GiACTIEEE Flashcards
(29 cards)
Paleografie
Het lezen, bestuderen en transcriberen van vroegere handschriften, en de context daarvan
Codicologie
Focus op de fysieke kenmerken, staat los van het schrift
Diplomatiek
De studie van oorkondes
Papyrologie
De studie van de materiële vorm op payrus
Majuskel schrift
Schrift waarin alle letters tussen 2 denkbeeldige lijnen staan, alles is dus even hoog
Minuskel schrift
Schrift met op en neergaande streepjes, met een basis, een boven en een onderlijn
Ductus
Beschrijving van de wat de kopiist deed toen hij de letters vormde
Cursief
Schrift met weinig penbewegingen, vaak zit het aan elkaar
Ligatuur
Als 2 letters aan elkaar worden verbonden dat ze hun vorm verliezen
Insulaire schriften
7e-8e eeuw: handschriftencultuur in GB en Ierland die in de nieuw gestichte kloosters plaatsvond
Kregen Latijn bij de Christelijke bekering in de 5e eeuw, veel hulpmiddelen voor de lezer
3 soorten schrift:
- Typische half unicaal
- Unicalen in navolging van Italiaans schrift
- Minuskel met veel half-unicaal met typische letters
Beneventaans schrift
11e eeuw: regionaal schrift in de abdij Monte Cassino en ontstond in de vroege ME waar vroeger centrum Romeinse wereld lag, de traditie van de Romeinse schriften bestond voort
Minuskel en vroegmiddeleeuwse schriften, stammen van halfunicaal en later Romeins cursief. Gebruik van ligaturen
Verspreidde zich snel vanwege prestige en bleef nog lang in gebruik, in de 11e eeuw werd het geperfectioneerd, formeel en volgens de vaste regels.
Gotische textualis
13e + 14e eeuw
Textualis = dichthoekig schrift in NW Europa vanaf de 12e eeuw tot einde ME
Gotisch naar de ontwikkelingen in de kunst, tegelijk met de opkomst universiteiten toen ook de boekproductie verschoof naar professionale instituten
Herkenbaar aan kortere stokjes met dikke verticale streken met rondere letters, minder ruimte tussen regels in 2 smalle kolommen naast elkaar
In de 12e eeuw worden er voor studenten vaak commentaren in glossen geschreven => layouts en regelpatronen
Unicaal
Dominant in de 4e tot 8e eeuw, verdween na val Romeinse Rijk, maar had een lange receptie en is een majuskel
Tegelijk is de overgang van boekral naar codex, met daarmee een nieuwe lay-out
Soms in scriptio continua en geen hoofdletter U
Weinig afkortingen
Karolingische minuskel
Vanaf het begin 8e eeuw onder Karel de Grote met grote nadruk op duidelijkheid en consistentie
Dominant in de 9e, 10e en 11e eeuw => model voor humanistische schriften, dus open en ruimtelijk
Gotische cursiva
Grote groep naast de textualis, vanaf de 13e eeuw werden documentaire schriften ook gebruikt voor boeken ipv text. => minder tijd en nam toe toen de volkstalen groeiden
Latere cursiva
14e/15e eeuw: humanisten gebruiken karolingische minuskel om Klassiek schrift te herstellen
15e eeuw: nieuwe humanistische minuskel => om snelheid te winnen ging men aan elkaar schrijven
1420: humanitische cursief. Tegelijk ook lopende schriften vanaf Gotische textualis => Gotische cursiva (tot in de 20e eeuw)
Discours
Een reeks uitingen/communicatie die een bepaald onderwerp, idee of sociale praktijk behandelt binnen een specifieke context
Hermeneutiek
19e eeuw met Dilthey: ware betekenis tekst achterhalen dor proces van verstehen
= inleven in auteur en intenties via de hermeneutische cirkel
Linguistic turn
Besef dat taal ook de werkelijkheid creëert
- Wittgenstein: taal en werkelijkheid geven vorm aan elkaar
- Derrida: betekenis van taal veranderd, continu proces van de constructie
- Foucault: tekst is manifestatie van een van vertoog => onderzoek naar discoursen in een tekst.
Tegelijk doet een discours ook iets. Hajer: gereproduceerd door praktijken, geeft de werkelijkheid ook vorm
Meerwaarde discoursanalyse
1: Verfijnen traditionele historische methoden
2: Blootleggen van sociale/ideologische positie auteur
3: Ontwaren bredere socio-culturele veranderingen
4: Verklaren historische veranderingen
Stappenplan
1: Context van de tekst
2: Externe tekst
3: Interne tekst
Aselecte steekproef
Geen voorkeur bij de selectie
Systematische steekproef
Volgt een patroon
Gestratificeerde steekproef
Begint altijd met alleen een jaar/groep/plek