Weefsels Flashcards

(33 cards)

1
Q

Wat is een weefsel?

A

Een weefsel is een groep cellen met een gelijke vorm en met dezelfde functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe noemen we een groep cellen met een gelijke vorm en dezelfde functie?

A

Een weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vijf verschillende weefseltypen onderscheiden we bij zaadplanten?

A
  • Dekweefsel.
  • Vulweefsel.
  • Transportweefsel.
  • Steunweefsel.
  • Deelweefsel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar vinden we het dekweefsel bij bladeren?

A

Aan het oppervlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zit er in het dekweefsel?

A

De huidmondjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaan de huidmondjes?

A

Huidmondjes worden gevormd door twee sluitcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe gaan de huidmondjes open?

A

Door de sluitcellen op te vullen met water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een ander woord voor de deklaag?

A

Het epidermis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een ander woord voor het epidermis?

A

De deklaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat bevind zich onder het epidermis?

A

Het vulweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is het vulweefsel groen?

A

De cellen van het vulweefsel zijn gevuld met chloroplasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een ander woord voor vulweefsel?

A

Het parenchym.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een ander woord voor het parenchym?

A

Het vulweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er in het parenchym? (2)

A

De fotosynthese en de celademhaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar in het blad bevinden zich de transportweefsels?

A

In de nerven van het blad, maar ook in de stengel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe noem je een bundel van transportvaten?

A

Een vaatbundel.

17
Q

Wat is een vaatbundel?

A

Een bundel van transportvaten.

18
Q

Welke twee soorten weefsels bevat een vaatbundel?

A
  • De houtvaten (het xyleem)
  • De bastvaten (het floëem)
19
Q

Wat is een ander woord voor houvaten?

20
Q

Wat is een ander woord voor het xyleem?

A

De houtvaten.

21
Q

Wat is een ander woord voor bastvaten?

22
Q

Wat is een ander woord voor het floëem?

A

De bastvaten.

23
Q

Waar vind je de bastvaten?

A

Aan de buitenkant van de stengel.

24
Q

Hoe worden organische stoffen getransporteerd door de bastvaten?

A

Door gaatjes in de horizontale wanden tussen de cellen.

25
Hoe herken je bastvaten?
Door de aanwezigheid van kleinere zustercellen.
26
Waar vind je de houtvaten?
in het centrum van de stengel.
27
Wat is de functie van de houtvaten?
Het vervoeren ven water en opgeloste stoffen vanuit de wortels tot boven in de plant.
28
Waar vind je het steunweefsel? (2)
- rondom de vaatbundels. - Onder het epidermis, aan de buitenkant van de stengel.
29
Wat is een ander woord voor het deelweefsel?
Het meristeem.
30
Wat is een ander woord voor het meristeem?
Het deelweefsel.
31
Waaruit bestaat het deelweefsel?
Uit kleine, niet-gedifferentieerde cellen.
32
Waarvoor zorgt het deelweefsel?
Voor de groei van de plant door delingsactiviteit.
33
Waar vind je het meristeem? (2)
Het meristeem (of deelweefsel) vind je vooral tussen de houtvaten en de bastvaten. Maar ook in de top van de stengels en de wortels van een plant.