Voortplanting - Planten Flashcards
(58 cards)
Beschrijf voortplanting in het algemeen.
Zaadcel + eicel –> bevruchte eicel –> nieuw organisme.
Welk onderdeel van de plant speelt een centrale rol bij de voortplanting?
De bloem.
Waarbij speelt de bloem van een plant een centrale rol?
De voortplanting.
Wat is de bloembodem?
Het verbrede uiteinde van de bloemsteel.
Hoe heet het verbrede uiteinde van de bloemsteel?
De bloembodem.
Waarop staan alle bloemdelen ingeplant?
De bloembodem.
Welke kleur hebben kelkbladeren meestal?
Groen.
Wat is de functie van de kelkbladeren?
Bescherming tegen vrieskou en uitdroging.
Welke kleur hebben de kroonbladeren?
Een opvallende kleur.
Wat is de bloemkroon?
De kroonbladeren samen?
Waarop zitten de kroonbladeren?
In een kring op de bloembodem.
Welke functie hebben de kroonbladeren?
Lokken van insecten.
Wat zijn bloemdekbladeren?
Als de kelk en kroonbladeren dezelfde kleur hebben, zoals bij tulpen.
Wat zijn meeldraden?
De mannelijke voortplantingsorganen van de bloem.
Waaruit zijn meeldraden opgebouwd? (2)
- Een helmdraad.
- Een helmknop.
Waaruit is een helmknop opgebouwd?
Uit helmhokjes.
Waar staan de meeldraden?
in een kring op de bloembodem, net binnen de kroonbladen.
Wat vormt de helmknop?
Stuifmeelkorrels.
Waar staat de stamper bij de bloem?
Centraal op de bloembodem.
Waaruit bestaat de stamper? (3)
- Een stempel.
- Een stijl.
- Een vruchtbeginsel.
Wat bevindt zich in het vruchtbeginsel?
één of meerdere zaadbeginsels.
hoeveel eicellen draagt elk zaadbeginsel?
één eicel.
Welk voortplantingsorgaan is de stamper?
Het vrouwelijk voortplantingsorgaan van de bloem.
Wat is een stamperbloem?
Een vrouwelijke bloem.