Tentamen maart 2017 Flashcards

(31 cards)

1
Q

Een 42 jarige man voelt zich al enkele maanden somber en nerveus. Hij voelt zich schuldig, omdat hij zich recent door spanningen ziek heeft moeten melden van werk en steeds minder onder de mensen durft te komen. De Somberheid is begonnen in de weken na een spontane aanval van benauwdheid en angst dood te gaan. Gevolgd door een constante nervositeit. Patient gebruikt geen alcohol maar wel al jaren 2 tabletten tamazepam 10 mg voor de nacht. Welke primaire diagnose is het meest waarschijnlijk?

A

Paniekstoornis met agorafobie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een 42-jarige man ervaart al jaren het grootste gedeelte van de dag een sombere stemming met opzien tegen activiteiten. Hij voelt zich somber over het mislukken van werk waar hij zijn grenzen niet aan durfde te geven, en over zijn langdurige eenzaamheid waarbij hij meent onvoldoende aantrekkelijk en slim te zijn. In contact met anderen ervaart hij altijd hartkloppingen, benauwdheid, trillen en de overtuiging dat anderen hem afkeuren. Bovengenoemde klachten bestaan al sinds de adolescentie. Patient gebruikt alleen sociaal alcohol maar dan meestal wel meer dan 6 eenheden. Welke primaire diagnose is het meest waarschijnlijk?

A

Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op het spreekuur van de huisarts komt een jonge man omdat hij zich zorgen maakt over zijn
50-jarige oom, die altijd al erg op zichzelf en excentriek was. Neef is ongerust dat zijn oom
volkomen geïsoleerd raakt en vraagt zich soms af of hij in de war is. Zijn oom woont alleen
en heeft geen vrienden. Enige jaren geleden heeft een vriendin de relatie met oom
verbroken. Oom was hier verdrietig over. Oom besteedt veel tijd aan informatie over
historische gebeurtenissen. Hij zegt sterke aanwijzingen te hebben dat de gebruikelijke
officiële duiding van die gebeurtenissen onjuist is en vermoedt een samenzwering tussen de
gevestigde journalistiek en de machthebbers. Hij ziet aanwijzingen in televisieprogramma’s
dat we gemanipuleerd worden. Neef is onlangs bij zijn oom op bezoek geweest. Zijn oom
sprak zeer langdurig en warrig over de invloed van machthebbers.
Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?

A

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De huisarts verwijst een 50 jarige man i.v.m. somberheid en middelenmisbruik naar een
psychiater. Patiënt vertelt dat hij stemmen hoort die hem aanzetten tot gebruik van cannabis
en cocaïne. Deze stemmen worden erger als hij zich verlaten voelt. Soms zeggen ze dan dat
hij beter dood kan zijn of zichzelf moet snijden. Patiënt maakt een verdrietige indruk. De
voorgeschiedenis wordt gekenmerkt door wisselende relaties en snel afwisselende sombere
perioden en perioden waarin patiënt veel zelfvertrouwen heeft. Hij is nooit opgenomen in een
psychiatrisch ziekenhuis.
Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?

A

Borderline persoonlijkheidsstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Michel is 8 jaar en woont bij pleegouders. Pleegouders melden zich bij de huisarts en maken
zich zorgen. Michel is druk en nieuwsgierig. Hij maakt te makkelijk contact met volwassenen.
Bij voor hem vreemde volwassenen kruipt Michel makkelijk op schoot. Pleegouders zijn bang
dat dit een keer mis zal gaan en vragen hulp.
Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?

A

Reactieve hechtingstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Jan is 8 jaar en woont bij pleegouders. Pleegouders maken zich zorgen en gaan naar de
huisarts. Jan is druk, kan zich slecht concentreren en is snel afgeleid op school. Er zijn met
name problemen op school, maar thuis gaat het ook moeizaam.
Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?

A

ADHD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Emma is 12 jaar en heeft een auto-ongeval meegemaakt. Zij is onder behandeling van de
kinderchirurg i.v.m. een gecompliceerde beenfractuur. De revalidatie gaat langzaam. Emma
durft niet meer met de fiets naar school te gaan. Zij moet nog regelmatig denken aan het
ongeval en slaapt slecht. De kinderchirurg verwijst Emma naar de kinder- en
jeugdpsychiater.
Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?

A

PTSS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Yvonne is 12 jaar en gaat naar de middelbare school. Haar ouders maken zich zorgen en
hebben de huisarts een verwijzing gevraagd voor de kinder- en jeugdpsychiater. Yvonne
durft niet meer naar school te gaan. Zij is bang voor wat anderen over haar denken. Haar
ouders moeten haar in de ochtend vaak aansporen om op te schieten en naar school te
gaan. Dit leidt tot steeds meer conflicten.
Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?

