H4 - Recovery from early brain insult Flashcards

(35 cards)

1
Q

De reactie van de hersenen op de omgeving, fysiologische processen op moleculair, cellulair, neurochemisch en neuroanatomisch niveau en het niveau van hersensystemen

A

Neurale plasticiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gedragsverandering of herstel als reactie op omgevings- of letsel gerelateerde gebeurtenissen

A

Functionele plasticiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is er sprake van vulnerability?

A

Bij een ongezonde ontwikkeling, bijv. hersenletsel is de plasticiteit niet goed ontwikkeld.

Het ontwikkelende brein is uniek vatbaar, waarbij hersen beschadiging leidt tot onvolledig herstel en slechte resultaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Differentiële vatbaarheids theorie (susceptiblity)

A

Mensen zijn verschillend gevoelig voor hun omgeving, zowel positief als negatief. Zorgt voor grote variatie in de uitkomsten van vroege hersenbeschadiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Focale leasies lijken … dan prenatale leasies

A

beter te herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functie restitutie

A

hersenherstel door reactivering van zenuwbanen in de hersenen, wat leidt to functieherstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Functie substitutie

A

Hersenherstel door overdracht/reorganisatie van functies van beschadigd hersenweefsel naar gezonde hersengebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Periode van snel herstel na hersenfunctie direct na hersenbeschadiging, wat het herstel/stabilisatie van onbeschadigde hersengebieden weerspiegelt

A

Diaschisis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer vind apopatische celdood plaats?

A

6 uur tot 5 dagen na beschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Proces waarbij beschadigde neuronen, axonen en uiteinden opnieuw groeien en eerder neuronale verbindingen tot stand brengen

A

Regeneratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Plaatsen die leeg zijn gelaten door beschadigde neuronen, worden bezet door zenuwvezels die een nieuw ‘celdoelwit’ lokaliseren en opnieuw verbinding maken met functionele systemen

A

Sprouting/reinnervation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Postsynaptische cellen, verstoken van synaptische input, zullen gevoeligheid ontwikkelen voor elke neurotransmitterstof die lekt uit neuronen voor de leasie vai de opkomst van nieuwe receptoren en een groter oppervlak

A

Denervation supersensitivity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een interventie bij functie van herstel is…

A

geneesmiddelen die remming versterken (aanname dat er een grote corticale prikkelbaarheid gelijk staat aan een grote plasticitieit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Interhemiferische reorganisatie
vs
Intrahemisferische reorganisatie
vs
Intrahemisferisch maintenance

A

hersenfuncties worden overgedragen naar niet-beschadigde hemisfeer OF binnen beschadigde hemisfeer OF in stand gehouden (–> max. disfunctie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem een voorbeeld van spontaan herstel

A

Rechterhand is verlamd, dus leert men linkerhand te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt de uitkomst van de U-vormige curve in?

A

Dat een kleine of grote leasie beter resultaat heeft dan tussenliggende leasies

17
Q

Volumepiek van grijze stof vindt plaats op…

A

vrouw: 10 jaar
man: 12 jaar

18
Q

Volgens (dier)studies zijn vrouwelijke hersenen…

A

meer diffuus georganiseerd, groter vermogen tot functionele overdracht en groter potentieel voor plasticiteit en reorganisatie van functie

19
Q

Lage orde vaardigheden zijn …

A

automatisch, met weinig bewuste inspanning (bijv. zien en horen)

20
Q

Hoge orde vaardigheden zijn …

A

complexe, cognitieve vaardigheden (bijv. taalproductie)

21
Q

TBHI komt voor in ongeveer

A

25-799 gevallen per 100.000

22
Q

Closed head injury (…%) resulteert in

A

90
diffuse axonale schade en meerder letselplaatsen

23
Q

Penetrating head injury (…%)

A

10
risico op infectie, zwelling, bloeding en verhoogde intracraniale druk
meer focal impairments

24
Q

Primaire TBI
vs
Secundaire TBI

A

Direct gevolg van impact van kracht op hersenen

Gevolg van pirmair letsel, zoals verhoogde intracraniale druk en zwelling vd hersenen, infectie, onderkoeling

25
Cerebral oedemia
Zwelling van hersenen, toename van vochtvolume in de schedel
26
Bloeduitstoring (haematoma) - Eipduraal - Subduraal - Intracerebraal
- Bloedingen onder schedeloppervlak - Bloedafname tussen de dura en arachnoïdale mater, gevolg: snijwonden in bloedvaten in hersenen - vergelijkbaar met kneuzing
27
Neurochemical TBI
Excessive production of free radicals, - release of excitatory neurotransmitters Alterations in glucose metabolism Decreased cerebral blood flow
28
Late/delayed TBI
White matter degeneration and cerebral atrophy Post-traumatic hydrocephalus Post-traumatic seizures
29
Post-traumatic amnesia
- General oriëntation - Temporal oriëntation - Memory
30
Wat detecteer je met een 1. CT 2. MRI 3. DWI / DTI 4. fMRI
1. Leasies die onmiddellijk medisch ingrijpen vereisen (bijv. susceptibliteitsgewogen beeldvorming) 2. Diffuus axonaal letsel 3. Integriteit van witte stof, neuronale zwelling of krimp 4. Veranderingen in hersenactiviteit
31
Kenmerkende gevolgen van concussion en milde TBI
verminderde aandacht, vertraagde reactiesnelheid, geheugenstoornissen, vermoeidheid en prikkelbaarheid
32
Frontale kwabschade heeft meer kans op problemen met ...
sociaal discours, sociale probleemoplossing, evenals algemeen sociaal functioneren
33
Voorbeelden van internaliserende stoornissen (die voor kunnen komen bij concussion/mild TBI)
OCS-symptomen, generaliseerde angst, verlatingsangst, depressie, PTSS-symptomen
34
Interventies bij TBI zijn gericht op ...
Cognitieve- en gedragsvaardigheden, betrekken van familieleden
35
Meest kwetsbaar voor TBI:
- Eerder in leven gewond geraakt - Premorbide disfunctie - Uit kansarme SES milieus