ME 1 Flashcards

(307 cards)

1
Q

Humanisten

A

Geleerden die zich in de 13e/14e eeuw begonnen te profileren als opvolgers van het Romeinse Rijk. Komt deels het gangbare beeld van de Middeleeuwen vandaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Francesco Petrarca

A

Humanist die vooral terug wou naar het Ciceriaanse ideaal en dacht dat er een nieuwe gouden tijd was aangebroken door de herontdekking van teksten uit de Oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Poggio Bracciolini

A

Humanist die in naam van de paus bibliotheken afreisde en zo veel werken uit de Oudheid terugvond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cristoph Cellarius

A

17e-eeuwse geleerde die voor de verdeling van Oudheid-Middeleeuwen-Nieuwe Tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Evangeliën

A

Christelijk religieuze teksten van Marcus, Matteus, Lucas en Johannes over o.a. het leven van Jezus. Komen uit de 1e of 2e eeuw en zijn dus geen ooggetuigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Messias

A

Christelijk religieus idee van de terugkomst van Jezus op aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nieuwe Testament

A

Christelijk religieus boek met o.a. evangeliën, akten van apostelen, brieven van Paulus, brieven van andere apostelen en openbaringen van Johannes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oude Testament

A

Hebreeuwse Bijbel, ook nog steeds deel van de Christelijke Bijbel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gelasianus I

A

Paus (p. 492-496) aan wie het decretum gelasianum is toegeschreven, een lijst met Christelijke boeken, voornamelijk een selectie van het Oude en Nieuwe Testament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Decretum Gelasianum

A

Lijst van Christelijke boeken, voornamelijk een selectie van het Oude en Nieuwe Testament. Toegegeschreven aan paus Gelasianus I, maar eigenlijk anomien opgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kerkvaders

A

Vroege belangrijke Christelijke theologen: Athanasius, Gregorius, Basilius, Johannes, Ambrosius, Augustinus en Hiëronymus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Concilie

A

Een kerkvergadering waarin belangrijke afspraken worden vastgeled. Voorbeelden zijn: Nicae (325), Constantinopel (381), Ephesus (431) en Chalcedon (451)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Arianisme

A

Grote vroeg-Christelijke stroming, populair onder barbaren, geloofde dat Christus iets minder belangrijk was dan de vader en de heilige geest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mysterie-cult

A

Context waarin het Christendom ontstond, vergelijkbaar met culten rondom Mithras en Isis. Vergelijkbare elementen zijn de doop, eeuwige redding, heilig eten en een heilige vader. Fundamenteel anders omdat het draait om een daadwerkelijk persoon en het monotheïstisch is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hagiografie

A

Boek over het leven van een heilige.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Patriarchen

A

Bisschoppen van de belangrijkste gebieden: Alexandrië, Antiochië, Rome, Jeruzalem en later Constantinopel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Sisebut

A

Koning (r. 612-621) van het Visigothische rijk die met geweld de Joden probeert te bekeren om zijn eigen Christelijkheid te tonen. Leidde tot veel gedoe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Neoplatonisme

A

Klassieke cultuur die het Christendom sterk beïnvloedde: er was een god die men niet zag en niet kon benaderen, behalve door de mystiek. Deze godheid was de bron van alles en de menselijke ziel moest een terugweg naar die godheid zoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Philo van Alexandrië

A

Theoloog (13 BCE-50 CE), die dacht dat Joodse verhalen een abstracte symbolieke betekenis hadden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Concilie van Nicae

A

Concilie in 325 waarin er een verschil kwam tussen Arianen en Katholieken. Arianen werden vanaf nu beschouwd als ketters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

St. Ambrosius

A

(339-397): bisschop van Milaan en fel tegenstander van Arianisme, beweerde de kerkelijke autoriteit over de keizer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

St. Jeromus

A

(340-420): schreef een Bijbel in het Latijn na beschuldigen van te Ciceriaans te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

St. Augustinus

A

(354-430): Bisschop van Hippo na een late bekering. Schreef Confessions (levensverhaal) en de civitate dei, waarin hij mensen verdeelde in degene die wel in Gods stad en genade en die in de wereldlijke stad. Maakte daardoor wereldlijke zaken een stuk minder belangrijk, wat handig was na de plundering van Rome waar Christenen de schuld van kregen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Ascetisme

