Fotosynthese Flashcards

(55 cards)

1
Q

Waar gebeurt de fotosynthese in een plant?

A

In de bladeren
In de bladgroenkorrels van de bladeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor is een chloroplast begrensd?

A

Door een dubbele membraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat het dubbele membraan van een chloroplast?

A

Een buiten en een binnenmembraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe noemen we de instulpingen van het binnenmembraan van een chloroplast?

A

De thylakoïden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een thylakoïde?

A

Een uitstulping van het binnenmembraan van een chloroplast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet een stapeling van thylakoïden?

A

Een granum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat bevind zich op de membranen van de thylakoïden?

A

Chlorofylmoleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar bevinden zich de chlorofylmoleculen?

A

Op de membranen van de thylakoïden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is verantwoordelijk voor de groene kleur van een bladgroenkorrel?

A

De chlorofylmoleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke moleculen maken de fotosynthese mogelijk?

A

De chlorofylmoleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat vangen chlorofylmoleculen op?

A

Lichtenergie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Door welke moleculen wordt lichtenergie opgenomen?

A

De chlorofylmoleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe heet de ruimte binnen de thylakoïden en de grana?

A

Het lumen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het lumen?

A

De ruimte binnen de thylakoïden en de grana.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet de vloeistof die de chloroplast opvult?

A

Het stroma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het stroma?

A

De vloeistof die de chloroplast opvult.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zit er in het stroma? (5)

A
  • Het DNA.
  • Lipidendruppels.
  • Zetmeelkorrels.
  • Vrije ribosomen.
  • Vrije eiwitten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

In welke twee deelreacties kan je de fotosynthese opdelen?

A
  • De lichtreactie.
  • De donkerreactie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is er nodig voor de lichtreactie?

A

Stralingsenergie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke deelreactie van de fotosynthese heeft stralingsenergie nodig?

A

De lichtreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke omzetting gebeurt er tijdens de lichtreactie?

A

Van lichtenergie naar chemische energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

In welke chemische bindingen wordt de lichtenergie tijdens de lichtreactie opgeslagen?

A
  • ATP.
  • NADPH.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welk afvalproduct ontstaat tijdens de lichtreactie?

24
Q

Waar vind de lichtreactie plaats?

A

In de thylakoïden van de chloroplast.

25
Wat gebeurt er tijdens de donkerreactie?
De overdracht van energie uit ATP en NADPH naar het meer stabiele glucose.
26
Wat is er nodig voor de donkerreactie?
Koolstofdioxide.
27
Waar vind de donkerreactie plaats?
In het stroma.
28
Wat is een andere naam voor de donkerreactie? (2)
- De Calvincyclus. - De lichtonafhankelijke reactie.
29
De is een andere naam voor de Calvincyclus?
De donkerreactie.
30
Hoe heet het complex aan moleculen in het membraan van de thylakoïden van een chloroplast?
Fotosysteem II
31
Wat is fotosysteem II?
Het complex aan moleculen in het membraan van de thylakoïden van een chloroplast.
32
Wat gebeurt er in fotosysteem II?
Een elektron komt vrij als een foton op een chlorofylmolecule valt.
33
Waar komt een elektron vrij als een foton op een chlorofylmolecule valt?
In fotosysteem II.
34
Hoe heet het doorgeven van een elektron van eiwit naar eiwit in de thylakoïden?
Een elektronentransportketen.
35
Door welke elektronen worden de elektronen afgegeven door de chlorofylmoleculen uit fotosysteem II aangevuld?
Door elektronen afkomstig van de waterstofatomen van een watermolecule.
36
Wat is een elektronentransportketen?
Het doorgeven van een elektron van eiwit naar eiwit in de thylakoïden van fotosysteem II.
37
Wat ontstaat er als water elektronen levert?
Er ontstaan zuurstof en waterstofionen.
38
Wat is de reactie voor het leveren van elektronen door water?
2(H2O --> 1/2 O2 + 2H+ + 2e-)
39
2(H2O --> 1/2 O2 + 2H+ + 2e-) is de voorstelling van...
Het leveren van elektronen door water.
40
2(H2O --> 1/2 O2 + 2H+ + 2e-) heeft als resultaat dat er een concentratieverschil aan H+ ontstaat. Dit noemen we...
Een protonengradiënt.
41
Een protonengradiënt is een...
Energierijke situatie.
42
Waaruit word ATP gevormd?
Uit ADP en Pi en energie.
43
Waar komt de energie voor de omzetting naar ATP vandaan?
Uit het terugstromen van de protonen van het lumen van de thylakoïden naar het stroma.
44
Waar komen de elektronen in de thylakoïdmembranen terecht?
In fotosysteem I.
45
Waarvoor worden de elektronen in fotosysteem I gebruikt?
Voor de aanmaak van NADPH uit NADP+
46
Wat is de reactie die binnen fotosysteem I gebeurt?
NADP+ + 2H+ + 2E- --> NADPH + H+
47
Waar gebeurt de volgende reactie? NADP+ + 2H+ + 2E- --> NADPH + H+
In fotosysteem I.
48
Wat is de functie van NADPH in cellen?
Het fungeert als elektronenoverdrager in meerdere reacties van de cel.
49
Wat is de globale lichtreactie?
H2O + NADP+ + ADP + P + licht --> O2 + NADPH + ATP
50
Welke reactie is dit: H2O + NADP+ + ADP + P + licht --> O2 + NADPH + ATP
De globale lichtreactie.
51
Wanneer kan er geen lichtreactie plaatsvinden?
Als de voorraad NADP+ en ADP is opgebruikt.
52
Doormiddel van welk proces word ADP en NADP+ geregenereerd?
De Calvincyclus (de donkerreactie).
53
Waarvoor wordt de energie, opgeslagen in ATP, gebruikt?
Om CO2 te reduceren tot glucose.
54
Hoe vaak moet de Calvincyclus doorlopen worden om één molecule CO2 om te zetten naar glucose?
Zes maal (vandaar C6H12O6)
55
Wat is de globale donkerreactie?
6(CO2 + NADPH + H+ + ATP) --> C6H12O6 + 6(NADP+ + H2O + ADP + P)