2012 maart Flashcards

(18 cards)

1
Q

Wat is de definitie van stupor?

A

[vrijwel] complete bewegingloosheid en ontbreken van gesproken taal bij een
helder bewustzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van een bizarre waan?

A

een oncorrigeerbare overtuiging die met kracht wordt volgehouden, terwijl er
overduidelijk argumenten zijn waarom de overtuiging onjuist is en deze overtuiging
ongebruikelijk is in de (sub) cultuur van betrokkene en de inhoud van de overtuiging
onmogelijk kan plaatsvinden. (dus niet “achtervolgd worden” maar wel “met een computer
de hersenfunctie van ieder op de wereld beïnvloeden”).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke manier kan aannemelijk gemaakt worden dat een psychose veroorzaakt is door het
gebruik van een middel?

A

Anamnese. Urine/bloed onderzoek. Volgen van het beloop: psychose verdwijnt
binnen korte tijd (dagen) na abstinentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij angststoornissen wordt vaak cognitieve gedragtherapie voorgeschreven.
Beschrijf exposure in vivo.

A

Geleidelijke blootstelling aan de angst oproepende stimulus, voldoende lang zodat angstreactie
uitdooft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de zijn de drie belangrijkste behandelmethoden voor ADHD?

A
  1. Methylfenidaat
  2. Coaching
  3. Psychotherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf vijf kernsymptomen van een schizotypische persoonlijkheidstoornis.
b. Welke as I stoornis moet differentiaal diagnostisch overwogen worden bij deze
kenmerken?

A
  1. Heeft betrekkingsideeën (geen betrekkingswanen)
  2. Heeft eigenaardige overtuigingen of magische denkbeelden, die het gedrag
    beïnvloeden en die niet in overeenstemming zijn met de eigen subculturele normen
  3. Heeft ongewone waarnemingen
  4. Heeft merkwaardige gedachten en spraak
  5. Is achterdochtig of heeft paranoïde ideeën
  6. Heeft een afgevlakt gevoelsleven
  7. Is excentriek of gedraagt zich vreemd of heeft een vreemd uiterlijk
  8. Heeft geen intieme vrienden of vertrouwelingen buiten de eerstegraads familieleden
  9. Heeft buitensporige (paranoïde) sociale angst die niet afneemt in een vertrouwde
    omgeving en die eerder de neiging heeft samen te gaan met paranoïde angst dan
    met een negatief zelfbeeld.
    b. Schizofrenie/Schizofreniforme stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De huisarts wordt geroepen in het verzorgingshuis bij de 76 jarige heer van der Elst. Volgens
zijn echtgenote doet hij sinds gisteren raar. Hij is onrustig, heeft de afgelopen nacht bijna
niet geslapen en hij herkent haar niet meer. Hij ging steeds naar de WC om te plassen en is
daarbij ook eenmaal gevallen. Hij is bekend met een status na CVA, hypertensie,
prostaathypertrofie en artrose. Bij lichamelijk onderzoek vindt u geen koorts, er wordt niets
bijzonders gehoord over de longen en er is een goede peristaltiek in de buik.
a. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
b. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak?

A

a. Delier

b. Urineweginfectie of acute urine retentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De huisarts komt bij de 48 jarige heer van Dalen. De arts was vier dagen geleden voor het
eerst bij hem in verband met griep en trof toen een woning vol rommel aan. De afwas van
enkele dagen stond nog op het aanrecht en er lag beschimmelde kaas in de koelkast. Deze
keer is de huisarts geroepen door de buren. Zij waren gaan kijken en troffen dhr. Van Dalen
hevig trillend en zwetend aan op bed. Hij herkende hen niet en beweerde spinnen op zijn
bed te zien.
a. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak voor dit beeld?
b Welke is de eerste medicamenteuze behandeling?

A

a. delirium tremens bij alcoholonthouding (tgv ziekte)

b. Haloperidol en benzodiazepinen [thiamine]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan men onderscheid maken tussen delier en dementie?

A

Door het beloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk werkingsmechanisme ligt waarschijnlijk ten grondslag aan gedragstherapie gericht op
dwangsymptomen?

A

De patiënt wordt blootgesteld aan angstwekkende situaties, zonder uitvoering van
dwanghandelingen, zodat de angst kan uitdoven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem drie neurologische aandoening(en) waarbij dwangsymptomen voorkomen.

A

Ziekte van Huntington, Ziekte van Parkinson, Sydenham-chorea, Gilles de la Tourette

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

coprolalie

A

schelden vloeken uitbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

palialie

A

herhalen van eigen woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De epidemiologie van psychiatrische stoornissen onder werkenden verschilt van die onder
niet-werkenden. Men spreekt in dit verband van het ´healthy worker´ verschijnsel.
Wat wordt daarmee bedoeld?

A

Bedoeld wordt dat ziektes en ook psychiatrische stoornissen onder de werkenden
minder prevalent zijn dan onder de niet werkenden. Werkenden zijn dus gemiddeld genomen
gezonder dan niet werkenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem vier werkgebonden factoren die beïnvloeden of iemand met een psychische stoornis
daadwerkelijk gaat verzuimen van zijn werk.

A

gebrek aan plezier in het werk

  • een slechte werksfeer (inclusief pesten, discriminatie, seksuele intimidatie)
  • duidelijke arbeidsconflicten
  • geringe regelmogelijkheden (het werk niet ook deels zelf vorm kunnen geven)
  • te veel regelmogelijkheden (onvoldoende leiding en structuur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het vermoeden bestaat dat een patiënt lijdt aan een bipolaire stoornis.
Welke drie psychiatrische diagnoses staan dan in ieder geval in de differentiaal diagnose?

A
  • unipolaire depressieve stoornis
  • schizofrenie (schizoaffectieve stoornis is ook goed)
  • borderline persoonlijkheidsstoornis
17
Q

Wat moet er gedaan worden om een bipolaire depressie van een unipolaire depressie te
onderscheiden?

A

hetero anamnese afnemen

18
Q

Welke dimensies van werk zijn bepalend voor werkstress en psychische klachten?

A

Taakeisen, regelmogelijkheden, en sociale ondersteuning