A

vorm van leven waarin zelfbeheersing centraal staat, kan leiden tot zelfpijneging of een kluizenaarsleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Gregorius I
Paus (p. 590-604), ook wel Gregorius de Grote genoemd, kwam uit Romeinse senatoren familie. Wilde het Katholieke Christendom verder verspreiden en heeft zo veel betrekking gehad op de Katholieke bekering van de Visigoten, Engeland en de Longobarden.
26
Clovis I
Merovingische leider (r. 481-502) die zich liet kerstenen, ook onder invloed van vrouw Clothilde
27
Clothilde
Vrouw van Clovis I, was al Christelijk en liet hem onder haar invloed kerstenen
28
St. Patrick
Monnik die volgens de overlevering in de 5e eeuw Ierland bekeerde tot het Christendom
29
Augustinus van Canterbury
1e bisschop van Canterbury die in 597 koning Aethelbert weet te bekeren, door o.a. de vrouw Bertha
29
St. Columba
Ierse monnik die het klooster Iona stichtte, waar vanuit weer andere kloosters gesticht werden.
30
Reccared
Koning van de Visigoten (586-601) die zich liet bekeren tot het Katholicisme door Leander, de bisschop van Seville, die een goede vriend van Gregorius I was
30
Longobarden
Barbaarse groep die in 568 het Italisch schiereiland bijna geheel veroveren, sommige waren heidens anderen Ariaans
31
Theodelinda
Koningin van Beieren, door invloed van Gregorius I wordt haar zoon, Adoald in 603, de eerste Katholieke koning van de Longobarden. Dit was een politiek strategische zet van Gregorius de Grote, die probeerde door meer eenheid te creëren conflicten te beëindigen.
32
Visigoten
Barbaarse Germaanse stam die in 418 het Iberische schiereiland veroverden, zelf waren ze Ariaans maar een groot deel van de bevolking was Katholiek. Toch was er geen conflict
33
Willibrord
Ierse monnik op missie naar Friesland, man van de langzame bekering. Bisschop van Utrecht, gestuurd door paus Sergius II
34
Bonifatius
Missionaris eerst naar Friesland, later naar Saksen. Werd een martelaar bij Dokkum.
35
Pastorale zorg
het zorgen voor de zielen van iedereen, een van de belangrijkste taken van de bisschop
35
Martin van Braga
Houder van een preek tegen de rustici, mensen die in bergen woonden die eigenlijk al Christen waren maar sommige oude gebruiken niet konden loslaten
36
Gregoriaans gezang
Ontwikkeling in de 6e en 7e eeuw van muziek in de kerkdienst om de boodschap nog beter te kunnen verspreiden
36
Paus
Bisschop van Rome, rol in ontwikkeling en dus in het begin nog niet zo van belang. Belangrijkste figuur in de westelijke Christelijke kerk, gebaseerd op het primaatschap van Petrus.
37
Comitatus
groep strijders gebonden door loyaliteit jegens een bepaalde aanvoerder
38
Slag bij Adrianopel
378: Visigoten verslaan keizer Valens, waarna hij ze aanspoort om meer in het westen te gaan zitten
39
Plundering van Rome
410: nav slag bij Adrianopel word Rome geplunderd door Visigoten olv Alaric, ook context van 'gekke' keizer Honorius, kantelpunt omdat hierna Augustinus de Christenen verdedigt door spirituele wereld belangrijker te maken dan de wereldijke, waarna dit steeds vaker terugkomt
40
Vandaals Koninkrijk
Koninkrijk van Vandalen in Noord-Afrika, houden continuïteit met Romeins en Punisch verleden
41
Atilla de Hun
Gevreesd barbaars krijgsheer die andere stammen als push factor het Romeinse rijk binnendrijft
42
Prosper van Aquitanië
Schrijver (390-465): Christendom is veel groter dan het Romeinse rijk en Rome is nog steeds het centrum van de religieuze macht
43
Caesarius van Arles
bisschop van Arles (470-542) tijdens het beleg van Arles waar hij iedere krijsgevange vrijkocht, waarschijnlijk om bekeringsredenen (van Ariaans naar Katholiek)
44
Theodorik
heerser over west-Romeinse rijk, na moord op Odovacer (r. 474-526), die continuïteit met Romeinen voortzet, wordt Augustus genoemd en organiseert spelen en deelt graan uit
45
Boetius
raadsman van Theodorik, maakte onderverdeling in trivium en quadrivium en schreef de 'consolation of philosophy' waarin hij duidelijk maakt dat spirituele macht belangrijker is dan wereldlijke macht, toch weinig Christendom, schreef en vertaalde ook veel traktaten
46
Cassiodorus
Nam taak als adviseur van Boetius over, schreef de Institutiones Divinarum et Saecelarium Literaum (543-555) als leeslijst, de Vevariae (staatsarchief), geschiedenis van de Goten en een spellingsgids. Stichtte een klooster waar de taak van het kopiëren van boeken begon.
47
Salische wetten
Collectie Frankische wetten opgetekend in de 6e eeuw
47
Dagobert I
Frankische koning (623-639) die juist het rijk unificeerde
48
Hofmeier
politieke functie in het Frankische rijk. Pepijn II maakte deze functie erfelijk waardoor de macht van de karolingers nog verder groeide
49
Arnulfingen
Familie van o.a. Arnulf van Metz die de Karolingers steunden
50
Martelaren
Eerste groep van Christelijke heiligen die al vroeg opkomen, komen op voor het geloof en blijven daar aan vasthouden, sterven vaak een brute dood, veel in Rome, prominent tot de 4e eeuw
51
Asceten
Christelijke heiligen, ook wel kluizenaars genoemd, zoeken stilte en allen op om zich te wijden aan het gebed en een innerlijke Christus. Gaan zich afzonderen en onthouden waardoor ze juist bekendheid krijgen, zoals de pilaarheiligen
52
Belijders
Christelijke heiligen die niet voor hun geloof zijn gestorven maar veel goede daden hebben gedaan, wonderen of Kathedralen hebben gesticht, vaak bisschoppen
53
Maagden
Christelijke heiligen, vrouwelijke martelaren die of sterven voor hun geloof of zich niet willen huwen maar zich aan God willen trouwen
54
relieken
een deel van een heilige of iets wat hem/haar te maken heeft waardoor dat kan dienen als voorspraak en zo dichter bij God staat
55
Stefanus
allereerste heilige, wordt gestenigd en 400 jaar later zijn lichaam ontdekt waardoor er een cult omheen staat. Heilige als verbindende culturele factor.
56
Martinus van Tours
Heilige, Romeinse soldaat die mantel afstaat en visioen krijgt. Wordt monnik, daarna bisschop van Tours, patroonheilige van de Merovingers die bewust zijn heiligencultus steunen en er zo een kerk in Utrecht voor hem wordt gebouwd. Universele heilige als onderdeel van de lokale identiteit
57
Cunera van Rhenen
Lokale heilige, vrouwelijke martelares, in de Late Middeleeuwen krijgt haar cultus een boost. Niet altijd een constante verering, maar onregelmatige oplevingen
