Histo Flashcards

(87 cards)

1
Q

history

A

De vormen waarin het verleden is hersteld, over nagedacht, over gesproken en over geschreven wordt, het gaat dus gewoon over het verleden zelf => een bepaald type geschiedschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

History

A

het patroon van gebeurtenissen, voor degene die daarin geloofden, dys meer het geschiedverhaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Soemerische koningslijstlijst

A

vroegste chronografische werk uit het oude nabije oosten, maar ook de Babyloniërs en Assyriërs waren vroeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Herodotus

A

Griekse historicus
Gebruikt als eerste het woord historie, maar meer als onderzoek
Beschreef eigen oordelen en bedenkingen
Onderzocht waarom iets gebeurde
Vertrouwde op orale cutluur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Josephus

A

Joodse geschiedschrijver, de rest van de claims op de historiciteit van de Thora van de Joden blijken niet helemaal te kloppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Thucydides

A

Zelf generaal in Peloponessische oorlogen
Schrijft voor een doel publiek
Insider om te snappen
Heeft compleet zelfvertrouwen
Kijkt minder ver terug in de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Romeinse geschiedschrijving

A

Kwam langzaam op gang
Focus op het politieke gedeelte
Geschiedenis een tak van literatuur
Geschiedenis als verhaal met een gevoel van goddelijke afloop voro Rome

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Polybius

A

Pragmatische geschiedenis van het Romeinse Rijk
Historicus moest man van ervaring zij
Theorie van cyclisch wereldbeeld, waarin verschillende regeringsvormen elkaar afwisselden
Meer aandacht voor primaire bronnen
Proces van de geschiedenis zou naar de suprematie van Rome toewerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Griekse geschiedschrijving in de 4e en 3e eeuw

A

Heroriëntatie op het individu
Historicus als rechter van het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Chinese geschiedschrijving

A

Groot belang van traditie
Heel sterk cyclisch
Hoge status als kunstvorm
Annales als hoogste vorm daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sima Qian

A

Eerste Chinese historicus waarvan we echt veel weten
Schreef de Shiji
Chronologisch overzicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Van Oudheid naar Middeleeuwen

A

Nadruk op getuigenverklaringen blijft
Geschiedenis als leerschool blijft
Van het menselijk handelen (Tyche) naar het plan van God
Van een cyclische opvatting naar een lineaire en teleologische
Etnografieën ontwikkelen zich tot orio gentis, passend in de universele geschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Translatio Imperii

A

het idee dat het ene wereldrijk overgaat in het andere, maar dus nooit echt sterft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geschiedschrijving in de Vroege Middeleeuwen

A

Wortels in de Joodse en Grieks-Romeinse cultuur
Nieuwe genres: volkeren, hagiografieën en koninklijke biografieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geschiedschrijving in de Late Middeleeuwen

A

Grotere omvatting van het woord geschiedenis (ook romans)
Veel annalen geschreven, want hoefde geen verhaal te vertellen
Verandering in communicatie: meer op schrift, groeiende geletterdheid en meer systematisch opgeslagen
Geschiedenis als middel om claims te gaan doen op eigendommen
Geschiedenis als een historische spigel
1100-1300 wordt Europa militair interessanter en dus meer historische werken
=> focus wordt kleiner en op koninkrijken en zelfs regio’s (en stedelijke kronieken) alhoewel de universele kerkelijke geschiedenissen blijven bestaan
oude modellen nieuw leven: interesse in bronkritiek, ontstaan van filologie, scheiding narratieve en onnarrateive modellen en het idee van een verleden komt
kruistochten zorgen voor meer aandacht recente geschiedensi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geschiedschrijving in de VMT

A

geografie werd meer verwoven met geschiedenis
nieuwe groep die geschiedkundige werken schreven
historici waren grotendeels afhankelijk van tolken
commercie, nieuwsgierigheid en geloof dreven de tekstproductie
vooral gebaseerd op brieven en berichten uit de kolonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ontwikkeling tijdsbeeld

A

Cyclisch
Semilineair
Lineair
Augustinus als overbrugging: in cycli naar een eindpunt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Van de Late Middeleeuwen naar de Renaissance

A

Van een steeds groter belang geschreven bronnen naar een grote diversifiëring van bronnen en kritische houding
van nadruk op chronologieën naar de wederkeer van open narratieven en opkomst van non-narratieven
geschiedenis als leerschool => nieuwe nadruk van humanisme en didactische waarde
lineair-teleologische opvaating van gods plan => lineair-anachronistische opvatting
blijvend belang retoriek => retoriek weer sterk op voorgrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Renaissance als historiografische breuk

