Hc 12- Placebo en nocebo Flashcards

(33 cards)

1
Q

Wat gebeurt er bij een tweede blootstelling aan hetzelfde pathogeen in vergelijking met de eerste blootstelling?

A

Bij een tweede blootstelling reageren geheugencellen sneller en sterker door zich te differentiëren tot plasmacellen die langdurig en in grote hoeveelheden antilichamen uitscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat toont de dubbelblinde RCT aan over de effectiviteit en bijwerkingen van het conventionele vaccin, het homeopathische vaccin (nosode) en het placebo-vaccin?

A

Alleen het conventionele vaccin (groep B) leidt tot de aanmaak van antilichamen, wat de effectiviteit aantoont. Het homeopathische en placebo-vaccin (groepen A en C) wekken geen antilichamen op. Opvallend is dat ondanks het uitblijven van immuunrespons, 37-38% van de deelnemers in deze groepen toch bijwerkingen ervaart, wat wijst op een nocebo-effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is placebo?

A

Een gesimuleerde of medisch ineffectieve behandeling met de intentie een patiënt te misleiden. Soms ervaart een patiënt echte of waargenomen verbeteringen in een medische conditie. Positief iets: je verwacht dat je minder misselijk wordt dus word je minder misselijk.

Hoe de pillen eruit zien (duur of niet, prik of tablet, kleur) heeft invloed op placebo/ nocebo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verloopt het proces van geneesmiddelenonderzoek van preklinische fase tot na registratie?

A

Geneesmiddelenonderzoek begint in de preklinische fase met molecuulonderzoek, dierproeven en modellen. Daarna volgt fase 1, waarin de veiligheid wordt getest bij gezonde vrijwilligers. In fase 2 onderzoekt men de juiste dosering en veiligheid bij patiënten. In fase 3 worden effectiviteit, voordelen en bijwerkingen onderzocht via gerandomiseerde, dubbelblinde RCT’s, waarin patiënten én onderzoekers niet weten wie het echte medicijn of placebo krijgt. Halverwege kan een onafhankelijke persoon de studie ‘deblinden’ bij ernstige bijwerkingen of onverwachte effecten. Na goedkeuring door instanties zoals de EMA/FDA, volgt fase 4, waarin het medicijn in de praktijk wordt gevolgd. Bijwerkingen kunnen in deze fase gemeld worden bij bijvoorbeeld Lareb.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is nocebo?

A

Betreft verslechteringen of bijwerkingen door de verwachtingen hiervan. Negatief iets: je verwacht iets negatiefs en krijgt iets negatiefs.

Hoe de pillen eruit zien (duur of niet, prik of tablet, kleur) heeft invloed op placebo/ nocebo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat laten de VERTOS-studies (VERtebroplasty for Treatment of Osteoporotic Spinal fractures) zien over het effect van percutane vertebroplastie (PVP), vergeleken met conservatieve behandeling en sham-operaties bij patiënten met osteoporotische wervelfracturen?

A

PVP leidt tot een grotere en langdurigere pijnverlichting dan conservatieve behandeling. Echter, in RCT’s waarbij PVP werd vergeleken met een sham-operatie (nepoperatie zonder cement), bleek er geen significant verschil in pijnscore, wat wijst op een mogelijk placebo-effect van de procedure zelf. Meta-analyses tonen aan dat PVP beter werkt dan conservatieve behandeling, maar niet beter dan de sham-procedure. Mogelijke verklaringen zijn lokale verdoving, positionering tijdens de procedure, en subjectieve pijnbeoordeling. De studies hadden beperkingen zoals kleine steekproefgrootte en selectie-bias. Conclusie: meer grootschalige sham-gecontroleerde RCT’s zijn nodig om het daadwerkelijke effect van PVP vast te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de rol van blinding in geneesmiddelenonderzoek?

A

Blinding voorkomt bias, met vormen als single-blind (alleen patiënt weet het niet), double-blind (ook onderzoeker niet), en zelfs triple-blind (ook data-analist niet), al moet er altijd iemand zijn die de toewijzing kent voor noodgevallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is pijnmodulatie?