58
Concilie van Efeze
341: Maria officieel de moeder van God waarna ze wordt aanbeden
59
Egeria
vroege pelgrim die alle Bijbelse plaatsen bezocht
60
St. Antonius
(250-355) begon in het oosten een ascetische levensstijl
61
Pachomius
Ontwikkelde een meer gematigd kloosterleven
62
Basilius de Grote
Ontwikkelde een meer moderaat kloosterleven
63
Columbanus
Ierse monnik die in Europa een aantal kloosters sticht met regels: was streng en asetisch, ook sterke hiërarchie
64
Benedictus van Nursia
maakte nieuwe meer gematigde regels, ora et labora, afkeer tegen rondreizende types, ook vrouwelijke variant door Scholastica
65
Getijden
Tijden wanneer er gebeden werd: metten, lauden en vespers zijn de belangrijkste. in totaal 7 keer per dag
66
Gregorius van Tours
Bisschop van Tours (538-594), bekend als auetuer van Decem Libri Historiarum, een geschiedenis van de schepping tot 591, vooral moraliserend en nadruk op spirituele leven
67
Fredegars kroniek
onbekende auteur, werk loopt tot ongeveer 643, neemt kroniek van Hiëronymus en Gregorius en vult deze verder aan
68
Isodorus van Sevilla
schrijver (560-636), schreef een encyclopedie, legt ook etymologie van woorden uit
69
Eusebius
Christelijke schrijver van het leven van Constantijn die erg Christelijk wordt neergezet
70
Donatie van Constantijn
Constantijn geeft macht over Rome aan paus Sylvester I, een legitimerende factor voor macht van de paus, maar document blijkt nu een vervalsing te zijn
71
Concilie van Chalcedon
451: lost breuk met monophysten (geloven dat God op aarde was geweest) op
72
Justinianus
Byzantijns keizer van (527-565), CIC, veroveringen in Afrika en Italië, vrouw Theodroa
73
Caesero-papisme
Keizer als paus, typisch Byzantijns
74
Nika-opstand
532: opstand in Constantinopel, begon met sportrellen maar wordt groot door onvrede over belastingen, Justinianus vermoord ze allemaal maar moet zich daardoor wel blijven legitimeren
75
Procopius
Schrijver (500-562) van veel boeken over Justinianus
76
Justiniaanse plaag
Pest in Byzantijnse rijk, ongeveer 20% van de bevolking sterft
77
Kosrow II
Perzische koning (r. 591-628), wordt afgezet, maar Byzantijnse keizer Mauritius steunt hem en wordt weer koning, als die sterft valt hij het rijk binnen, enorme overwinningen tot hij in 626 Constantinopel belegert en uiteindelijk in de slag bij Nineveh in 627 wordt verslagen en afgezet
78
Heraclius
Byzantijns keizer (610-641) die Kosrow II verslaat en zo de macht in het Perzische rijk laat imploderen waardoor de Arabieren dit gebied makkelijk kunnen veroveren
79
Slag bij Jarmoek
636: klein moslimleger verslaat het grote Byzantijnse leger van Heraclius, maakt het kalifaat dominant door definitieve uitputting van het Byzantijnse leger
80
Basilius I
Byzantijns keizer (r. 867-886) die zorgde voor een nieuwe groei van het rijk: opleving van steden, culturele bloei en bekering van de Balkan
81
Basilius II
Byzantijnse keizer (r. 976-1025) ook wel de bulgarenslachter genoemd. Zorgde voor de bekering van de Balkan met Cyrillus en Methodius
82
Vladimir I
Heerser van de Kiev Rus (r. 980-1015), bekeert zich tot het Oosterse Christendom
83
Mohammed
Geboren rond 571, handelaren familie, profeet van Allah, verenigde Arabische stammen
84
Hijra
Vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina
85
Bedouïnen
Woestijn nomaden, leefden vooral op het Arabisch schiereiland
86
Rechtgeleide kaliefen
Opvolgers van Mohammed: Abu Bakr (632-634), Umar (634-644), Uthman (644-656) en Ali (656-661); waren rechtstreekse afstammelingen van Mohammed
87
Qurasjh
Stam van Mohammed, eerste kaliefen kwamen van deze stam: Umayyad, stam in de Qurasjh
88
Sjiieten
Vonden dat Hussain, zoon van Ali kalief moest worden en dus dat de kalief een erfrecht was
89
Soennieten
Vonden dat de kalief gekozen moest worden uit de Qurashj stam
90
Al-Fitna
656-661: conflict tussen Sjiieten en Soennieten, werd erger toen Ali stierf en Hussain vermoord werd, eindigde in het Umayyaden kalifaat van Mu'Awiya
91
Umayyaden
(661-750): weten burgeroorlog te winnen, zorgen voor uitbreiding van rijk, maken Damascus tot hoofdstad
92
Mu'awiya
Umayyadische kalief (661-680)
93
Hadith
religieuze tekst, verhalen over het leven van Mohammed
94
Vijf pilaren van de Islam
Centrale gedachtes in de Islamitische theologie: er is maar een god en Mohammed is zijn profeet; vijf keer bidden per dag; vasten tijdens Ramadan; goede daden voor degene die het nodig hebben; pelgrimage naar Mekka
95
Jihad
Innerlijke strijd om een betere moslim te worden, ook een externe jihad tegen het ongeloof van anderen
96
Slag bij Qadissiyya
636: moslims tegen de Perzen
97
Slag bij Poitiers
732: slag tegen de Franken olv Karel Martel, verliezen de moslims, later gebruikt door rechts extremistische groepen
98
Mammelukken
Als er in de 9e eeuw opstanden komen tegen de kalief wordt dit een priveleger bestaande uit tot slaafgemaakten Christenen
98
Abbasiden
Dynastie (750-1258) die na onvrede onder de Mawali in 744 door de Abbasiddische revolutie aan de macht komen, Soennieten, uit de grote steden, Bagdad wordt nieuwe hoofdstad in 762, hectehn veel waarde aan centralisatie, ceremonie en cultuur
99
Fatimiden
Dynastie (909-1171) komen af van Fatima, vooral in Egypte, ontstaan door verzwakking van de Abbasiden, Sjiieten, stichten Mahdia, Al-Mansuriya en Cairo
100
Abu Abdallah
begon met de verovering van Noord-Afrika
101
Abdallah al-Mahdi Bilah
werd in 909 tot eerste Fatimidische kalief gekozen
102
al-Andalus
islamitisch rijk op het Iberisch schiereiland
103
Abd al-Rahman
Umayyadische prins (731-788) die vlucht naar al-Andalus en daar emir wordt en zo het emiraat van Cordoba sticht
104
Musa ibn Nusayr
in de tijd dat abd al-Rahman aankwam de gouverneur van het Iberisch schiereiland
105
Tariq ibn Ziyad
Verovert in 711 het Iberische schiereiland
106
Berbers
volkeren uit Noord-Afrika die leven op het Iberisch schiereiland
107
Emir
grote provinciale leider die de macht van de kalief erkenden, maar wel onafhankelijk waren
108
Abd al-Rahman III
emir van Cordoba (912-961) hoogtepunt van het emiraat van Cordoba, zorgde voor meer eenheiden voerde in 929 het kalifaat van Cordoba in, legitimeerde dat met zijn afstamming van de Umayyaden.
109
