Gynaecologie_manueel borstonderzoek Flashcards

KLAAR (82 cards)

1
Q

Wat zijn alarmsignalen met betrekking tot de borst of borststreek?

A
  • pijn
  • infectieuze tekenen
  • een voelbare knobbel
  • een voelbare okselklier
  • tepelsecreet
  • verandering van de tepel (tepelretractie) of van de contouren van de borst (bv. huidintrekking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn enkele aangeboren afwijkingen van de borst?

A
  • Surnumerair borsten en tepels
  • Afwezigheid of hypoplasie van de borst
  • Asymmetrische groei
  • Hypertrofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aangeboren afwijkingen en ontwikkelingsstoornissen

Wat is de meest frequente plaats voor ectopisch borstklierweefsel?

A

De oksel

Dit komt voor op de melklijn, die loopt van de axilla tot de lies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn fibrocystische veranderingen?

A

Een combinatie van talrijke, vooral (micro)cysten en soms ductale epitheelhyperplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is er kans op maligniteit bij fibrocystische veranderingen?

A

Zonder ductale epitheelhyperplasie NIET.
Mét wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke twee bijzondere vormen van fibrocystische mastopathie zijn er?

A
  1. De borstcyste
  2. Radial scar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een borstcyste?

A

Cysten die ontstaan door het fysiologische involutieproces van de borst, vaak voorkomend bij vrouwen van 35-55 jaar

Maligniteit is zelden aanwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er bij een pijnlijke borstcyste?

A

Een evacuerende punctie kan plaatsvinden

Cytologisch onderzoek van het cystevocht is alleen nodig bij een bloederig aspect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een fibroadenoom?

A

Een veelvoorkomende nodulus, kan alleen of multipel zijn

—> ongeveer 60% noduli bij <=21j
—> latere leeftijd, door vb hormoontherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Moeten fibroadenomen altijd verwijderd worden?

A

Nee

—> 10% groeit
—> 1/3 w kleiner, calcificeert of verdwijnt met leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een fyllodestumor?

Behandeling?

A

Een tumor die voornamelijk voorkomt op oudere leeftijd, meestal groter en kan maligne kenmerken hebben

Verwijdering is aangewezen en jaarlijkse follow-up

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de kenmerken van een fyllodestumor?

A

Aanwezigheid van nerfvormige spleten door dilatatie van ductale structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een papilloma?

Behandeling?

A

Een letsel dat klinisch leidt tot bloederig tepelsecreet

Verwijdering is aangewezen omdat het niet met zekerheid te onderscheiden is van maligne letsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ductectasie?

Behandeling?

A

Dilatatie van de ducti, vaak bilateraal voorkomend

Indien hinderlijk, kunnen de melkgangen chirurgisch verwijderd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn mogelijke symptomen van ductectasie?

A

Bilateraal tepelvochtverlies (=wit, ingedikt secreet, bloederig), inflammatie, abces, fistelvorming, mastalgie en tepelretractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de twee vormen van mastitis?

A

Puerperale mastitis en niet-puerperale mastitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de symptomen van niet-puerperale mastitis?

A

Peri-areolaire infectie met tekenen van inflammatie en eventueel tepelretractie

De behandeling bestaat uit antibiotica en eventueel drainage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe noem je pijn/ongemak in de borsten?

A

Mastalgie

—> 70% van premenopauzale vrouwen heeft ooit pijn of ongemakken in borst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het verschil tussen cyclische en niet-cyclische mastalgie?

A
  • cyclische pijn is gerelateerd aan de menstruatiecyclus
  • niet-cyclische pijn komt meestal van de thoraxwand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de kenmerken van cyclische pijn?

A

Kan uni- of bilateraal zijn, start in de tweede cyclushelft, verdwijnt met menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat veroorzaakt cyclische mastalgie?

A

Een gecombineerd effect van progesteron en oestrogenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is niet-cyclische pijn meestal een gevolg van?

A

Pijn uitgaande van de thoraxwand achter de borst

—> syndroom van Tietze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe kan de diagnose van niet-cyclische pijn worden vermoed?

A

Wanneer de pijn kan worden uitgelokt door druk op een specifieke plaats van het ribrooster

Dit terwijl het borstklierweefsel zelf wordt vermeden door borst op te tillen/ patiënt te onderzoeken in zijligging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is een mogelijke behandeling voor niet-cyclische pijn?