A

Er vindt pijnmodulatie plaats op meerdere niveaus van het ruggenmerg. Er zijn verschillende stoffen (opiaten, GABA etc.) die eraan bijdragen of een pijnsignaal wel/niet wordt doorgegeven naar het brein. Als je pijn verwacht, kan het lichaam dus al stoffen gaan aanmaken die mogelijk de pijn versterken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is hyperalgesie?

A

Gevoeliger worden voor pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is analgesie?

A

Pijnstillend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een waarschijnlijke rol van het opioïde systeem bij het placebo-effect op pijn, en hoe toont naloxon dit aan?

A

Bij het placebo-effect op pijn spelen lichaamseigen opioïden waarschijnlijk een rol. De verwachting van pijnverlichting activeert het endogene opioïdesysteem, wat leidt tot pijnvermindering. Dit effect kan worden geblokkeerd door naloxon, een mu-opioïde receptorantagonist, wat aantoont dat het opioïde circuit betrokken is bij de placeborespons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke rol spelen de hippocampus, amygdala, prefrontale cortex (inclusief ACC en OFC) en nucleus accumbens in het placebo- en nocebo-effect, en hoe hangen angst en herinnering hiermee samen?

A

Amygdala, ACC (anterior cingulate cortex) en OFC (orbitofrontale cortex): Reguleren angst, die pijnsensaties kan versterken. Angst speelt een belangrijke rol bij zowel placebo- als nocebo-effecten.

Hippocampus: Betrokken bij het herinneren en herbeleven van eerdere ervaringen. Samen met de amygdala stimuleert het herbelevingen die klassieke conditionering mogelijk maken (bijvoorbeeld: ‘als dit eerder pijn gaf, verwacht ik dat nu ook’).

Prefrontale cortex: Speelt een rol in het beoordelen en reguleren van verwachtingen en emoties, essentieel bij placebo/nocebo responsen.

Nucleus accumbens: Betrokken bij het beloningssysteem, dopamine-afgifte en motivatie, wat het placebo-effect kan versterken.Angstvermindering kan pijnreductie versterken, en klassieke conditionering samen met reward dependence beïnvloeden hoe placebo- en nocebo-effecten optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is het beloningssysteem betrokken bij het placebo-effect en welke rol speelt dopamine hierbij?

A

Het beloningssysteem speelt een rol bij het placebo-effect doordat het lichaam na herhaalde belonende ervaringen (met een echte drug of placebo) dopamine gaat aanmaken bij de verwachting van de werking van de drug. Dit is een soort verslaving en een Pavloviaanse geconditioneerde respons, waarbij de verwachting op zichzelf een dopamine-afgifte veroorzaakt die het placebo-effect versterkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de placebo respons?

A

Het bestaat uit alles wat eraan bijdraagt dat mensen in de loop van de tijd minder last hebben van iets. Zoals spontane remissie, regression to the mean, bias in bepaalde groep of selectiecriteria, hoe goed je het kunt meten, een onverklaarbare error of co-interventie, andere interventies, etc.

Je weet niet precies waarom mensen verbeteren (zelfs als je rekening houdt met placebo effect factoren). Dat hangt samen met bovenstaande factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het placebo effect?

A

Het placebo effect gaat vooral over de verwachting en leereffecten (psychosociale en psychobiologische factoren) en een stukje genetica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kunnen placebo- en nocebo-effecten medische behandelingen beïnvloeden en welke factoren moduleren de verwachting van therapeutisch voordeel?

A

Placebo- en nocebo-effecten beïnvloeden medische behandelingen doordat de verwachting van therapeutisch voordeel het lichaam voorbereidt op het omgaan met een gebeurtenis. Deze verwachtingen worden beïnvloed door:

A. Geheugen en motivatie — eerdere positieve ervaringen leiden tot optimistische verwachtingen.
B. Hoop — het verlangen dat de toekomst beter wordt.

