Aardrijkskunde - Atmosferische Processen (5. Het weer in West-Europa) Flashcards

(54 cards)

1
Q

Wanneer was de eerste lancering van de weersatellieten?

A

in 1960

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke beelden worden er gebruikt om het West-Europese weer te voorspellen?

A

de beelden vd Meteosat-, de NOAA- en Metop-satellieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vd satellieten die we gebruiken voor het weer in W-Europa zijn Europees?

A

Meteosat- en Metop-weersatellieten = Europees (ESA)

NOAA-weersatellieten = Amerikaans (NASA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat moet er worden gedaan om satellietbeelden te maken?

A

dan worden er 2 soorten straling afkomstig vd zon gebruikt: de infraroodstraling (IR) en het zichtbare licht (VIS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vd satellieten die we gebruiken voor het weer in W-Europa zijn geostationaire satellieten of polaire satellieten?

A

geostationaire: Meteosat-satelliet

polaire: Metop- en NOAA-satelliet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 3 eigenschappen van geostationaire satellieten?

A
  • vliegen in evenaarsvlak
  • vliegen hoog en traag
  • continue informatie v gebied maar geen gedetailleerde beelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 3 eigenschappen vd polaire satellieten?

A
  • vliegen rond de polen
  • vliegen laag en snel
  • geen continue informatie, maar wel gedetailleerde beelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van IR-satellietbeelden?

A

Infraroodbeelden brengen warmtestraling in beeld
-> meten de uitgezonden warmtestralen door wolken, land- en het wateropp

(lichte kleuren wijzen op lage temp, donkere kleuren op hogere temp: grijsstinten)
(kan ook ‘s nachts gemaakt worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het doel van VIS-satellieten?

A

beelden in visueel licht registreren de hoeveelheid weerkaatst zonlicht
-> worden gebruikt om wolkenpatronen op te sporen

(kan geen nachtopnames maken omdat er dan geen licht is)
(grijstinten staan voor absorptie en reflectie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een weerbericht?

A

een weersverwachting op basis v weersvoorspellingen.
Het bevat informatie over de verschillende weerelmenten: temp, bewolking, neerslag, luchtdruk en wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn isobaren?

A

lijnen van gelijke druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe noemen we de verplaatsing van H (te veel lucht) naar L (te weinig lucht)?

A

wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent het wanneer de isobaren dichter bij elkaar liggen?

A

dan is het verschil in druk groter en zal de wind harder waaien dan wanneer de isobaren verder uit elkaar liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welke drukkern liggen de isobaren vaker dichter bij elkaar?

A

bij lagedrukkernen
-> in de kern (ook van hogedrukkern) valt de wind vrijwel volledig weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door welk effect buigen de winden op het NH naar rechts?

A

door het Corioliseffect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Naar wat wordt de windrichting altijd benoemt?

A

naar de richting vanwaar het afkosmtig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar heb je meer wind: in hogedrukgebied of in lagedrukgebied? Leg uit.

A

lagedrukgebied -> isobaren dichter bij elkaar
(wind v H->L)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

extra blad met tekening afbuigen en warmte/koufront!!

A

!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe bepaal je de windrichting?

A

NH:
van H naar L (bv. pijl omhoog)
+
afbuiging naar rechts (->)
=
pijl naar rechtsboven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoe beweegt de lucht rond een lagedrukgebied?

A

tegenwijzerszin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

hoe noem je wind die van over de zee komt?

A

maritieme lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoe noem je wind die van over het land komt?

A

continentale lucht

23
Q

Hoe noem je de wind die van de NP en van over de zee komt? Voor wat zorgt het?

A

Arctische maritieme lucht: (Am)
-> sneeuw id winter

kans op neerslag:
groot (natte wind)
temp:
koud (polen)

24
Q

Hoe noem je wind die vd NP komt en van over land? Voor welk weer zorgt het?

A

Arctische continentale lucht (Ac)