A

het is meer een ontwikkeling, maar geen breuk. De uitkomst in de Renaissance is een uitkomst van een ontwikkeling die al langer in gang is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Geschiedschrijving in de 18e eeuw

A

18e eeuw is de eeuw van de Verlichting en van de geschiedenis
geschiedenis wordt meer verspreid door oa breder aanbod in bibliotheken
historici gingen meer afhangen van persoonlijk patronage en werden ze publieke figuren
vrouwen gaan steeds meer geschiedenis consumeren
steunde op documenten en archeologie van de vorige eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Pietrio Giovanne

A

Civil history of de kingdom of napels
18e eeuw
meer een sociale geschiedenis
anti-klerikaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Giambattista Vico

A

Scienza Nuevo
18e eeuw
mensen denken anders in andere tijden en we moeten proberen in hun te kruipen
wilde de vooruitgang van culturen presenteren, maar geloofde niet in absolute menselijke vooruitgang
tijd in een serie van cycli met iedere keer eigen disctinctieve eigenschappen, er waren 2 cycli geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Speculatieve geschiedenis

A

stroming in de 18e eeuw van Schotse intellectuelen
bevatte een beredeneerde speculatie van de dingen die je niet wist
mindere focus op het politiek-miltaire
lazen niet alleen het gangbare
taalgebruk gebaseerd op de Klassieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Stadialisme