Daarnaast speelt het Hawthorne-effect een rol, waarbij patiënten verbeteren simpelweg doordat ze deelnemen aan een klinische studie en daardoor extra aandacht, zorg en betrokkenheid ervaren.

13
Q

Wat is het Hawthorne effect?

A

Hawthorne-effect is een effect waarbij patiënten verbeteren simpelweg doordat ze deelnemen aan een klinische studie en daardoor extra aandacht, zorg en betrokkenheid ervaren.

14
Q

Wat is nocebo-geïnduceerde hyperalgesie en welke rol speelt angst daarbij?

A

Nocebo-geïnduceerde hyperalgesie betekent dat de verwachting van pijn of een pijnlijke behandeling door angst leidt tot een versterking van de pijnervaring. Angst versterkt zo de pijnsensatie.

15
Q

Hoe draagt het beloningssysteem bij aan placebo-geïnduceerde analgesie, en welke rol speelt afleiding hierbij?

A

Het beloningssysteem vermindert pijn doordat het vrijkomen van dopamine bij het ontvangen van een beloning of het nastreven van een doel pijnervaringen kan onderdrukken. Afleiding helpt ook door de aandacht van de pijn af te leiden, waardoor minder pijn wordt ervaren. Bijvoorbeeld een fietser met een gebroken arm die door focus op het doel minder pijn voelt.

15
Q

Welke rol speelt de therapeut-patiënt relatie in het ontstaan van placebo- en nocebo-effecten?

A

De therapeut-patiënt relatie is belangrijk omdat kenmerken van de therapeut zoals vertrouwen, warmte en empathie de communicatie verbeteren en zo placebo-effecten kunnen versterken. Een goede relatie kan verwachtingen positief beïnvloeden en het genezingsproces ondersteunen.

15
Q

Wat zijn de vijf onderliggende mechanismen aan nocebo hyperalgesie en placebo analgesie?

A
  • Mu opioid receptor
  • CB1 cannabinoid receptor
  • COX> prostaglandinesynthetase
  • CCK - cholecystokinine
  • Dopamine: pain and Parkinson
16
Q

Wat is de rol van het opioïde systeem bij placebo-analgesie en hoe wordt dit aangetoond?

A

Endogene opioïden (zoals endorfines) binden aan μ-opioïde receptoren in het brein en activeren het lichaamseigen pijnremmende systeem via descending inhibition (o.a. PAG). Dit vermindert pijn zonder echte pijnstillers. Naloxon, een opioïde antagonist, kan dit placebo-effect blokkeren, wat bewijst dat opioïden hierbij betrokken zijn.

17
Q

Hoe draagt het CB1-cannabinoïde systeem bij aan placebo-analgesie en nocebo-hyperalgesie?

A

Activatie van CB1-receptoren door lichaamseigen cannabinoïden (zoals anandamide) vermindert pijn (placebo-effect). Nocebo-effecten verhogen juist prostaglandinesynthese die pijn versterkt. Placebo activeert CB1 en remt prostaglandines; nocebo verhoogt prostaglandines via COX-enzymen.

17
Q

Welke rol spelen prostaglandines en COX-enzymen bij nocebo-hyperalgesie?

A

Prostaglandines sensibiliseren neuronen voor pijn en verhogen pijngevoel. COX-enzymen produceren prostaglandines. Nocebo verhoogt prostaglandinesynthese, wat pijn versterkt. NSAID’s (zoals ibuprofen) remmen COX en verlagen daardoor pijn.

