Fysica - Elektromagnetische Inductie (theorie) Flashcards

(30 cards)

1
Q

Waar kwam Michaël Faraday achter in 1831?

A

Dat een veranderend magneetveld in een gesloten draadwinding een elektrische stroom doet vloeien.
“van magnetisme naar elektriciteit”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer heb je een stroom?

A

Aks de flux verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wordt het magnetische veld sterker of zwakker wanneer je een magneet dichter bij de spoel brengt?

A

sterker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de formule om de flux te berekenen? 2

A

A.B.cos a

k*t

-> delta flux = k*delta t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe is B(ind) itt v B(orig) wanneer de flux toeneemt?

A

tegengestelde zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe is B(ind) itt B(orig) wanneer de flux afneemt?

A

dan hebben ze dezelfde zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe is de magnetische inductie binnen een magneet?

A

van Z naar N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer ontstaat er een inductiestroom (die het gevolg is vd inductiespanning) in een gesloten kring?

A

telkens wanneer er een relatieve beweging is vd spoel tov het magneetveld B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe lang vloeit de inductiestroom?

A

zolang de verandering in het magnetisch veld, gevoeld door de spoel, duurt.
= stroomstoot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de definitie van de flux? (!)

A

de (magnetische) flux doorheen een opp A = een maat vo de hoeveelheid veldlijnen die door een opp lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de eenheid v flux?

A

Weber (Wb)

1Wb = 1Tm²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Met wat gaat een fluxverandering (delta flux) gepaard?

A

met een inductiespanning (Uind) in elke spoel die veldlijnen omvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is er eerst: de inductiestroom of de inductiespanning?

A

de inductiespanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk verband heb je bij deze waarden: B1<B2, Φ1<Φ2

A

Φ RE B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van wat hangt het aantal veldlijnen doorheen een opp (A) af? (3)

A
  • sterkte vh magneetveld
  • grootte vh beschouwde opp
  • stand vh opp tov de veldlijnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk verband heb je bij deze waarden: A<A2, Φ1<Φ2?

A

Φ RE A (spoel)

17
Q

Wanneer verandert de flux?

A

Wanneer B of A of alpha verandert

18
Q

Leg alle symbolen in de formule vd flux uit.

A

Φ (flux) = B (sterkte vh magneetveld) * A (grootte vh opp) * cos a (stand vh opp (n))

-> n staat loodrecht op opp spoel

19
Q

Met wat is de inductiespanning recht evenredig? (2)

A

met het aantal windingen (N)

met de verandering in flux (delta Φ)

20
Q

Hoe kan je de flux verdubbelen?

A

Φ1 = ABcos(a) = A.(muNI/l) . cos a

Φ2 = 2Φ1:
-> 2
mu
-> 2N
-> 1/2
l(=L)
-> 2I
-> 2
A

21
Q

Wat is de formule voor B?

A

muNI (=i)
/
l (=L)

22
Q

Wat is de formule voor de inductiespanning? (2)

A

-N* deltaΦ/delta t

-Blv (=L)

23
Q

Wat is de formule voor de wet v Faraday?

A

Uind = -N . dΦ/dt

24
Q

Wat is de wet v Lenz? (!)

A

De zin vd I(ind), en dus ook het teken vd U(ind), is zodanig dat de fluxverandering waardoor ze ontstaat, wordt tegengewerkt.

25
Waar duidt het minteken in de formule vd Uind op?
Drukt uit dat inductiespanning, en dus ook inductiestroom, de fluxverandering waardoor ze ontstaan, tegenwerken
26
Wat is dan het verschil tussen de 2 formules van de inductiespanning? (-N*dΦ/dt en -N*deltaΦ/delta t)
met d: voor de ogenblikkelijke waarde vd inductiespanning met delta: voor de gemiddelde waarde vd inductiespanning
27
Wat is een toepassing v lorentzkrachten en elektromagnetische inductiespanning?
de elektrische motor: daarbij wordt een vrij beweegbaar, rechthoekig spoel in een magnetisch veld geplaatst. Door die spoel stroomt met sterkte I laten vloeien. Het magnetische veld B kan gecreëerd worden door een permanente magneet te gebruiken of door een elektromagneet rond de beweegbare spoel te plaatsen.
28
Wat is de formule voor snelheid?
v = delta x/delta t
29
Wat is de formule van I? (=i)
U/R
30
Wat is de formule voor het vermogen P? (3)
R*I^2 U^2/R U*I