Aardrijkskunde - Atmosferische Processen (4. Warmtecirculatie leidt tot neerslag) Flashcards

(62 cards)

1
Q

Wat beschrijft de waterkrinloop?

A

Hoe water door inwerking vd zon verdampt uit zeeën, meren, rivieren en vegetatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet de stap in de waterkringloop waar het water van de berg afvloeit (oppafvloei) en id bodem dringt?

A

infiltratie
-> grondwater of via oppvlaktewater via rivieren terug naar zee gevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe heet het proces waarbij water uit de zee verdampt en er wolken vormen?

A

evaporatie = overgang v water naar waterdamp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 2 stappen heb je in de waterkringloop tussen wolkenvorming en neerslag?

A

condensatie: warmte/E vrijgegeven
transpiratie: verdamping door planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zorgt ervoor dat er warmte/E wordt onttrokken ad atmosfeer en wat zorgt ervoor dat warmte/E wordt afgegeven ad atmosfeer?

A

onttrokken: evaporatie en transpiratie
afgegeven: condensatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zorgt ervoor dat de lucht een zekere vochtigheid bezit?

A

de verdamping v water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de absolute vochtigheid?

A

de hoeveelheid waterdamp die in de lucht aanwezig is (g/m³)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lucht kan maar een beperkte hoeveelheid waterdamp bevatten. Hoeveel is dat bij een temp v 20°C?

A

17.3 g/m³

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe bereken je de AV (absolute vochtigheid)?

A

aantal gram waterdamp / m³ bij een welbepaalde temp en druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe warmer de lucht, hoe … waterdamp ze kan bevatten.

A

meer
-> bv haardroger die warme lucht blaast waardoor er meer verdamping is en je haar sneller droogt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als de temp vd lucht daalt, dan kan de lucht … waterdamp bevatten en treedt er … op.

A

minder - condensatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de relatieve vochtigheid (RV)?

A

de verhouding tussen de aanwezige waterdamp bij een bepaalde temp en druk en de maximale hoeveelheid waterdamp bij diezelfde temp en druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Als de temp vd lucht stijgt, dan … de relatieve vochtigheid en … de kans op condensatie en neerslag.

A

daalt - verkleint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Als de temp vd lucht daalt, dan … de RV en kan condensatie optreden met mogelijke neerslag tot gevolg.

A

stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe bereken je de relatieve vochtigheid (RV)?

A

(AV/max vochtigheid bij geg temp)*100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de verzadigde lucht?

A

RV = 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer treedt de condensatie v waterdamp op?

A

als de RV 100%
-> daarvoor zijn er id lucht wel condensatiekernen nodig, kleine stofdeeltjes of zoutkristallen waarop de waterdruppeltjes zich vastzetten.

=> bij de grond = mist
=> in opstijgende luchtstromen = wolken waaruit neerslag kan vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe ontstaat mist?

A

Als waterdruppeltjes of ijskristalletjes zich vastzetten op condensatiekernen (kleine stofdeeltjes of zoutkristalletjes) en dat bij de grond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe ontstaat regen?

A

wordt gevormd uit waterdruppels of ijskristallen die door luchtlagen v boven de 0°C (evt ijskristallen zullen dus smelten) vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe ontstaat ijzel?

A

wordt gevormd als onderkoelde waterdruppels de grond raken die een temp v onder 0°C heeft, of als regendruppels op de grond vallen en daar bevriezen vanwege vorst ad grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe ontstaat droge sneeuw?

A

als de lucht onder de wolken een temp v onder de 0°C heeft en ijskristallen samenklonteren tot sneeuwvlokken.

Ze vallen op een grondopp met een temp onder het nulpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe ontstaat hagel?

A

als ijstrkristallen keer op keer omhoog worden gejaagd in een stapelwolk, waarbij bovenin de wolk steeds weer een bevroren laagje ijs wordt afgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe ontstaat dauw?

A

wordt gevormd als waterdamp condenseert op een koud opp waarvan de temp hoger dan 0°C is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe ontstaat rijp?