sterke vorst

25
Hoe noem je wind die vd noordelijke gematigde breedten komt en van over land? Voor welk weer zorgt het?
Polaire continentale lucht (Pc) vorst id winter droog en warm id zomer
26
Hoe noem je wind die vd noordelijke gematigde breedten komt en van over de zee? Voor welk weer zorgt het?
polaire maritieme lucht (Pm) koud en nat
27
Hoe noem je wind die het zuiden komt en van over land? Voor welk weer zorgt het?
tropische continentale lucht (2x) -> Griekenland: heel heet, onweders -> Libië: zwoel in zomer, onweders + zachte winter + neerslag
28
Hoe noem je wind die uit het zuiden komt en van over de zee? Voor welk weer zorgt het?
tropische maritieme lucht (Tm) zachte winter warme zomer
29
Waar ontstaat er een front?
Waar zware, koude lucht en lichte, warmere lucht met elkaar in btosing komen
30
Wat gebeurt er wanneer er een front ontstaat?
de warme lucht wordt gedwongen te stijgen en er ontstaat condensatie en neerslag (regenzones/storingen)
31
Welke 3 soorten fronten heb je?
- warmtefronten (rode met halve cirkels) - koufronten (blauwe lijn met driehoeken) - occlusiefronten (paarse lijn met driehoeken en halve circels)
32
Wat is de warme sector?
de warme lucht tussen het warmte- en koufront in
33
Rond wat voor een drukgebied vormen de fronten zich?
rond een lagedrukgebied
34
Hoe noem je het geheel aan fronten?
een frontale depressie
35
In welke richting bewegen de fronten zich?
in de richting vd symbolen
36
Welke invloed heeft een warmtefront dat overtrekt op het weer?
warmere lucht ipv koudere lucht -> nadien terug koufront over = weer gevoelig frisser
37
Wat is een occlusiefront?
het samenkomen v een warmte- en een koufront
38
Hoe ontstaan er golvingen in het frontvlak?
Omdat de luchtsoorten aan weerszijden vh frontvlak verschillende snelheden hebben
39
Wat vormt een warmtefront?
de warme lucht die de koude lucht weggduwt
40
Wat veroorzaakt een koufront?
de koude lucht die plaats vd warme lucht inneemt
41
Hoe vormt er zich een occlusiefront?
Doordat het koufront sneller beweegt dan het warmtefront, haalt het koufront het warmtefront in en verdwijnt de warme sector
42
Waar ligt het polaire front?
op 60°N op het frontvlak
43
Hoe vormen er zich wolken als gevolg vd doortocht vh warmtefront?
Warme lucht = lichter dan koude en schuift over de koude heen. Warme opstijgende lucht koelt af. Door die stijgende luchtbeweging daalt de luchtdruk.
44
Wat is de evolutie van wolken bij een warmtefront?
Bij de doortocht v een warmtefront zie je eerst hoge bewolking, daarna middelhoge en ten slotte volgt lage bewolking waaruit gestage neerslag valt.
45
Hoe is de lucht in de warme sector?
warmer, maar blijft zwaarbewolkt en nat -> als afstand tussen warmtefront en koufront groot genoeg is, verdwijnt de neerslag geleidelijk en zijn er opklaringen
46
Hoe is het weer bij de doortocht vh koufront? Hoe komt dit?
warme lucht wordt snel de hoogt in gejaagd. -> weersverandering = plots bewolking komt snel opzetten en wordt hoog de lucht in gejaagd -> koelt plots en snel af => hevige regen, hevige wind, plotse afkoeling
47
Leg het weer uit bij de 5 stappen vd doortocht ve frontale depressie.
1) ten O vh warmtefront: hoge verderwolkjes (cirrus) die geleidelijk hemel volledig bedekken 2) doortocht warmtefront: hemel is volledig bedekt met lage bewolking: temp stijgt, regen, nimbostratus 3) de warme sector: wat opklaringen en hogere temp 4) doortocht vh koufront: verticale wolkontwikkeling (= stapelwolken = cumulonimbus) en hevige buiten 5) ten W vh koufront: aanvoer v frissere lucht, bewolking neemt af
48
Welke wolken heb je bij de doortocht ve frontale depressie ten oosten vh warmtefront?
cirrus wolken
49
Welke wolken heb je bij de doortocht ve frontale depressie bij de doortocht van het warmtefront?
nimbostratuswolken: druilige regen, langdurig maar niet intens
50
Welke wolken heb je bij de doortocht ve frontale depressie bij de doortocht van het koufront?
cumulonimbus: hevige intense regen, korte duur
51
Wat is het besluit dat we kunnen trekken bij de doortocht ve frontale depressie?
de doortocht ve frontale depressie (lagedrukgebied) betekent in het algemeen onstabiel weer: vochtig, bewolkt, winderig, wisselvallig. (welk weer concreet, hangt af van in welke vd 6 nummers je zit)
52
Wat is de verklaring bij een hogedrukgebied dat de lucht daar droger wordt?
in een hogedrukgebied daalt de lucht. Daardoor stijgt de temp vd lucht en wordt de lucht droger.
53
Welke 3 mogelijkheden heb je van weer in West-Europa?
bij lage luchtdruk: (onstabiel weer) - bewolkte zone - neerslag - winderig - temp: id winter warmer in vgl met H, id zomer kouder in vfl met H bij hoge luchtdruk: (stabiel weer) - wolkenloze zone, zonnig - geen neerslag - windstil - temp: id winter kouder in vgl met L, id zomer warmer in vgl met L tussen een lagedrukgebied en een hogedrukgebied in: - de aangevoerde luchtsoort zal het weer bepalen
54
Nakijken van oefeningen hierbij!!
zeer belangrijk!!