A

idee van de speculatieve geschiedenis
gerationaliseerde kijk op de transities van de geschiedenis
jagver-verzamelaars => nomaden => agrarisch => modern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Voltaire
Essay on the manners and spirit of nations focus op instituteis kosmopolitisch en nadruk op cultuur fan van de monarchie en minder van de Kerk
24
Condorcet
Esquisse negendelig stadium voor menselijke ontwikkeling met de 10e stadia als tijd van de rede en ontwikkeling die de revolutie zou volgen generiek optimisme en geloof in de capaciteit van de gewone man volgde de speculatieve methode
25
De Duitse Aufklärung
Duitse Verlichting ging verder op de golf van de eerdere Europese Verlichtingen Kerk bleef belangrijk Vooral onderzoek naar de natiestaat Geïnspireerd door de Schotse Verlichting Iedere tijd had een eigen Zeitgeist
25
Rousseau
dacht over de route van de beschaving en zijn moderne fouten geloofde meer in de natuurmens
25
Leopold von Ranke
probeerde via de geschiedenis inzicht te krijgen in het plan van god vooral onderzoek naar de natiestaat probeerde er achter te komen hoe het eigenlijk geweest is beïnvloed oor Niebuhr en von Savigny spanning tussen de door God gegeven individualiteit en speficiteit van een tijdperk, maar ook vooruitgang en geloof in tijdloze ideeën
26
Van Verlichting naar Romantiek
vergelijkende methode en gezond scepticisme => historisme didactiek en verklaren History als samenhangend proces => History als organische ontwikkeling en narratieven over natinoale identiteit Menselijk handelen en historische processen => rol natie en individuen idee van vooruitgang => blijft, organische ontwikkeling stadialeer, speculatieve geschiedschrijving en filosofische geschiedschrijving => nationalistische geschiedschrijving en beeldende stijl geschiedenis van de mensheid en samenleving in al haar facetten => focus versmalt naar natie en politieke geschiedenis bewondering Oudheid en eigen tijd => herwaardering van de Middeleeuwen
26
Geschiedschrijving in de Romantiek
grote aandacht voor de Middeleeuwen historisme ieder land een focus op eigen geschiedschrijving men kreeg een gevoel voor eigen historische identiteit
26
Van Renaissance naar Verlichting
hulpwetenschappen en bronkritiek => vergelijkende methode en gezond scepticisme didactische functie => didactiek en verklaren History als amenhangend proces menselijk handelen en god => menselijk handelen en historische processen lineair met anachronisme => idee van vooruitgang narratief en non narratief => stadialeer, speculatieve geschiedschrijving en filosofische geschiedschrijving
27
Comte
ontwikkelde het positivisme: neemt aan dat progressie onvermijdelijk is geschiedenis in 3 stadia: theologische, metafysische en postivistische fase iedere vorm van wetenschap was vooruitstrevend en cumulatief
28
Hegel
geschiedenis wordt bepaald door dialectiek, het doorgaande conflict tussen thesis, antithesis en synthesis meer focus op geschiedenis van de filosofie en menselijke ideeën histroy was nutteloos
29
Marx
materialistische theorie van sociaal-economische verandering ziet 4 epochen: aziatisch despotisme, klassieke, feodale en bourgoisie na de val van het kapitalisme komt er een klassenloze samenleving
30
Vrouwen en de historiografie
in de 19e eeuw gingen er meer vrouwen buiten de universiteiten geschiedenis schrijven, deden veel hulpwerk
30
Alternatieven voor von Ranke
Cultuurhistorische kijk van van Burckhardt Coulanges ziet geschiedenis als observatie wetenschap Lamprecht zocht meer aansluiting bij de sociale wetenschap Nietzsche had een genealogische kijk en geschiedenis zou cycli van op en neergang hebben gezien, identificeerde 3 soorten historici: monumentale, antiquariaatse en kritische
31
Maatschappelijke veranderingen
nationalisme en nationalisering: thematisch en infrastructureel industrialisati: thematisch en infrastructureel Emancipatie: rol van vrouwen als professionals op de achtergrond professionalisering: afbakening van geschiedenis als discipline en geboorte van veel academische elementen
32
Microgeschiedenis
probeert iets algemeens te onderzoeken door naar iets heel lokaals te kijken dat maakt het erg leesbaar en er kunnen veel details gegeven wordne
33
Vertakkingen in de 19e eeuw
nationale geschiedschrijving - sterk beïnvloed door Romantiek - heldenverhalen en didactische waarde - professionalisering en verweving nationale instituties historicisme (positivisme) - continuiteit met filosofische gs uit verlichting, Hegel - sociologische kwesties en systemen - inherent geloof in vooruitgang van de mensheid en determinisme historisme (hermeneutiek) - focus op archiefvorming en bronkritiek - politieke thema's, maar ook grotere vraagstukken - inleving en hoe het geweest is (dus niet speculatief) sociale en culturele alternatieven - qua methode dichter bij historisten - focus meer op sociaalculturele fenomenen - Nietzsche, Burckhardt en Huizinga
34
Annalen school