A

NSAID’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de incidentie van borstkanker bij vrouwen vanaf 50 jaar?
2,5/1000 vrouwen/jaar
26
Sterven er meer vrouwen aan hart- en vaatziekten of aan borstkanker?
17 keer meer aan hart- en vaatziekten
27
Wat is de oorzaak van borstkanker?
Mutatie van cel in het borstklierweefsel
28
Wat gebeurt er als een DNA-mutatie niet hersteld wordt?
Cellen die uit die deling ontstaan dragen de fout mee → De cel gedraagt zich abnormaal, de controle op delingen valt weg
29
Hoe gedraagt een kwaadaardige cel zich?
De cel deelt onnodig en te snel en heeft geen interactie met andere cellen
30
Wat is een zeer gevoelige periode voor het ontstaan van mutaties?
De periode tussen de eerste maandstonden en de eerste zwangerschap
31
Welke hormoon heeft een positieve invloed op borstcellen?
HCG
32
Wat doet HCG met de borstcellen?
Brengt ze tot rust : * inactivatie van mutaties * vertraagt de delingssnelheid
33
Wat is een duidelijke risicofactor voor borstkanker?
Een late zwangerschap of nooit zwanger zijn
34
Een borstkanker ontwikkelt zich meestel snel/traag?
Traag omwille van de delingssnelheid van borstcellen.
35
Wat gebeurt er als vrouwen in de menopauze biogenetische hormonen innemen?
Verhoogt de celdeling licht, maar veroorzaakt geen borstkanker ## Footnote Ligt in dezelfde grootordel als toename door 5kg gewichtstoename of drinken van 2 glazen alcohol per dag.
36
Hoe kunnen de meeste borstkankers worden beschouwd?
Als een hormoonafhankelijke aandoening
37
Waar voedt de tumor zich mee?
Hormonen (oestrogenen, progesteron) of groeifactor (Her 2)
38
Welke negen risicofactoren zijn er voor kanker?
1. Leeftijd 2. Geografische factoren 3. Leeftijd van menarche en de eerste zwangerschap 4. Voorgeschiedenis van goedaardige borstaandoening 5. Ioniserende straling 6. Dieet 7. Obesitas 8. Hormonale medicatie 9. Genetische predispositie
39
# Risicofactoren Welke leeftijd loopt het hoogste risico op borstkanker?
30-65 jaar Vanaf 50 —> 2,5/1000 vrouwen/jaar
40
# Risicofactoren Welke bevolkingsgroepen hebben het hoogste risico op borstkanker?
Witte bevolking van Noord-Amerika en West-Europa —> laagst verre oosten
41
# Risicofactoren Hoe beïnvloedt de leeftijd van menarche het risico op borstkanker?
Een vroeg menarche (<12j) verhoogt het risico met 20 tot 50% ten opzichte van een meisje dat op 14 jaar menstrueert.
42
# Risicofactoren Wat is het risico op borstkanker voor vrouwen die na hun 30ste voor het eerst bevallen?
30 tot 100% meer kans op borstkanker.
43
# Risicofactoren Wat gebeurt er met het risico op borstkanker per jaar dat de menopauzeleeftijd toeneemt?
Het risico stijgt met 3%.
44
# Risicofactoren Hoe beïnvloedt een voorgeschiedenis van goedaardige borstaandoeningen het risico op borstkanker?
Het risico neemt toe.
45
# Risicofactoren Wat is de impact van ioniserende straling op het risico van mammacarcinoma?
Blootstelling aan ioniserende stralen op jonge leeftijd verhoogt het risico. —> voorzichtig met radiologische onderzoeken —> 1% van borstkankers ontstaat ten gevolge van
46
# Risicofactoren Wat is de correlatie tussen alcoholconsumptie en borstkanker?
Per 10g alcohol/dag verhoogt het risico met 10%.
47
# Risicofactoren Hoeveel meer kans op borstkanker hebben postmenopauzale vrouwen met obesitas?
Tot 2 keer meer kans. —> ook meer kans op baarmoederkanker
48
# Risicofactoren Wat is het effect van langdurig gebruik van hormonale anticonceptiva, door jonge vrouwen (<35j), op het risico van borstkanker?
Een lichte toename van het risico bij gebruik >10j.
49
# Risicofactoren Hormonale substitutietherapie in de menopauze. Welke soort hormonen krijgen de voorkeur?
**Biogenetische** hormonen. Synthetische hormonen→ hoger kans op borstkanker
50
# Risicofactoren Welke genmutaties zijn verantwoordelijk voor een verhoogd risico op borstkanker?
Mutaties in het BRCA-1-gen (chromosoom 17) en in het BRCA-2-gen (chromosoom 13).
51
# Risicofactoren Wat is de kans voor vrouwen met BRCA1 of BRCA2-genmutaties om borstkanker te ontwikkelen?
Ongeveer 70% kans. —> BRCA1 30-40% kans eierstokkanker —> BRCA2 20-30% eierstokkanker
52
Wat is ductaal carcinoma in situ (DCIS)?
Een proliferatie van duidelijke maligne cellen binnen het lumen van de melkgang zonder doorbraak van de basale membraan. ## Footnote Dit betekent dat metastasering biologisch uitgesloten is.
53
Hoe worden DCIS letsels tegenwoordig meestal opgespoord?
