem is duidelijk sprake van een
posttraumatische stress stoornis (PTSS). Hij heeft al vele doden gezien, maar het beeld
van een laatste lijkvinding raakt hij niet meer kwijt. Bij PTSS is een trauma gerichte
behandeling geïndiceerd.
a. Welke twee behandelvormen zijn het meest onderzocht en effectief bevonden?
b. Wat is het meest effectieve ingrediënt van deze behandelingen?
a. TG-CGT en EMDR
b. Exposure
Exposure is een methode die gebaseerd is op:
klassieke conditionering
Waarom komt PTSS meer bij vrouwen voor dan bij mannen?
Omdat vrouwen een meer gesensitiseerde HPA as hebben
Patiënten met Anorexia Nervosa en ernstig ondergewicht die tevens een depressieve
stemming hebben, dienen te worden behandeld met een antidepressivum.
Is dit juist of onjuist? Licht uw antwoord toe.
Onjuist. Een neerslachtige stemming is in de meeste gevallen een gevolg van
de ondervoeding. Naarmate de voedingstoestand verbetert, zal de stemming meestal
spontaan opklaren. Gebruik van antidepressiva bij Anorexia Nervosa heeft dan ook
weinig zin, tenzij na gewichtsherstel duidelijke tekenen van depressie voorkomen.
Stoornissen in het geheugen kunnen zich zowel bij depressie als bij dementie voordoen.
a. Welk soort geheugenstoornis past meer bij depressie?
b. Welk soort geheugenstoornis past meer bij dementie?
Bij depressie gaat het met name om concentratie en om moeite om
herinneringen uit het verleden op te halen,
b. bij dementie vooral om nieuwe feiten in het geheugen op te slaan.
Bij het ontstaan van verslaving zijn verschillende fases te onderscheiden: - initiatie - continuering - onthouding - terugval. Noem bij elke fase: - één hersengebied; - één neurottransmitter die daarbij een rol speelt.
Initiatie - VTA, NcAcc - endorfines, dopamine
Continuering - Nc Acc, Amygdala, Thalamus, PFC - dynorfines, dopamine, CRH,
glutamaat
Onthouding - LC - noradrenaline, glutamaat
Terugval - PFC - noradrenaline, CRH, GABA, glutamaat
Wat zijn vijf kernsymptomen van een borderline persoonlijkheidsstoornis?
- Krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te
worden. - Een patroon van instabiele en intense relaties met anderen, gekenmerkt door
wisselingen tussen overmatig idealiseren en kleineren (extreem zwart-witdenken,
iemand is geweldig of waardeloos). - Identiteitsstoornis: aanhoudend wisselend zelfbeeld of zelfgevoel.
- Impulsiviteit met negatieve gevolgen voor zichzelf op minstens twee gebieden.
Bijvoorbeeld: geldverspilling, veel wisselende seksuele contacten, middelenmisbruik,
roekeloos rijgedrag, vreetbuien. Terugkerende pogingen tot zelfdoding, gestes of
dreigingen, of zelfverwonding. - Sterk wisselende stemmingen, als reactie op gebeurtenissen. Dit kan leiden tot
periodes van intense somberheid, prikkelbaarheid of angst, meestal enkele uren durend
en slechts zelden langer dan een paar dagen. - Een chronisch gevoel van leegte.
- Inadequate, intense woede of moeite boosheid te beheersen. Dit uit zich in driftbuien,
aanhoudende woede of herhaaldelijke vechtpartijen.
Voorbijgaande, aan stress gebonden paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve
verschijnselen.
Beschrijf wat de prognose is van iemand met een narcistische persoonlijkheidsstoornis
die hiervoor inzichtgevende psychotherapie wil gaan volgen.
Motiveer uw antwoord.
Prognostisch vaak ongunstig want:
Patienten met een narcististische persoonlijkheidstoornis verdragen geen suggestie van
psychische tekortkoming en/of het spreken hierover, vanuit de stoornis, en zijn derhalve
geneigd de therapie (eerder) af te breken.