Franse school die begon onder Bloch en Febvre zochten naar een meer totale geschiedenis verwierpen PG invloed van sociologie en geologie vooral SEG onder Braudel meer kwantitatief maar daarna weer een, met de lagen: evenmentelle, conjunctuur en longe duree focus op de mentalite 3e generatie stond onder leiding van le Roy Ladurie die weer teruggaat naar de microgeschiedenis en de mentalité
35
van vrouwen- naar gendergeschiedenis
na Mary beard kwam er de vrouwengeschiedenis op, maar na 1986 met Joan Scott werd de focus verplaats naar gendergeschiedenis
36
De Linguistic en Cultural Turn
Linguistic Turn: realisatie dat taal niet alleen beschrijft maar ook maakt Cultural Turn: zoektocht naar betekenissen en ideeën in de geschiedenis => het representeren van historische culturen
37
Postmodernisme
expliciet politieke en fundamentele stroming die sterk is voor verandering stelt dat er geen zuivere waarheid is en dat die kennis sterk cultureel bepaald is
38
White
stelt dat er geen fundamenteel verschil is tussen het schrijven van geschiedenis, geschiedfilo en fictie geschiedenis had geen betekenis zonder interpretatie van haar auteur
39
Postkolonialisme
postkolonialisme bevat oriëntalisme en sub-altern studies het gaat om een stem geven aan het regionale en het lokale ziet Westerse historiciteit als een vorm van imperiale controle
40
History wars, revisionisme en geheugen
revisionisme ziet historische feiten opnieuw, maar kan gevolgen hebben voor het maatschappelijk geheugen, waardoor er history wars ontstaan
41
Stroming & Turn
Stroming: een groep of een school die een bepaald perspectief heeft en daarmee werkt, het heeft ook een theoretisch kader Turn: als die stromingen wordeng eraakt doordat iets of iemand op een andere manier gaat denken of werken
42
Deep history
probeert geschiedenis te integreren met archeologie, palaeontogie en en neubiologie tot het ontstaan van het menselijk ras je gaat dan geschiedenis echt volledig proberen te contextualiseren
43
Big history
Gebeurtenissen in de geschiedenis worden in een lijn gezien als de geshciedenis van het universum, gaat nog verder terug, tot the Big Bang en neemt ook astronomische factoren mee in analyses
44
Professionalisering van de geschiedenis
staatssponsering van historische activiteit expansie van universiteiten introductie van doctoraten systematisering van publieke documenten nieuwe professionele associaties systematische overgang van erudiete skills in een overbruggende historische wetenschap
45
Genealogie
historische methode die probeert voorbij het gangbare discours te kijken door naar de ontstaangeschiedenis van begrippen te kijken
45
Politieke geschiedenis
Interesses: staatsinstellingen, politiek, machtsverhoudingen, instituties Bronnen: aktes, wetgeving, verdragen Disciplines: politicologie, filosofie, rechten Doel: achterhalen wat de motieven van mensen waren
46
Sociaal-economische geschiedenis
Interesses: structuren, ontwikkelingen, demografie, klassen Bronnen: registers Disciplines: economie en sociale wetenschappen Doel: grotere trends zichtbaar maken
47
Culturele geschiedenis
Interesses: kunst, symbolen ideeën Disciplines: letterkunde, antropologie en filosofie
48
Historicus
wordt bepaald door: - maatschappelijke en politieke context van die tijd - lijn waar hij in staat - eigenwijsheid
49
Heuristiek en hermeneutiek
Heuristiek: vindkunde Hermeneutiek: het begrijpen van teksten
50
Historisme en historicisme
historisme: tijd en context is belangrijk, iedere periode een eigen Zeitgeist die men kan begrijpen. Het gaat dan dus om het begrijpen van gebeurtenissen en personen en het verwerpt teleologische denkbeelden. historicisme: historisch determinisme, het bestudeerd dingen in de zin van waar ze vandaan komen
51
nationale geschiedschrijving
vanuit etnisch perspectief vanuit de burger => de synthese die ontstaat wordt gevormd door historici nar de behoefte die zijn en de staat hebben
52
hermeneutici
Droysen: minder op objectiviteit en meer op literaire aspect Dilthey: voor historisch denken is er historisch begrip nodig en een historicus staat nooit los van zijn ervaringen Windelbald: geschiedenis valt onder brede paraplu van empirische wetenschappen Oakeshott: geen verschil tussen gebeurtenissen geschiedenis en gedachte geschiedenis
53
positivisme
methode die op basis van observaties komt tot universele wetmatigheden, geeft dus minder agency dan bijv. de hermeneutische methode gaat er van uit dat vooruitgang onvermijdelijk is, zo gesteld door Comte
54
Cicero
De geschiedenis was getuige van de waarheid, en de historicus moet die waarheid achterhalen Benadrukte de connectie met de retoriek
55
Tacitus
Schreef voor de privé lezer Kort narratief Schreef volgens hemzelf onpartijdig Aristocraat
56
Augustinus
Kwam met het concept van twee steden Is de overgang van het cyclische denkbeeld naar een lineair denkbeeld
57
Otto van Friesung
Werkte het concept van Augustinus verder uit, het Romeinse Rijk zou er zo ook onder vallen Formuleerde de translatio imperii: het Romeinse Rijk was niet gevallen, maar overgedragen tot het Frankische rijk
58
Beda
Schreef in een mix van religieus en seculier Discrimineerde bronnen Balans tussen mondelinge en geschrevene, maar ook kritisch daarop Stelde een keten vast van hoe hij aan zijn informatie kwam
