Hc 2 farmacokinetiek Flashcards
(63 cards)
Wat is het first-pass effect en wat zijn de gevolgen ervan voor orale medicatietoediening?
Het first-pass effect verwijst naar de aanzienlijke metabolisatie van een medicijn in de lever na opname via het maag-darmkanaal. Hierdoor bereikt slechts een deel van het medicijn de bloedbaan. Bij orale toediening is daarom vaak een hogere dosis nodig dan bij intraveneuze toediening om hetzelfde effect te bereiken. Wel leidt de tragere opname tot een langduriger aanwezigheid van het medicijn in het bloed. Medicijnen met dezelfde werkzame stof maar verschillende afgifte of ontbinding zijn niet bio-equivalent.
Wat is het verschil tussen pharmacokinetics en pharmacodynamics?
Farmacokinetiek is wat het lichaam doet met het geneesmiddel (studie van absorptie, distributie, metabolisme en excretie van de drug in het lijf)
Farmacodynamiek, is wat het geneesmiddel doet met het lichaam (op celniveau) - hoorcollege 1
Hoe beïnvloedt biologische beschikbaarheid (bioavailability) de medicijnrespons en de keuze van een geneesmiddel(product)?
Bioavailability is het percentage van een toegediende dosis dat uiteindelijk in de bloedbaan terechtkomt. Bij intraveneuze toediening is dit 100%, terwijl het bij orale toediening vaak lager is door afbraak in de lever (first-pass effect). Een lage biologische beschikbaarheid kan leiden tot een zwakker of korter effect, waardoor hogere doseringen nodig zijn of een ander toedieningsproduct gekozen moet worden om het gewenste effect te bereiken.
Wat zijn verschillende manieren van absorptie en hoe beïnvloeden die de biologische beschikbaarheid (bioavailability) van een medicijn?
Absorptie kan plaatsvinden via orale inname, injectie (intraveneus, subcutaan), inhalatie, of via de huid (transdermaal). De biologische beschikbaarheid hangt af van hoe goed en hoeveel van het medicijn de bloedbaan bereikt. Intraveneuze toediening heeft 100% biologische beschikbaarheid; bij orale toediening kan dit lager zijn door bijvoorbeeld het first-pass effect in de lever.
Wat betekent de term absorptie in het kader van farmacokinetiek?
Absorptie: de beweging van een medicijn vanaf de toedieningsplaats naar de bloedbaan.
Waar staat ADME voor?
ADME is farmacokinetiek samengevat in 4 letters. Het staat voor:
Absorptie
Distributie
Metabolisme
Eliminatie/ excretie
Van welke drie dingen hangt de mate van absorptie af?
Toedieningswijze (intraveneus, oraal, transmusculair, transdermaal)
Formulering en chemische eigenschappen van drug
Fysiologische factoren die plaats van absorptie kunnen beïnvloeden
Wat zijn verschillende manieren van toediening?
Enteraal = inname waarbij slokdarm, maag en dikke- en dunne darm bij betrokken zijn (spijsverteringsstelsel). Soms zijn hulpmiddelen nodig voor opname op juiste moment.
Parenteraal = niet via maagdarmkanaal -> via een spuitje/ infuus.
Topicaal = direct via de huid of slijmvlies (transdermaal). Eigenschappen van een stof bepalen dat het lokaal terecht komt, maar wel door de huid heen gaat (bijv. nicotinepleister, EMLA of lidocaïne zalf).
Waar is topicaal toedienen effectief?
Effectief in slijmvliezen (oog, neus (intranasaal), oren, longen (inhaleren), vagina, urinebuis en rectum).
Wat zijn verschillende manieren waarop je parentaal kan toedienen?
- Intraveneus (i.v.): in de bloedbaan
- Intramusculair (i.m.): in de spier (vaccin)
- Subcutaan: onder de huid (insuline of hormoonpreparaten)
- Intra-arterieel: in de arterie
- Intra-articular: in gewrichten (ontstekingsremmer in het gewricht, bijv. bij reuma)
Wat zijn verschillende manieren waarop je enteraal kan toedienen?
- Oraal (p.o.) [per os]
- Orodispergeerbaar: lost op in mondholte
- Sublinguaal/buccaal: opname onder de tong. Bijv. spray of tabletje, nitroglycerine tegen angina: gaat via bloedbanen van mondholte naar vaten van het hart.
- Rectaal: slijmvlies heeft bloedvaten die niet eerst nog langs de lever gaan, daardoor komt het direct in je bloedbaan terecht. Bijv. zetpillen.