A

Sociale fobie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het symptoom obsessies wordt geschaard onder de cognitieve functies

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het symptoom vermijdingsgedrag wordt geschaard onder de affectieve functies

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het symptoom compulsies wordt geschaard onder de conatieve functies

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het symptoom bewustzijnsvernauwing wordt geschaard onder de affectieve functies

A

onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk kenmerk verhoogt het meest de kans dat er een somatische
oorzaak is van een psychiatrische stoornis?

A

De eerste psychiatrische symptomen ontstaan na het 40e

levensjaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Katalepsie

A

houdt door de onderzoeker aangebrachte ongewone lichaamshouding
langdurig en tegen de zwaartekracht in vol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Stupor

A

is bewegingsloos en zwijgt bij helder bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Neologisme

A

gebruikt zelfbedachte woorden met een eigen betekenis

17
Q

Wat doet men bij psychodynamische therapie?

A

In de psychodynamische therapie wordt gedeconditioneerd door exposure via vrije
associatie aan negatief geladen gevoelens of gedachten

18
Q

Empathische betrokkenheid van de psychotherapeut is de meest consistente voorspeller
van de uitkomst

19
Q

De invloed van de persoon die de behandeling uitvoert op de behandeluitkomst is groter
dan de invloed van de behandelmethode

20
Q

Een therapeutische relatie bevordert een cognitief affectief schema van veilige hechting

21
Q

Gevoelens van tegenoverdracht dienen vermeden te worden om tot een goede uitkomst
te komen

22
Q

Er treedt een verminderde doorbloeding op van de frontale schors bij patiënten met
schizofrenie gedurende een volgehouden aandachtstaak, in vergelijking met gezonde
controles

23
Q

Is de volgende uitspraak over de neurobiologische afwijkingen bij schizofrenie juist?
Patiënten met schizofrenie kunnen sensorische informatie minder goed inhiberen, in
vergelijking met gezonde controles

24
Q

Is de volgende uitspraak over de neurobiologische afwijkingen bij schizofrenie juist?
Bij patiënten met schizofrenie treedt bij een pre-puls-inhibition taak een geringere
schrikreactie op indien de luide stimulus wordt voorafgegaan door een milde stimulus
vergeleken met gezonde controles.

25
Is de volgende uitspraak over hersenafwijkingen bij patiënten met schizofrenie juist? Bij patiënten met schizofrenie wordt in vergelijking met gezonden gemiddelde volume reducties van hersenweefsel gevonden van ongeveer 1 standaard deviatie
Onjuist
26
Is de volgende uitspraak over hersenafwijkingen bij patiënten met schizofrenie juist? Vermindering van de grijze stof hangt meer samen met de duur van antipsychoticagebruik dan met de duur van psychotische recidieven.
Onjuist
27
Is de volgende uitspraak juist? “Salience discrimination failure” betreft een afwijking in de capaciteit om onderscheid te maken tussen belangrijke en neutrale stimuli.
juist
28
Is de volgende uitspraak juist? Uit onderzoek blijkt dat patiënten met schizofrenie sneller dan controle personen reageren op niet belonende stimuli
juist
29
Omschrijf de criteria volgens de DSM-5 van een hypomanische episode.
-Een duidelijk herkenbare periode met abnormaal en persisterend verhoogde expansieve of prikkelbare stemming EN verhoogde doelgerichte activiteit of energie, minstens 4 dagen -Tijdens die periode 3 of meer van volgende symptomen; grandiositeit, daling behoefte aan slaap, spraakzaamheid, gedachtevlucht/gejaagde gedachten, verhoogd afleidbaar, toename doelgerichte activiteit of agitatie, excessief bezighouden met activiteiten waarbij grote kans op pijnlijke gevolgen bestaat. -Onmiskenbare verandering in functioneren -Niet ernstig genoeg om duidelijke beperkingen in sociale of beroepsmatige functioerne te veroorzaken of opname noodzakelijk te maken, geen psychotische kenmerken.
30
Een 38-jarige lerares met stressklachten komt bij de bedrijfsarts in het kader van ziekte verzuimbegeleiding. De bedrijfsarts vermoedt dat er sprake is van overspanning, maar heeft ook depressie in de differentiaal diagnose opgenomen. Noem twee kenmerken van depressie die niet passen bij overspanning.
Anhedonie | gevoelens van waardeloosheid
31
Wat zijn volgens de cognitief-psychologische theorievorming de drie factoren over suïcidaliteit die een rol spelen?
Een overgevoeligheid voor gebeurtenissen die uitstoting door de sociale omgeving betekenen (zoals gepest worden op school, werkeloosheid, relationele problemen) leidend tot intens psychisch lijden; - De ervaring dat er geen ontsnapping aan deze situatie en lijdensdruk is (no escape), samenhangend met een relatief beperkt probleemoplossend vermogen en een over generaliserend autobiografisch geheugen; - De ervaring dat er ook in de toekomst geen redding is (no rescue), wat gepaard gaat met uitgeproken gevoelens van hopeloosheid.