59
Ferguson
Essay on the History of Civil Society Speculatieve geschiedenis Ambivalente houding tov vooruitgang: vrede en zekerheid kosten ook iets sympathie voor oudere maatschappijen fabels en mythes waren kenmerkend voor primitief denken kritisch over de Middeleeuwse historiografie
60
Herder
transitie tussen Verlichting en Romantiek elke periode moet in eigen termen en waarden beoordeeld worden hielp met vaststellen van ideologisch nationalisme niet iedere natie volgde hetzelfde ontwikkelingspad vooruitgang kwam door irrationele elementen nieuwe nadruk op orale bronnen
61
Droysen
Hermeneutiek pleitte voor een minder naïeve visie op de historicus relatie met bronnen cultus van objectiviteit had de geschiedenis op het verkeerde pad gezet
62
Dilthey
Hermeneutiek keerde weg van de fetish van het document en stelde dat historisch schrijven historisch denken verondersteld, die een mentale actie van begrip (verstehen) vereiste betekenis van gebeurtenissen moet dus worden afgeleid van onze eigen ervaring en kan niet direct uit de bronnen worden gehaald
63
Burckhardt
Cultuurhistoricus bestudeerde vooral kunst en cultuur mijdde het narratief
64
de Coulanges
valt in de sociologische traditie gematigd positivist geschiedenis kon echt door documenten voor zichzelf spreken en dus was het een observeerbare wetenschap
65
Nietzsche
genealogische aanpak geen enkel verslag van het verleden was echt er waren cirkels van progressie en verval, eigen tijd was ging richting barbarisme historische kennis is een instrument zowel als een last ziet vergetelheid als noodzaak en dus moeten we selectief leven drie typen historici: - monumental: schrijft over grote mannen en daden - antiquarian: hersteld de details van het verleden en zoekt waarde in alles - critical: brengt het verleden voor het tribunaal van het heden
66
Beard
relativisme geschiedenis wordt gemaakt in het herinneren van gebeurtenissen elk verhaal is dus potentieel geschiedenis dus erg relativistisch
67
Croce
absoluut historicisme verwierp positivisme autonomie van de geschiedenis in de wetenschappen onafscheidelijkheid van geschiedenis en geleefde ervaringen maken van monumenten is een morele handeling
68
Bloch
stichter van de Anneles school onderzocht de mentalite
69
Febvre
stichter van de annales school
70
Braudel
2e generatie annales zag de aarde en de zee als agenten van verandering 3 niveaus van geschiedenis - evenementielle: dagelijks leven - conjuncturale: 1 a 2 generaties - longue duree: eeuwen
71
Durkheim
positivist socioloog en zag geschiedenis als te gebrekkig om een eigen discipline te zijn
72
Weber
historicist en kritiek op positivistische kijk rationaliteit van menswetenschappen en noodzaak voor heldere concepten en praktijken maar ook subjectieve elementen
73
Foucault
Postmodernist en ideeëngeschiedenis zag taal als middel om machtsstructuren uit te drukken, waaruit vervolgens gender en postkoloniale geschiedenis ontstonden heeft problemen met vooruitgangsdenken en wetenschapspositivisme kennis bestaat uit epistemis (stukjes kennisnarratieven) die zijn bepaald door de heersende machtsstructuren wetenschap, kennis en expertisme zijn talige en sociale constructen de historicus creëert dus
73
Kuhn
zag dat wetenschap in twee modi werd uitgevoerd: - normale wetenschap - crisis modus waarin oude aannames afbrokkelden en nieuwe moeten worden gegenereerd => had als gevolg dat: - geschiedenis meer gericht op sociale en culturele contexten - is historiografie dan niks meer dan en serie van paradigmaverschuivingen?
74
verschillen Herodotus en Thucydides
thucydides is weerhoudender met zoeken van oorzaken ver terug in de tijd thucydides vindt dat alleen insiders accuraat gebeurtenissen na kunnen vertellen thucydides maakt weinig verwijzingen naar het bijzondere en ongewone thucydides presenteert een beeld van compleet zelfvertrouwen thucydides noemt zijn doelpubliek
75
2 verschillende historiografische tradities
1: wat er over een onderwerp geschreven is 2: hangt daar boven en analyseert echt de verschillende auteurs
76
Van PG => SEG
Methode: historisme => sociaalwetenschappelijke methodes gericht op verklaren Archiefonderzoek en objectiviteitsideaal => kwantitatieve bronnen Heersers en staatsgeschiedenis => sociaaleconomische processen Universiteit en professionalisering => interdisciplinariteit Ranke e.a. => annales en history from below Tijd als organische ontwikkeling => tijdlagen; conjuncturen
77
Gingsburg
Cultuurhistoricus 3e generatie annales: microgeschiedenis
78
Verschillende lagen die de geschiedenis beïnvloeden
lagen van impact: - fysiologisch - menselijk - gebeurtenissen worden door verschillende stromingen op verschillende wijze geïnterpreteerd: empirisch: - reconstrueren van verleden werkelijkheid - kwantitatieve methoden => macro - politieke systemen/mensen en structuren antropologisch: - interpreteren van de verleden werkelijkheid - veel micro: thick description - cultureel/politiek: betekenis (van toen) postmodern: - construeren van narratief - cultureel/politiek: discoursen construeren - discourse analyse: critical reading