Via mammografie, vaak door microcalcificaties. Carcinoma in situ verloopt meestal silentieus. —> soms vorm van (bloederig) vochtverlies uit de tepel ## Footnote In het verleden werden deze letsels meestal als palpabele nodus ontdekt.
54
Wat is de prognose van een mastectomie bij DCIS?
Curatief in 98-99% van de gevallen.
55
Welke behandelingsoptie is beschikbaar als er voldoende borstklierweefsel overblijft na ruime resectie?
Lokale resectie (borstsparend) gevolgd door radiotherapie. ## Footnote Dit kan een optie zijn als er voldoende weefsel overblijft.
56
Wat is lobulair carcinoma in situ (LCIS)?
Wordt niet beschouwd als een maligne pathologie, maar als een risicofactor voor later mammacarcinoma. ## Footnote Dit geldt voor zowel ductaal als lobulair van oorsprong.
57
Wat is een mogelijke presentatie van DCIS naast mammografische opsporing?
(Bloederig) vochtverlies uit de tepel.
58
Wat is het meest voorkomende histologische type van borstkanker?
Ductale carcinoma (80%)
59
Wat is het percentage van lobulaire carcinoma in borstkanker gevallen?
10%
60
Hoe wordt borstkanker meestal ontdekt?
Door de vrouw zelf door een pijnloze knobbel in de borst.
61
Wat zijn enkele andere eerste tekenen van borstkanker?
* Huid- of tepelintrekking * Oedeem van de huid (sinaasappelhuid) * (Bloederig) vochtverlies uit de tepel —> zelden: hinderlijke okselklier of metastatisch proces het 1ste teken
62
Wat is een speciale vorm van borstkanker die zich voordoet als een infectieus proces?
Mastitis carcinomatosis
63
Hoe uit de ziekte van Paget zich?
Door eczemateus proces ter hoogte van de tepel ## Footnote Specifieke vorm van borstkanker.
64
Waarom sterven vrouwen met borstkanker meestal niet aan lokale recidieven?
Vrouwen overlijden vaak door metastasen die al aanwezig waren bij de eerste ingreep.
65
Wat is het beleid bij borstkanker - gebaseerd op de visie dat micrometastasen onder controle gehouden moeten worden?
Behandeling op drie niveaus: lokaal, locoregionaal, en systemisch
66
Wat houdt lokale behandeling van borstkanker in?
Verwijderen van de tumor
67
Wat is de rol van locoregionale behandeling in borstkanker?
Preventie lokale recidieven door radiotherapie
68
Wat omvat systemische behandeling van borstkanker?
Hormonale behandeling en chemotherapie
69
Welke diagnostische middelen kunnen afwijkingen van de borst opsporen?
* Anamnese * Klinisch onderzoek * Beeldvorming * Cyto- en histopathologisch onderzoek
70
Wat wordt er onderzocht tijdens de anamnese?
* Wanneer en hoe het probleem voor het eerst werd vastgesteld * Veranderingen in grootte en gevoeligheid van een voelbaar letsel * Veranderingen tijdens de menstruele cyclus * aandacht aan voorgeschiedenis borstproblemen * reproductieve anamnese en risicofactoren
71
Wat zijn de belangrijkste technieken voor beeldvorming bij borstonderzoek?
* Mammografie * Echografie * MRI
72
# Zelfonderzoek Wat is de meest aangewezen tijdstip voor zelfonderzoek van de borst?
De eerste week na de menstruatie en steeds op een vast moment
73
# Zelfonderzoek Hoe moet palperen gebeuren bij vrouwen met grotere borsten?
Bij voorkeur liggend, zodat de borst plat op de borstkas ligt ## Footnote Dit maakt het makkelijker om te onderzoeken.
74
Wat is de beste positie voor palperen onder de douche?
Staand, zodat de huid glad is van water en zeep ## Footnote Dit vergemakkelijkt het voelen van eventuele afwijkingen.
75
Wat is normaal borstklierweefsel?
Inhomogeen, vooral bij jonge vrouwen. ## Footnote Dit kan leiden tot vage verdikkingen of nodulaire massa's.
76
Hoe moet een massa in de borst worden vergeleken?
Met de corresponderende zone heterolateraal. ## Footnote Dit helpt bij het beoordelen van de aard van de massa.
77
Waar bevinden zich symmetrische verdikkingen die zelden pathologisch zijn?
In de bovenste buitenste kwadranten. ## Footnote Deze zones vertonen vaak fibrocystische veranderingen.
78
Wat gebeurt er vaak met symmetrische verdikkingen?
Ze kunnen spontaan verdwijnen. ## Footnote Dit is een belangrijk kenmerk bij de evaluatie.
79
Hoe moeten asymmetrische verdikkingen bij premenopauzale vrouwen worden geëvalueerd?
Na één of twee menstruele cycli opnieuw.
80
Wat moet gebeuren als de asymmetrie niet spontaan verdwenen is?
Beeldvorming, punctiebiopsie of open biopsie.
81
Wat is puerperale mastitis?
Infectie en inflammatie van borstklierweefsel in het postpartum.
82
Wat zijn symptomen van puerperale mastitis? Oorzaak? Behandeling?
* ontstekingsproces: robot, calor, dolor, tumor en koorts * oorzaak: opstijgende infectie met staphylococcus aureus of streptokokken * behandeling: antibiotica —> bij abces moet dit chirurgisch gedraineerd.