Al-Hakam II
emir van Cordoba (961-976), had grote bibliotheek
110
Al-Mansur
emir van Cordoba (976-1002), laatste, hierna viel het uit elkaar in kleinere koninkrijken waarna de Reconquista begon
111
Convivencia
het idee dat er samengeleefd werd met toleratnie
111
Ziryab
zanger vanuit Bagdad naar Cordoba waar hij veel gewoontes meenam: mode, hygiëne en voedsel
112
conveniencia
idee dat relaties tussen verschillende groepen goed was, zolang het van profijt was voor de regerende mensen
113
Reconquista
de herverovering van het Iberisch schiereiland
114
Slag bij Talais
751: moslim legers weten een Chinees leger te verslaan waardoor de Islam ook wordt verspreid in India
115
Harun al-Rashid
Abbasidische kalief (r. 786-809) die de cultuur enorm deed bloeien
116
Soefisme
mystieke stroming in de Islam, ontstond in de 7e/8e eeuw in Sjiietische kringen
116
Ayyubiden
Dynastie in Egypte (1169-1260) olv Saladin (3e kruistocht)
117
Mammelukken (dyn)
Dynastie in Egypte (1250-1516), stammen af van het priveleger van de kalief
118
Aghlabiden
Bestuurders van Ifriqiya (800-909)
119
Ziriden
Heersers over Ifriqiya (973-1152)
120
Almoraviden
Dynastie in West-Afrika en Spanje (1040-1147)
121
Seljuk
Turkse stam die uiteindelijk in 1055 Bagdad wisten te veroveren en de macht hadden, tot in 1258 de Mongolen Bagdad plunderden waarna ze pas in de 14e eeuw weer een dynastie konden vestigen. Verslaan in 1071 de Byzantijnen in de slag bij Manzikert.
122
Mozarabieren
Christenen in Al-Andalus
123
garnizoensteden
militaire nederzettingen zoals Fustat, Kairouan, Kufa, Basra
124
Mawali
veroverde mensen die zich tot de Islam bekeerden
124
verdrag van Tudmir
voorbeeld van een verdrag; 713: informatie, belasting en erkenning in ruil voor economische vrijheid, veiligheid en politieke en religieuze onafhankelijkheid
125
Dhimma
andere gelovigen naast moslims: Christenen, Joden, Zoroastriërs
126
shahadah
geloofsbelijdenis van de Islam
127
Jizya
extra belasting voor Dhimma
128
verdrag van Umar
637 toegeschreven maar waarschijnlijk uit de 9e eeuw: worden rechten en plichten van de Dhimma vastgelegd
129
harem
het vrouwelijk hof, hadden een band met de kalief, financieel onafhankelijk, belangrijkste was de moeder van de kalief en de moeder van de erfgenaam (kalief koos erfgenaam)
130
Subh
Baskische concubine van Al-Hakam II en moeder van Hisham II waarvan zij zelfs regentes was
131
Pepijn II
Hofmeier (r.680-714), veroverd vanuit Austrasië Neustrië in de slag bij Terty (687) en maakt hofmeierschap erfelijk
132
Karel de Grote
Koning en later keizer van de Franken (r. 768-814), veroveringen: Italië, Beieren en Spaanse Mars; Karolingische Renaissance om eenheid in het rijk te creëren, bekeerde de Saksen met geweld, in 800 tot keizer gekroond door paus Leo III, weten veel van hem door biograaf Einhard
132
Karel Martel
Hofmeier (r. 714-741), na de slag bij Soissons (718) heeft hij alle macht, verslaat een moslimleger in 732 bij Tours-Poitiers nadat Eudo van Aquitanië hem, en niet de koning, hul had gevraagd tegen de moslims raids
133
Pepijn de Korte
Hofmeier vanaf 741 maar uiteindelijk na een staatsgreep koning van de Franken (r. 751-768), hulp van paus Zacharius I in ruil voor de verdrijving van de Lombarden uit Italië
134
Chanson de Roland
Frans lied (1100) over de Spaanse Mars waarin wordt verteld dat de Basken de achterhoede van het leger aanvielen, later is dit veranderd naar moslims
135
Harun al-Rashid
Abbisdische kalief die goede contacten had met Karel de Grote: in 801 worden er giften uitgewisseld en krijgt Karel een olifant
136
Lodewijk de Vrome
Keizer van het Frankische rijk (r. 814-840), zet de politiek van Karel de Grote voort, maar krijgt ruzie met zijn zoons waardoor er een burgeroorlog uitbreekt. Na zijn dood wordt het rijk in drieën gedeeld.
137
Verdrag van Verdun
843: Frankische rijk wordt in drieën gedeeld; Lothar kreeg Lotharingen; Lodewijk de Duitser het Oost-Frankische rijk en Karel de Kale het West-Frankische rijk
138
Capitularia
wetteksten van Karel de Grote waarmee hij gebieden administratief kon controleren, bekenst is het capitularium van de Saksen. In de praktijk bleef er ook regionaal geweld etc. bestaan of was er alleen loyaliteit aan Karel zelf
139
Karolingische Renaissance
Idee dat tijdens de regering van Karel de Grote het intellectuele leven opbloeit door veel geleerden naar het hof te halen en een handschrift in te voeren: de Karolingische minuskel
140
Alcuin van York
Deel van de Karolingische Renaissance: produceerde schoolboeken en bedacht hoe het curriculum eruit kwam te zien
141
Theodulf van Orleans
Deel van de Karolingische Renaissance: hield zich vooral bezig met wetgevende teksten
142
Paulus Diaconus
Deel van Karolingische Renaissance: schrijft geschiedenis van de Longobarden
143
Walafrid Strabo
Deel van de Karolingische Renaissance: dichter
144
Hrabanus Marus
Deel van de Karolingische Renaissance: schreef vooral bijbelcommentaren
145
Lodewijk de Duitser
Koning van het Oost-Frankische rijk (r. 843-876)
146
Lothar
Keizer van het middenrijk Lotharingen (r. 840-855)
147
Karel de Kale
Koning van het West-Frankische rijk (r. 840-877)
148
Slag bij Lechfeld
955: Otto I verslaat Magyaaren waarna de raids stoppen en zich permanent gaan vestigen
149
Vikingen
Scandinavische mannen die rond 800 daaruit werden gedreven door verschillende factoren en aan het plunderen/handelen/vestigen sloegen. IJsland (870), Groenland (900s) en Newfoundland (1000)
150
Arnulf
Koning van het Oost-Frankische Rijk (r. 887-899) die in 891 van de Vikingen wist te winnen
151
Karel de Eenvoudige
koning van het West-Frankische rijk (r. 898-922) die in 911 een deal sloot met Rolf om in Normandië een bufferzone te creëren tegen Vikingaanvallen
152
Althing
Jaarlijkse vergadering van vrije mannen op IJsland, vanaf 930
153
Ibn Fadlan
Diplomaat van het hof aan Bagdad, op missie in de 10e eeuw naar de Bulgaarse koning, maakt op die reis een Vikingbegrafenis mee die hij vastlegt
154
Citizen science
'Gewone' mensen die aan wetenschap doen, redne dat we veel weten van de Vikingtijd
155
Slag bij Eddington
878: slag waarin Alfred de Grote de Vikingen in Engeland verslaat
156
Beda
8e-eeuwse Engelse schrijver, komt met narratief dat toen de Schotten en Picten Engeland vanuit het noorden binnenvielen de Britten de Angelen, Saksene en Juten hebben gevraagd om hen te helpen