A

wordt gevormd als waterdamp bevriest op een opp waarvande temp onder de 0°C ligt (we spreken van ‘rijm’ als waterdamp eerst condenseert tot dauw en daarna bevriest)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is mist?
de condensatie v waterdamp in een wolk dicht boven het aardopp dat koel is (net boven 0°C)
26
Hoe ontstaat natte sneeuw?
als de lucht onder de wolken een temp v onder de 0°C heeft en ijskristallen samenklonteren tot sneeuwvlokken
27
Welke 3 basistypes van wolken heb je?
cirrus: veeg-of vederwolken (wijst op wolken die bestaan uit ijskristallen) stratus: horizontaal uitgestrekte wolken cumulus: stapelwolken
28
Op wat wijst de stam strato/status bij een wolk?
wijst op horizontale opbouw
29
Op wat wijst cumulo/cumulus bij een wolk?
op verticale opbouw (stapelwolken)
30
Op wat wijst alto bij een wolk?
op een middelhoge bewolking: 2km-6km
31
Op wat wijst cirro bij een wolk?
op een hoge bewolking: 6km+
32
Op wat wijst nimbo/nimbus bij een wolk?
op neerslag
33
Welke wolk doorkruist de verschillende hoogtes?
de cumulonimbus (regenwolk)
34
Hoe noem je een wolk die op 6+km zweeft en horizontaal uitgestrekt is?
cirrostratus
35
Hoe noem je een wolk die op 6+km zweeft en allemaal kleine stapel wolkjes heeft?
cirrocumulus
36
Hoe noem je een wolk die in lange strepen op 6+km zweeft maar niet per se horizontaal uitgestrekt is?
cirrus
37
Hoe noem je een wolk die tussen 2 en 6km zweeft en horizontaal uitgestrekt is?
altostratus
38
Hoe noem je een wolk die tussen de 2 en de 6km zweeft en opgebouwd is uit allemaal kleine stapelwolkjes?
altocumulus
39
Hoe noem je een wolk die lager dan 2km zweeft en horizontaal is opgebouwd?
stratus
40
Hoe noem je een wolk die lager dan 2km zweeft, horizontaal opgebouwd is en ook kenmerken van een stapelwolk vertoont?
stratocumulus
41
Hoe noem je een wolk die lager dan 2 km zweef en een stapelwolk is?
cumulus
42
Hoe noem je een wolk die lager dan 2km zweeft, een stapelwolk is en op neerslag wijst?
nimbostratus
43
Hoe noem je een wolk die zich strekt over verschillende hoogtes, wijst op neerslag en een stapelwolk is?
cumulonimbus
44
Waar situeren regenrijke gebieden zich?
ronde de evenaar en rond de 6.e breedtegraad
45
Waar komen droge gebieden voornamelijk voor?
rond de 30e breedtegraad en rond de polen
46
Waaroms spreek je bij een droge plek rond de polen van een witte woestijn?
omdat de weinige neerslag onder de vorm van sneeuw valt
47
Hoe komt het dat er een droogt is op de polen?
dalende luchtbeweging, lucht warmt op en droogt uit: geen neerslag
48
Hoe komt het dat er rond 60°N veel neerslag valt?
stijgende luchtbeweging, lucht koelt af en condenseert: neerslag
49
Hoe komt het dat er rond 30°N droogt is?
dalende luchtbeweging, lucht warmt op en droogt uit: geen neerslag
50
Hoe komt het dat er rond de evenaar veel neerslag valt?
stijgende luchtbeweging, lucht koelt af en condenseert: neerslag
51
Hoe noem je de regens die vallen vanaf 30°N tot ad polen?
cyclonale/frontale regens
52
Hoe noem je de regens die vallen bij de evenaar?
zenitale/convectie regens
53
Wat zijn de 5 factoren die een invloed hebben op de neerslagverdeling op aarde?
- breedteligging - winden en afstand tot de zee - gebergten - ITCZ - warme of koude zeestromingen
54
Leg uit waarom winden en afstand tot de zee een invloed hebben op de neerslagverdeling op aarde.
W-Europa krijgt meer regen dan O-Europa: -> heeft te maken met de overheersende (zuid)westenwinden die waterdamp opnemen boven de Atlantische Oceaan en West-Europa vd nodige regen voorzien. -> O-Europa ligt verder landinwaarts, waardoor de luchtvochtigheid ondertussen afgenomen is
55
Leg uit waarom gebergten een invloed hebben op de neerslagverdeling op aarde.
Ad zeezijde v kustgebergten (loefzijde) wordt de lucht door het reliëf gedwongen om te stijgen. Daardoor daalt de temp vd lucht en stijgt de RV ervan. De waterdamp id lucht zal condenseren en gaat regenen. = stijgingsregens Ad landzijde of id regenschaduw v kustgebergten (lijzijde) regent het veel minder doordat de lucht opwarmt bij het dalen en de da kans op condensatie en neerslag verdwijnt.
56
Wat is een andere naam voor stijgingsregens?
orografische regens
57
Hoe noem je de zeezijde v kustgebergten?
loefzijde
58
Hoe noem je de regenschaduw v kustgeberften?
lijzijde
59
Leg uit waarom de ITCZ een invloed heeft op de neerslagverdeling op aarde.
De convectieregens (zenitale regens) zijn regens in het evenaarsgebied (tropen) die ontstaan als gevolg vd opstijgende warme lucht ad evenaar door de sterke opwarming (loodrechte zonnestand). -> daardoor koelt de lucht af, stijgt de relatieve vochtigheid en condenseert de waterdamp -> vorming wolken waaruit id loop vd dag felle stortregens vallen.
60
Hoe komt het dat we meer noordelijk en zuidelijk id tropen 2 seizoenen: droog en nat hebben?
Doordat de ITCZ verschuift met de seizonen en de regens dus ook mee opschuiven -> op de evenaar regent het doorheen het hele jaar
61
Leg uit waarom warme of koude zeestromingen een invloed spelen op de neerslagverdeling op aarde.
Lucht boven warme zeestroming zal afkoelen als deze lucht boven land komt: -> wel condensatie en neerslag Lucht boven koude zeestroming zal opwarmen als deze lucht boven land komt: -> geen condensatie en neerslag
62
:)