- Lever [portal vein]. In principe gaat alles eerst naar de lever, tenzij je iets sublinguaal of rectaal inneemt. Q: Hoe verschillen buccale (mondholte) en rectale inname van de orale weg?
Wat is ontbinding?
Proces waarbij een stof een ‘oplossing’ wordt voordat het kan worden geabsorbeerd.
Welke geneesmiddelen zullen gemakkelijker door de bloed-hersenbarrière worden opgenomen, een lipofiel of een hydrofiel geneesmiddel?
Door BBB dan lipofiel, voor transport door bloed hydrofiel
Hoe kan een stof makkelijk in een cel worden opgenomen?
Door vetoplosbaar te zijn (makkelijk door celmembranen om door celwand heen te komen?
Hoe kan een stof makkelijk in een maagdarmkanaal worden opgenomen?
Door wateroplosbaar te zijn
Wat zijn belangrijke eigenschappen van een medicijn die bepalen hoe makkelijk het wordt opgenomen in het lichaam/ hoe makkelijk de ontbinding gaat?
Zuurgraad (pH) van locatie en het stofje
Lipofiel (vet aantrekkend: goed oplosbaar in vet)/ hydrofoob (waterafstotend) -> Gaat goed via de huid
Lipofoob (vetafstotend) / hydrofiel (wateroplosbaar) -> Gaat goed via vloeistoffen en slijmvliezen
Wat zijn delayed of systained release formations?
Delayed of sustained release formations zijn speciale formuleringen of coatings die worden gebruikt om oplossing te vertragen, waardoor ook absorptie wordt vertraagd. Dit is niet nodig bij vloeibare stoffen.
Wat is het verschil tussen epiduraal en intrathecaal toendinen vai het ruggenmerg (=parenteraal)?
Epiduraal = ruggenmerkprik in vloeistof dichtbij ruggenmerg; moet nog door BBB. Hierdoor werkt het trager, langer en is het beter te reguleren. Toegepast bij een gewone bevalling voor pijnverlichting. Minder kans op infectie.
Intrathecaal = ruggenprik gaat meteen door BBB, in CSF. Daardoor is het direct, snel, heftig, lokaal en beter getimed. Er moet geen ontsteking ontstaan. Bij acute keizersnede.
Wanneer is de kans het grootst dat een toxisch effect optreedt na het innemen van een extra tablet: vóór of na het bereiken van Tmax, en waarom?
De kans op een toxisch effect is groter als de extra tablet wordt ingenomen vóór Tmax, omdat de bloedconcentratie dan nog stijgt en cumulatie kan optreden. Na Tmax is de bloedconcentratie al op zijn piek en begint de stof af te breken, waardoor het risico op ophoping en toxiciteit minder groot is.
Wat is het therapeutisch gebied van een medicijn?
Waarbinnen het medicijn effect heeft (individueel bepaald).
Wanneer het therapeutisch gebied breed is, is dit gunstig voor de behandeling en zijn er weinig schadelijke effecten. Als het klein is, kom je snel in toxisch gebied terecht.
Wat is toxisch gebied van een medicijn?
Dit is waarin je teveel inneemt, waardoor je bijwerkingen krijgt.
Wat is het verschil tussen passieve diffusie en carrier-mediated transport bij de opname van geneesmiddelen?
Passieve diffusie is een energie-arm proces waarbij geneesmiddelen zich verplaatsen van een hoge naar een lage concentratie zonder hulp van eiwitten, en het is niet verzadigbaar. Vetoplosbare stoffen bewegen makkelijk door membranen, wateroplosbare via kanaaltjes. Carrier-mediated transport gebruikt een eiwit (carrier) dat het geneesmiddel actief en energie-afhankelijk over het membraan pompt. Dit proces is verzadigbaar en specifiek voor bepaalde moleculen.
Als een medicijn in CSF wordt ingespoten, gaat het dan voorbij de BBB?
Ja, epidurale toediening moet nog door de BBB. Bij een intrathecale toediening bypass je de BBB.
Psychofarmica moet altijd door de BBB kunnen om te werken.
Wat betekent distributie van een geneesmiddel en welke factoren beïnvloeden dit proces?
Distributie is het transport van een geneesmiddel via het bloed naar de plaats van werking, zoals weefsels en intracellulaire vloeistoffen. Factoren die distributie beïnvloeden zijn binding aan plasma-eiwitten, oplosbaarheid in lichaamsvet, capillaire permeabiliteit en lipofiele eigenschappen van het geneesmiddel. Sommige weefsels, zoals de lever, zijn goed doorlaatbaar, terwijl het brein beschermd wordt door de bloed-hersenbarrière (BBB).