18
Wat is de rol van cholecystokinine (CCK) bij nocebo-hyperalgesie?
CCK verhoogt angst en versterkt daardoor de pijnervaring (nocebo-hyperalgesie). Proglumide, een CCK-antagonist, kan angst verminderen, en daarmee nocebo-geïnduceerde pijn verminderen door CCK te blokkeren. Cholesytoline dragen dus bij aan ANGST Onthoud!!! 1. CCK --> angst 2. Proglumide blokkeert CCK --> dus minder angst --> dus minder nocebo effect
19
Wat is de rol van de prefrontale cortex (PFC) in het placebo-effect, en hoe beïnvloedt Alzheimer deze reactie?
De prefrontale cortex is essentieel voor de verwachting-gerelateerde mechanismen van het placebo-effect. Bij Alzheimer, door degeneratie van de PFC, is de placebo-reactie verminderd omdat patiënten minder goed kunnen anticiperen en verwachten. Hierdoor werkt pijnbestrijding via placebo minder effectief.
19
Hoe beïnvloedt dopamine het placebo-effect, vooral bij Parkinsonpatiënten?
De verwachting van pijnverlichting of verbetering stimuleert dopamine-afgifte in het beloningssysteem (nucleus accumbens, striatum). Bij Parkinson, waar dopamine tekort is, kan placebo dopamine vrijmaken en symptomen verminderen. Nocebo verlaagt dopamine-activiteit.
20
Hoe effectief is het placebo-effect bij milde versus ernstige depressie, en wat is het aandeel van het placebo-effect in het totale verbeteringseffect van antidepressiva?
Het placebo-effect is vooral sterk bij milde depressie en minder bij ernstige depressie. Ongeveer 50% van de verbetering bij antidepressiva komt door het placebo-effect, 25% door spontane remissie en 25% door het daadwerkelijke medicijneffect. Bij milde depressie is placebo even effectief als het medicijn.
21
Wat is geconditioneerde immunosuppressie en hoe werkt dit bij muizen in een smaakaversie-experiment?
Geconditioneerde immunosuppressie ontstaat wanneer een muis een drankje met een specifieke smaak krijgt gecombineerd met een injectie die het immuunsysteem activeert. Later activeert alleen het drankje al het immuunsysteem, zonder injectie. In een ander experiment kan een smaakjeswater gecombineerd met een middel dat misselijkheid veroorzaakt, later alleen door het drankje een heftige (soms dodelijke) reactie uitlokken. Dit toont aan dat het immuunsysteem conditioneerbaar is via smaakassociaties.
22
Hoe beïnvloedt de manier van toedienen van een medicijn of placebo het effect van pijnstilling?
Het effect van pijnstilling is groter wanneer een arts het geeft, bijvoorbeeld door de verwachting en het vertrouwen in de arts (zoals de witte jas). Als het medicijn verborgen zit in een apparaat zonder direct contact met de arts, is het effect meestal minder sterk vanwege lagere verwachting.
23
Hoe beïnvloeden sociale verwachtingen het placebo- of nocebo-effect, bijvoorbeeld bij het ervaren van hoofdpijn?
Sociale verwachtingen, zoals iemand die zegt dat je hoofdpijn krijgt, kunnen via sociaal leren leiden tot de aanmaak van meer prostaglandines, wat pijn verhoogt. Dit versterkt het nocebo-effect doordat de pijnreactie vooraf wordt opgewekt door wat je van anderen hebt geleerd.
24
Wat is het verschil tussen verborgen en open behandeling, en hoe beïnvloeden deze de klinische uitkomsten?
Bij een verborgen behandeling weet de patiënt niet precies wat voor behandeling hij krijgt (bijvoorbeeld een automatisch infuus zonder zichtbare handeling). Bij een open behandeling ziet de patiënt dat hij behandeld wordt, wat de verwachting en het vertrouwen verhoogt. Hierdoor is het placebo-effect groter bij open behandeling, wat leidt tot betere klinische uitkomsten.
25
Hoe kan Pavloviaanse conditionering het placebo- of nocebo-effect moduleren?
Door een neutrale stimulus (zoals een smaakje van een drankje) te koppelen aan een onvoorwaardelijke stimulus (zoals een immuunrespons veroorzaakt door een injectie), kan die neutrale stimulus later zelf de immuunrespons opwekken zonder de injectie. Dit toont aan dat verwachtingen en eerdere ervaringen (conditionering) het placebo/nocebo-effect kunnen versterken of veroorzaken.