157
Koning Arthur
Legende met narratief dat hij (een Brit) 12 slagen wint tegen de Saksen (9e eeuw) Welsche monnik Nanniun, later Arthur als geweldige koning van Geoffry van Monmouth (12e eeuw); Cadbury Castle als Camelot
158
Synode van Whitby
664: in Engeland wordt het Roomse geloof ipv het Ierse geloof de norm
159
Sutton Hoo
Belangrijke archeologische vindplaats in Engeland; 625: begraven schip met grafgiften met Saksische en Christelijke elementen
160
Beowulf
Sage, waarschijnlijk mondelijke traditie uit de 7e eeuw, opgetekend rond het jaar 1000
161
Groot Heidens Leger
Vikingen die in 865 in Engeland aankomen, East-Anglia en daar een groot gebied veroveren
162
Danelaw
Het gebied van de Vikingen in Engeland naardat ze in 878 in de slag bij Edington zijn verslagen door Alfred de Grote
163
Alfred de Grote
Koning van Wessex (r. 871-886) die in de slag bij Eddington (878) de Vikingen verslaat. Patroon van het intellectuele leven en laat Latijnse teksten vertalen naar het Angelsaksisch. Shires and hundreds en burghs voor de verdediging
164
Ethelfeld
Dochter van Alfred de Grote, koningin van Mercia (r. 900-918) legde samen met Edward de basis voor een Engels koninkrijk
165
Edward
Koning van Wessex (r. 899-924), zette politiek van Alfred de Grote voort en legde samen met Ethelfeld de basis voor een Engels koninkrijk
166
Ethelred
Koning van Engeland (r. 978-1016), slechte heersers en moest weer tribuut aan Vikingen gaan betalen
167
Knoet
Koning van Noorwegen, Denemarken en Engeland (r. 1016-1035)
168
Edward de Belijder
Koning van Engeland (r. 1042-1066)
169
Karel de Dikke
Koning van het Oost-Frankische, maar later ook West-Frankische rijk (r. 876-887)
170
Robert I
Koning van het West-Frankische rijk (r. 922-923) met steun van aristocraten
171
Rudolf
Koning van het West-Frankische rijk (r. 923-936), schoonzoon van Robert I
172
Lodewijk IV de Overzeese
Koning van het West-Frankische rijk (r. 936-954), eigenlijk puppet king van Hugo de Grote
173
Lothar I
Koning van het West-Frankische rijk (r. 954-986), eigenlijk puppet koning van Hugo de Grote, die nog meer macht en gebied verkrijgt
174
Lodewijk V
West-Frankische koning (r. 986-987)
175
Hugo Capet
West-Frankische koning (r. 987-996), zoon van Hugo de Grote en de start van de Capetingische dynastie
176
Ile de France
Regio om Parijs
177
Godsvredebeweging
beweging (930-1030) die geweld wilt limiteren door te verbieden dat men op bepaalde dagen niet mocht vechten en geweld bij kerken en tegen armen te verbieden, had in de praktijk waarschijnlijk weinig effect.
178
Gerberga
Zus van Otto I, trouwde met Lodewijk IV de Overzeese
178
Hadewich
Zus van Hugo I, trouwde met Hugo de Grote
179
Bruno van Keulen
Broer van Otto I, wordt regent van Lothar I
180
Stijgbeugel
Uitvinding waardoor ridders, professionele soldaten, opkwamen
181
Feodalisme
Politiek systeem waar land door een leenheer in bruikleen aan een leenman/vazal wordt gegeven, vazal verplichtte zich tot trouw, militaire steun en grondbewerking (feodalisme als bredere term voor een afhankelijke situatie, dus manoralisme en leenstelsel een onderdeel van feodalisme)
182
Henrik de Vogelaar
Hertog van Saksen en vanaf 919 ook koning van het Oost-Frankische rijk (r. 912-936), legde de basis voor de Ottoonse macht; macht door behoefte nav vikingen en magyaren om samen op te trekken
183
Otto I
Koning van Duitsland, vanaf 962 keizer, (r. 936-973), verslaat de Magyaaren, dwingt bij anderen macht af en wordt koning, om autoriteit te houden zet hij familie en vrienden op hoge posities
184
Otto II
Duitse keizer (r. 973-983), breid rijk verder uit in Noord-Italië
185
Otto III
Duitse keizer (r. 983-1002), eerst is moeder Theophanu regent voor hem, vanaf 996 daadwerkelijk alleenheerser
186
Theophanu
Van 983-996 regent voor Otto III na strijd met Hendrik de Twistzieke; Byzantijnse prinses, neemt Sint Nicolaas mee en assimileert best wat van de Duitse cultuur, vaak in Duitse kunst afgebeeld zoals de rest
187
Henrik II
Koning van Duitsland (1002-1024), zoon van Henrik de Twistzieke, start van de Salische dynastie
187
Henrik de Twistzieke
Ruzie met Theophanu over wie het regentschap van Otto III mocht krijgen, uiteindelijk wordt zijn zoon in 1002 keizer
188
Sylvester II
Eerst Gerbert van Aurillac, monnik, veel kennis door studie in Vic, neemt abacus en arabische getallen mee naar Europa, wordt paus van 999-1003 door Otto III
189
Crescenten
Belangrijke familie in Rome, in 998 vermoord Otto III Johannes Crescentius II, maar in 1001 moet Otto III zelf vluchten uit Rome. Conflict om macht van Otto in Rome zelf.
190
Miezko I
Hertog van Polen (r. 960-992) die zijn hertogdom wilt uitbreiden door bekering tot het Christendom
191
Boleslav I
hertog van Polen (992-1025), in 1025 verheven tot eerste koning van Polen
192
Adalbert van Praag
missionaris gestuurd door Ottonen naar oostgrens van het rijk, wordt in 982 bisschop van Praag, moet echter een aantal keer vluchten en wordt vermoord, en sterft een martelarendood
193
Adalbert van Maagdenburg
Leraar van Adalbert van Praag, 1e bisschop van Maagdenburg
194
Geza
Vorst der Magyaren (r. 972-997), laat zich door missionaris gezonden door Otto I dopen tot Christendom
195
Stefanus I
Eerst vorst van magyaren, maar later door paus Sylvester in 1000 gekroond tot koning van Hongarije (r. 997-1038)
196
Mathilda
Moeder van Otto I, mastermind als het gaat om dat haar kinderen een belangrijke positie krijgen
197
Edith
1e vrouw van Otto I, komt uit Wessex, kleindochter van Alfred de Grote, relevant als raadgever van Otto I
198
Adelheid
2e vrouw van Otto I, was politiek machtig, raadgever maar bleef ook in gebieden als regent als Otto I daar weg was
199
Hroswitha van Gandersheim
Abdes, dichteres en scrijver
200
Mathilde II
nicht van Otto II, abdis van Essen en zo een patroon van religieuze kunst
201
Caesar Baronius
Komt in de 17e eeuw met het idee van de 10e eeuw als the age of iron
202
Edward Gibbon
komt met het idee van de 10e eeuw als age of ignorance
203
Manoralisme/hofstelsel
idee dat de landheer zijn land liet bewerken door horigen die vast zaten aan dat land
204
Umma
Iedereen die Islamitisch gelovig was hoorde bij deze gemeenschap der gelovigen, wat contact vermakkelijkte
