Globalisering Flashcards Preview

Anthropology > Globalisering > Flashcards

Flashcards in Globalisering Deck (14)
Loading flashcards...
1
Q

Wat is er nieuw aan globalisering in deze tijd?

A

Intensivering van (intercontinentaal) contact, zowel op schaal als qua diepgang.

2
Q

Flows of -scapes van Appadurai

A
Ethnoscape : Flows of People (migratie en toerisme)
Technoscape: Flows of Technology 
Finanscape: Flows of Capital 
Mediascape: Flows of Information
Ideoscape: Flows of Ideological messages
3
Q

Gevolgen van globalisering: Theorie van McLuhan

A

Homogenisering: de wereld een ‘Global Village’. Dit zorgt voor vervlakking van de samenleving.

4
Q

Kritiek op McLuhan

A

Het lijkt homogenisering aan de oppervlakte (bijvoorbeeld: ‘MdDonaldisation’), maar lokale betekenissen verschillen. Empirisch gezien is het dan ook problematisch, omdat het niet blijkt te kloppen

5
Q

Gevolgen van globalisering: Theorie van Huntington

A

Identificatie niet meer met (natie-)staat, maar met civilizations op basis van culturele of religieuze overtuigingen.
-Clash of civilizations

6
Q

Kritiek op Huntington

A

➢ Verschillen/conflicten binnen beschavingen zijn vaak groter dan de verschillen/conflicten tussen verschillende beschavingen.
➢ Ook is het onderscheid tussen religie en ideologie problematisch.
➢ Reïficatie en simplificatie: gaat uit van een beperkt aantal ‘homogene culturen’ zonder economische en economische verschillen.
➢ Het is een etnocentrische legitimering van dominantie VS

7
Q

Verklaring voor Globalisering: theorie van Appadurai, Castells, ea

A

De-territorialisering: lokaliteit, m.n. de staat, verliest aan basis voor identificatie en wordt vervangen door:
• Netwerken
creolisering/hybridisering/fragmentatie van cultuur en identiteit.
• Identiteitsvorming d.m.v. consumptie (life styles)

8
Q

Kritiek op theorie van Appadurai, Castells, ea

A

➢ Lijkt vooral op te gaan voor wereldburgers (cosmpopolieten) met een relativistisch, open, cultureel kapitaal.
➢ Er is te weinig aandacht voor economische verschillen. (inter- en intra-).
➢ Gevaar van ‘socio-centrisme’: sociale wetenschappers neigen eigen ervaring als maatstaf voor globalisering te nemen.

9
Q

Kritiek op alle bestaande theorieën door Hannertz en Friedman

A

Lokalisering: groot deel van mensheid is lokaal geworteld en ontleent identiteit aan hun lokale inbedding.
Er moet ook aandacht zijn voor het groeiende verzet tegen de globalisering.
• Verzet op kapitaal-ideologische gronden (bv. occupy beweging)
• Verzet op culturele gronden (bv. Cultureel erfgoed-UNESCO)
• Verzet op ecologisch-culturele gronden (bv. Local food markets)
• Verzet op religieuze gronden (fundamentalisme)

10
Q

Glocalization

A

o.a Friedman: Etnische en culturele fragmentatie (local) en modernistische homogenisering (global)

11
Q

Twee strategieën van glocalization:

A
  • Adaptatie van niet-lokale cultuur: vaak als counter-culture.
  • Benadrukking van eigen culturele/etnische identiteit
12
Q

Glocalization en het wiel van cultuur

A

Materiele context: Technoscape/finanscape
Voorstellingen: Ideoscape/Mediascape
Gedrag: Ethnoscape

13
Q

Uberzauberung vs Imagination

A

Met name sinds de jaren ‘60 werd culturele identiteit en ‘eigenheid’ gepolitiseerd;
Afbakening van grenzen sociale identiteit als pragender gevoeld door intensivisering van contact tussen groepen, dit is praktisch nu makkelijker te verwezenlijken door de technologische en culturele verandering als gevolg van modernisatie.

14
Q

Antropologie van vandaag

A

Logisch positivisme: Toetsbaarheid (via hypothese tot verklaring), herhaalbaarheid (d.m.v experimenten), Objectiviteit, universele taal (formules en cijfers)
Postmodernisme: Reflexiviteit (via kritisch zelfonderzoek tot inzicht, begrijpen), in de breedte (comparatief) of in de diepte (interpretatief), Intersubjectief, balans tussen emic en etic (taal en