205
Leo III (keizer)
Byzantijnse keizer (r. 717-741) die iconen verbied en start met het iconoclasme
206
Icoon
Praktijk in het oosten, ging om het zichtbaar maken van de hemelse werkelijkheid, verbeeld het oerbeeld van de heilige en heeft dus ook de kracht van de heilige, op houten paneel volgens een aantal regels geschilderd en gaat dus veel dieper dan alleen een afbeelding
207
Iconoclasme
Het kapot maken/verbieden van iconen
208
Irene
Byzantijnse keizerin (r. 797-802) die stopt met iconoclasme, iconoclastische bisschoppen verwijderd en zo alles weer terugdraait
209
Concilie van Frankfurt
794: concilie waarin iconen veroordeeld worden en Karel de Grote van de kerkelijke doctrine ook daadwerkelijke wetten gaat maken
210
Yaroslav de Wijze
Vorst van Kievse rijk (r. 1019-1054), wordt vorst met hulp van Polen en het Salische rijk, vergroot territorium van de Kiev Rus
211
Izjaslav
Prins van Kiev (r. 1054-1078)
212
Egbert Psalter
Boek uit de 10e eeuw met psalmen voor de bisschop van Trier, in de 11e eeuw komen er echter Oosterse invloed in het boek doordat het in bezit was van Gertrude, nu claimen meerdere landen het als 'hun' erfgoed
213
Gertrude
dochter van Miezko II en vrouw van Izjaslav, half Poolse, half Ottoonse die trouwt met de prins van Kiev die orthodox Christen is
214
Miezko II
Koning van Polen (r. 1025-1034) trouwt met Richeza van Lotharingen, een afstammeling van de Ottonen
215
Richeza van Lotharingen
Vrouw van Miezko II en zo de moeder van Gertrude, stamt af van de Ottonen: haar vader trouwde met een zus van Otto III
216
Valkhof
Gebouwd in de 8e eeuw door Karel de Grote, maar in 882 verwoest door Vikingen, in de 11e/12e eeuw herbouwt door Frederik Barbarossa
217
Christelijk commune ideaal
Ideaal van de verdeling in drie groepen: oratores (biddende), bellatores (vechtende) en laboratores (werkende)
218
Peter Abelard
(1079-1142), filosoof, zag de aarde als Gods creatie die zelf kon functioneren => wonderen waren daarom zeldzaam en minder rechtszaken door beproeving
219
Eerste Kruistocht
(1096-1099) startte omdat Alexius Comnenus (r. 1081-1118) paus Urbanus II (p. 1088-1099) om hulp vroeg tegen de Seljuk, om Jeruzalem terug te veroveren, was rampzalig voor Byzantijnse rijk
220
Vierde Kruistocht
(1202-1204): resulteerde uiteindelijk in de plundering van Constantinopel in 1204, waarna het pas in 1261 gerestaureerd werd
221
Michael VIII Palaiologos
Byzantijnse keizer (r. 1259-1282) die in 1261 het Byzantijnse rijk in Constantinopel restaureerde
222
Taifas
klein bestuurlijke eenheid van een Islamitisch rijk
223
Middeleeuws Klimaatoptimum
periode tussen 800-1300 waarin het langer warm, beter voorspelbaar en dus meer voedsel was in Noordwest-Europa, maar in andere gebieden zoals de Levant waren er juist negatieve effecten
224
Parochies
Gebied dat bestuurd werd door lokale kerken en priesters, kregen inkomsten door hun eigen land, tienden en oblaties
225
Waar komt het gangbare beeld van de Middeleeuwen vandaan?
Renaissance, Romantiek en series/games
226
Dingen die later aan Christus toegeschreven zijn:
Niet alleen zoon van god, maar ook god zelf Heeft zichzelf geofferd om mensen van hun zonden te verlossen Zal een 2e keer terugkomen om zielen te beoordelen
227
Originele Christus:
Joodse prediker, leider van een religieuze beweging die het Jodendom op een andere manier intrepeteert,, teruggekomen en messias genoemd
228
Overeenkomsten Christendom en andere mysterie-culten:
Doop, eeuwige redding, heilig eten, heilige vader
229
Nieuwe dingen van het Christendom
Draait om een daadwerkelijk persoon Monotheïsme maakt dingen simpel
230
Structuur van de kerkelijke hiërarchie
priesters -> bisschoppen -> aartsbisschoppen -> patriarchen
231
Seculaire taak bisschop
regeerde stad: verdediging, justitie, administratie, infrastructuur benoemen en discipline houden van clerici
232
Spirituele taak bisschop
Hoofdpersoon die Christendoom vertegenwoordigde en verdedigde => verantwoordelijk voor de verspreiding van het Christendom
233
Patroon van kerstening
Begint met bekering van de koning, waarna de rest van de bevolking zou volgen Rol van koning binnen barbaarse gemeenschappen wordt religieus: wordt gezalfd, roept concilies bijeen en stelt bisschoppen aan Aan de andere kant was het misschien goed genoeg om te zeggen dat je Christen was om een Christen te zijn
234
Vroege Middeleeuwen op Italisch schiereiland
Economie: terugval in bevolkingsdichtheid, verminderde koopkracht Administratie; fiscale systemen werden simpeler of verdwenen Organisatie: diversificatie op vlak van sociale hiërarchie (rijkdom ipv afkomst) Intellectuele cultuur: van aristocratie naar clerici (shift in bronnenmateriaal) Identiteitsvorming: meer regionale diversificatie, ieder eigen richting Machtsstructuren: koning is in groeiende mate afhankelijk van lokale machten
235
Merovingers
Sterk in administratie geweld om positie te beschermen militaire successen en expansie continuïteit met Romeins verleden en cultuur complexe banden met lokale aristocratie Katholiek en goede relatie met de Kerk Sterke erfopvolging (koninginnen)
236
Pepiniden
machtelijke adellijke familie waren als hofmeiers de de facto heersers gesteund door Arnulfingen militaire successen steun vanuit de kerkelijke hoek vanaf Karel Martel de Karolingers
237
Heiligen
Gaan om de kern van het Christendom: staan dichter bij God en kunnen dus dienen als voorspraak/tussenpersoon, later krijg je dus bewijzen dat ze dichter bij God staan (wonderen). De letterlijke plaats van heiligen is dus ook belangrijk, kan door een geografische plaats of een reliek. Men werd vroeger heilig als men vond dat diegene heilig was.
238
Klooster
cluster van verschillende gebouwen, veel financiële middelen, kennisinstituut waar veel geschreven en gelezen werd
239
Continuïteit Byzantijnse rijk en Romeinse rijk
Men dacht en vond zelf dat er continuïteit was: praatte over zichzelf als Romeinen en claimen historische erfenis Rechtssysteem zoals ontwikkeld onder de Romeinen geld juist nog in Byzantium met legitimatie van wetten dmv Romeinse keizers Legitimatie van heerschappij keizer door brood en spelen, paleizen en keizerlijke fora etc. Functioneert vergelijkbaar met het Romeinse rijk
240
Discontinuïteit Byzantijnse rijk en Romeinse rijk
Centrum van de macht naar oosten: Constantinopel als centrum Byzantijns keizerschap is nadrukkelijk Christelijk vanaf het begin Byzantijnse kunst is op een geleidbare schaal distinctief geworden (stijl hetzelfde, maar geheugen anders) Keizerlijke kerken Rol van de patriarch (er is maar een god, dus keizer kan geen god zijn, waardoor de patriarch dus een tegenmacht vormt waar de keizer ook moeilijk vanaf kan komen, dus voortdurende strijd over wie er dichter bij God staat en zo de belangrijkste persoon in de kerk is en de leer dus beslist, in de praktijk blijft dat de keizer omdat hij bij concilies een groep soldaten meeheeft)
241
Waarom weten we veel over de periode van Justinianus?
Boeken van Procopius Bekend geworden door Nika-opstand Veel aandacht door Justiniaanse pest
242
Byzantijnse tijdindeling
Vroeg Byzantijns (330-700): van heidense goden naar Christelijke god, restoratie van Justinianus Midden Byzantijns (700-1204): continue krimp en territioriale herziening, iconoclasme, verschillende dynastieën, Constantinopel ingenomen door kruisvaarders Laat Byzantijns (1204-1453): disintegratie en fragmentatie, val van Constantinopel
243
Waarom is er de Islamitische wens om uit te breiden?
Verspreiding van de macht van Islamitisch gezag Controle en uitbreiding handelsroutes Influx van buit Manier om meer soldaten te krijgen en eenheid binnen Arabische stammen te garanderen
244
Militaire successen van het moslimrijk
636: slag bij Jarmoek 636: slag bij Qadissiyya 637: verovering Jeruzalem 642: verovering Egypte 651: verovering Sassanidenrijk 696: inname Carthago 711: oversteek naar Iberisch schiereiland 712: verovering Pakistan 732: slag bij Poitiers 744: verovering Centraal-Azië
245
Waarom waren Islamitische legers zo militair succesvol?
Goede militaire organisatie met goede aanvoerlijnen Ervaring met door woestijn reizen (bedouïen) Goed georganiseerde staat en ideologie Goed georganiseerde beloningen voor vechters en nabestaanden Verzwakking tegenstanders door interne problemen: Perzen (dynastiek), Byzantium (religieus), Visigoten (dynastiek)
246
Karolingische beeldcultuur
uitdragen van Christelijke identiteit: sacramentium van Drogo (850) dom van Aken Utrecht psalter (830-840)
247
Oorzaken van reislust Vikingen:
Overbevolking: vruchtbaar gebied in Scandinavië is klein Gift-giving: traditie in de uitwisseling van geschenken en dus een nood aan luxe goederen Centralisatie: heersers krijgen een groter gebied waar ook verliezers van zijn Schepen: zeewaardig en snel Kans: just because you can Cultus van persoonlijke vechtlust en roem
248
Kerstening van Engeland
in 597 komt Augstinus aan bij koning Aethelbert die al via vrouw Bertha Christelijke sympathieën had. Ook koning Raedwald van East Anglia had een Christelijk altaar, en later koning Edwin van Northumbria wordt Christelijk in 627. Was echter getrouwd met dochter van Aethelbert, en had dus ook al Christelijke sympathieën.
249
Ottoons koningschap
Rondreizend hof Geheiligd koningschap Bisschoppen als politieke figuren
250
Handel en innovaties in de 10e eeuw
Arabieren zorgen voor culturele uitwisseling: religieuze tolerantie, idee van de umma en Islam spoort aan dat je Arabisch kan Interesse in de wereld: Beatusmap in de 9e eeuw als schematische weergave naar de Tabula Rogeriana van Mohammed al-Idrisi (1154) die realistischer is Papier: vooral in de Arabische wereld (10e eeuw), in Europa nog lang perkament gebruiken omdat papier vooral voordelig is in een droog klimaat
251
Christelijke verdeeldheid tussen oost en west in de 10e eeuw
Leiden van de kerk: paus of keizer Iconen: vereren of verbieden Taal: grieks of latijn
252
Waarom is het OT een deel van de Bijbel
Eerste Christenen waren Joden Geeft bewijs voor Jezus als messias
253
Abd al-Malik
Umayyadische kalief (r. 685-705)
254
Verschil Angelsaksische en Frankische kerkstructuren
Angelsaksisch: Kerkstructuur van onderaf, 'minsters' Frankisch: Bisschoppen veel politieke macht, kloosters onder patronage elite
255
Edwin
Koning (r. 616-633) van Northumbria,wordt Christelijk in 627, maar was getrouwd met de dochter van Aethelberth en had dus al Christelijke sympathieën
256
Ceolwulf
Koning (r. 729-737) van Northumbria, wordt uiteindelijk monnik
257
Offa
Koning (r. 757-796) van Mercia, had een significante geldmarkt en internationale ambities, maakt afspraken met Karel de Grote over zijn burgers die in Frankische rijk berecht worden en over rondreizende missionarissen
258
Raedwald
Koning (r. 599-624) van East-Anglia, had een altaar voor Christus en een altaar met heidense figuren erop. Geeft aan dat hij dus al Christelijke sympathieën had voor de bekering van Engeland
259
Voordelen van de Arabische wereld
Religieuze tolerantie Idee van de Umma Gemeenschappelijke taal
260
Continuïteit met moslim overheersers
Gaat vooral over het bestuur: administratieve functies, ambtenaren en bestuurstaal
261
Verandering met moslim overheersers
Arabisch als voertaal Eigen munten Ontstaan van een postdienst
262
Domestic proselytization
Het idee dat koninginnen hun rijk Christelijk lieten worden
263
Odoaker
Koning van Italië (r. 476-493) nadat hij Romulus Augustus had afgezet en tot hij door Theodorik werd vermoord. Was de leider van een vazalstam van de Hunnen.
264
Leo I
Paus (p. 440-461) die volgens de overlevering een tweede plundering van Rome wist te voorkomen (452), waarschijnlijker is dat de Hunnen zich terugtrokken door de warmte etc.
265
Waarom mochten de Visigoten door het Romeinse rijk reizen
Keizer Valens (r. 364-378) van het Oost-Romeinse rijk had medelijden met hen, omdat ze Christelijk waren en een conflict met Atilla de Hun hadden. Nadat de Visigoten ernstig onderdrukt werden in het Romeinse Rijk kwamen ze in opstand, wat uiteindelijk zou leiden tot de slag bij Adrianopel (378). Na de dood van Valens sluit Theodosius vrede met de Visigoten, en gebied ze om meer naar het westen te gaan.
266
Wat zegt Edward Gibbon over de migratie van Barbaarse stammen
op het moment dat barbaarse stammen de grenzen oversteken is de scheidslijn tussen beschaving en barbaren weg. In werkelijkheid is het zo dat de scheidslijn tussen barbaren en Romeinen meevalt en dat verschillende stammen op verschillende momenten met een andere identiteit in contact met Rome komen
267
Waarom was West-Europa geschikt voor landbouw rond 500
Goed klimaat Rijke aarde Veel bos Brede rivieren Toegankelijke kustlijn
268
Gevolg van de komst van Kelten
Romeins burgerschap werd vervangen door een strijder ideologie => Romeinse en barbaarse elite werden samen de aristocratie
269
Trivium en Quadrivium
Trivium: retorica, grammatica, dialectiek Quadrivium: wiskunde, geometrica, muziek, astronomie
270
Reguliere geestelijken
geestelijken die de regels van monniken moesten volgen
271
Seculiere geestelijken
geestelijken die de regels van de bisschop volgden, en dus zich vooral bezighielden met de pastorale zorg
272
Verandering in de Byzantijnse kunst
Verandering naar het Christendom => type beelden veranderen naar Christelijke verhalen die het standaard narratief worden => in de kunst krijgt men dus een ander geheugen, maar de stijl blijft ongeveer gelijk
273
Hoe laat Justinianus het cultureel geheugen verschuiven
Door bijvoorbeeld te zeggen dat hij Salomon, degene die de tempel in Jeruzalem heeft gebouwd, heeft overtroffen met de bouw van de Hagia Sophia. Dat is dus een Christelijke verwijzing.
274
Redenen waarom Justinianus een breekpunt is
Wederopbouw van Constantinopel Uitgave van het Corpus Iuris Civilis Poging tot verovering van het westen
275
Qurajsh
Stam waaruit Mohammed kwam, binnen deze stam kwam hij uit de umayyad stam
276
Zacharius I
Paus (p. 741-752) die Pepijn de Korte tot koning kroonde in 751 in ruil voor de de verdrijving van de Longobarden uit Italië
277
Leo III (paus)
Paus (p. 795-816) die Karel de Grote in 800 tot keizer kroonde, kon op dat moment omdat keizerin Irene aan de macht was in het oosten. Had gevolgen: belediging voor keizerin Irene, heropleving van het Romeinse rijk en het was de vertegenwoordiging van de alliantie tussen paus en heerser
278
Hoe probeerde Karel de Grote en Lodewijk de Vrome een economische boost te geven aan het Frankische rijk?
Zilverkwaliteit hoog houden Bescherming van handelaren Verbetering van infrastructuur Verwelkoming en bescherming van Joden
279
missi dominici
Zendgraven, ambtenaren die in delen van het rijk de uitgevaardigde wetten controleerden. Karel de Grote bleef ondanks deze maatregel afhankelijk van lokale edelen en er bleef regionaal geweld bestaan
280
Intellectuele trends na Karel de Grote
Geleerden gingen zich toewijden aan encyclopedieën Monastieke hervormingen door Benedictus van Aniane, die van Lodewijk de Vrome toestemming kreeg om bezochte kloosters te hervormen (817) Neoplatoonse ideeën werden belangrijk door John Scottus Eriugena, die Griekse filosofische werken vertaalde, die soms naar het pantheïsme neigden
281
John Scottus Eriugena
Vertaler van Griekse filosofische werken naar het Latijn, vertaalde o.a. 'On the Celestial History', een neoplatoons werk dat naar het pantheïsme neigt (de overtuiging dat alles goddelijk is en er dus geen antropomorfe god is)
282
Viking economie
Draaide vooral om graan, vis en handel. Veel conflict om het beschikbare land. Handel was dan vooral in walrusivoor, amber, pijlen, zwaarden, honing, bijenwas, maar vooral in bont en slaven. Ook rappoteert Constantijn VII van Byzantium dat ze in schepen handelen.
283
Typerend voor onderzoek naar Vikingen
Vaak naar gekeken als bron van angst, chaos en geweld
284
Vikingen als reden voor uiteenvallen Karolingische rijk
Vikingen vallen snel en gericht aan en dus kan een centrale koning daar niet zo veel tegen doen. Men is dan aangewezen op lokale nobelen met kleine legertjes, waardoor er dus meer steun is naar de lokale heerser en zo ook meer loyaliteit.
285
Vikingen als symptoom voor uiteenvallen Karolingische rijk
De stabiliteit van een rijk in de vroege Middeleeuwen was erop gebaseerd om zoveel mogelijk influx van buit te krijgen, waarvoor dus ook territoriale expansie nodig was. Vikingen waren succesvol en dus waren er minder middelen om het rijk in stand te houden.
286
Patroon van plunderingen door Vikingen
Van hit run naar rond 830/840 meer grotere vloten en groepen. Komt doordat vanuit de gevestigde heersers blijkt dat deze manieren winstgevend zijn
287
Waarom weten we veel van de Vikingtijd
Spreekt tot de verbeelding Interesse van burgers => citizen science IJs smelt weg
288
archeologie over verhaal van Beda
Bijna geen resten van originele Britse cultuur op de plekken waar de Saksen zich gaan vestigen Saksen nemen gewoontes van Britten in de landbouw over In de grafcultuur blijven er verschillende gewoontes bestaan => aan de ene kant narratief van drie verschillende groepen, maar archeologie wijst vooral op assimilatie en mengeling
289
Centrale Middeleeuwen
(1000-1300): tijd van groei van graan, bevolking, steden, universiteiten, kloosters, macht van paus en koning, intolerantie
290
Slag bij Manzikert
1071: Seljuk verslaan de Byzantijnen die ook Klein-Azië en Bari verliezen
291
Landbouwrevolutie
Middeleeuws klimaatoptimum Agrarische transformatie die basis legt voor het kritische denken voer religie, politiek en cultuur In het noorden graan en bier In het zuiden olijven en wijn Meer land dat gecultiveerd werd Rotatie-systeem met drie velden (drieslagstelsel) Technologische verbeteringen => bevolkingsgroei, betere levensstandaard, specialisatie
292
Het dorp in de Centrale Middeleeuwen
Kernachtige dorpen begonnen rond 1000 te ontstaan, land opgedeeld in lange stroken, ploegen etc. werden gedeeld, kleine moestuin naast eigen huis
293
Landgoed in de Centrale Middeleeuwen
In de 11e eeuw een versnelling in opkomst, boeren waren vrij of lijfeigene of een hybride status daartussen in, landheer profiteerde van productie, belasting en juridische rechten
294
Parochie in de Centrale Middeleeuwen
Parochie was een kleine religieuze gemeenschap, priesters profiteerden van hun eigen land, tienen en oblaties, waren vaak de grootste bouwwerken op het platteland en een centrum van feest
295
Leven in de Centrale Middeleeuwen
Leven was gebonden aan seizoenen, leefomstandigheden waren slecht, vee in huis, mannen veldwerk en vrouwen/kinderen assisteerden hun, angst voor een vloed of droogte => over het algemeen verbeterde het leven in de 11e en 12e eeuw omdat er een hoge vraag naar boeren was, maar in de 13e eeuw draaide dit om