Hc 7 SDM Flashcards

(14 cards)

1
Q

Wat is evidence-based medicine?

A

Evidence-Based Medicine (EBM) is een benadering van medische besluitvorming waarbij artsen hun klinische beslissingen baseren op:

  • Clinical judgment (je eigen ervaring)
  • Relevant Scientific Evidence (onderzoek in de literatuur)
  • Patients’ values and preferences (wat wil patiënt?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is vraag 1 bij gezamenlijke besluitvorming/ shared decision making?

A

Wat willen we veranderen/ waarom doen we dit nou?

Bijvoorbeeld ik wil weer aan het werk kunnen. Ik wil een goede moeder zijn voor mijn kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar is shared decision making een tussenweg tussen?

A

Shared decision making is een tussenweg van consumentisme (client beslist) en paternalisme (behandelaar beslist).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn voordelen van SDM?

A
  • verhoogde betrokkenheid
  • verminderd stigma
  • verbeterde patiënttevredenheid
  • verbeterde kwaliteit van zorg
  • effectievere dienstverlening met mogelijke economische voordelen

geen duidelijk effect voor:

  • geen duidelijk effect op therapietrouw (adherentie)
  • geen duidelijk effect op symptoomvermindering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de belangrijkste obstakels voor gedeelde besluitvorming (SDM) in de geestelijke gezondheidszorg?

A
  • Bij de patiënt: verstoorde besluitvorming door psychische klachten, lage eigenwaarde, ziekte-inzicht ontbreekt, of angst om fouten te maken.
  • In de zorgomgeving: tijdsdruk, personeelswisselingen, gebrek aan goede informatie of hulpmiddelen, en starre protocollen.
  • Op maatschappelijk niveau: stigma, culturele verschillen, lage geletterdheid en beperkte toegang tot digitale middelen.
  • Ook speelt het verleden met dwangbehandelingen vaak een rol in verminderd vertrouwen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom wordt er soms bij psychofarmaca bloedspiegels geprikt?

A

Veel gebruikt bij psychofarmaca vanwege bekende therapeutische vensters

  • Optimale dosis vinden
  • Therapietrouw monitoren
  • Omdat mensen genetisch verschillen in de snelheid waarmee medicatie wordt afgebroken
  • ‘Personalized medicine’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem barrières en challenges in SDM op micro level –> patiënt niveau.

A

1.⁠ Besluitvormingsonbekwaamheid
2.⁠ ⁠Gevoel van machteloosheid
3.⁠ ⁠Ziekte-inzicht en verschil in ziekteopvatting
4.⁠ ⁠Druk om de juiste behandeling te kiezen
5.⁠ ⁠Focus op therapietrouw
6.⁠ ⁠(Verleden van) Dwangmaatregelen
7.⁠ ⁠Driehoekscommunicatie (met familie/naasten)
8.⁠ ⁠Negatieve attitudes en misvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem barrières en challenges in SDM op meso level –> in de zorgomgeving (organisatie).

A

1.⁠ ⁠Onhelpende relaties in klinische settings
2.⁠ ⁠Discontinuïteit van zorg
3.⁠ ⁠Fysieke omgeving ongeschikt
4.⁠ ⁠Onvoldoende informatie, kennis en hulpmiddelen
5.⁠ ⁠Tijdgebrek
6.⁠ ⁠Rollen en machtsverhoudingen
7.⁠ ⁠Richtlijnen en protocollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem barrières en challenges in SDM op macro level –> op maatschappelijk niveau.

A

1.⁠ ⁠Stigmatisering
2.⁠ ⁠Ontbreken van een praktisch model
3.⁠ ⁠Culturele verschillen en bias
4.⁠ ⁠Digitale toegang en laaggeletterdheid
5.⁠ ⁠Financiële beperkingen en verzekeringsbeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is er nodig voor discontinuation of psychotropic drugs?

A

Stoppen met medicatie vraagt om zorgvuldige afweging en open communicatie. SDM helpt hier door risico’s en verantwoordelijkheden te delen. Het is belangrijk dat dit gebeurt binnen een duurzame behandelrelatie, waarbij zowel patiënt als behandelaar hun perspectief kunnen inbrengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan shared desision making worden gedefinieert

A

SDM is een interactief proces tussen ten minste twee deskundige partijen: de zorggebruiker (soms vergezeld door een naaste of mantelzorger) en de zorgverlener, waarbij informatie en meningen worden uitgewisseld, verantwoordelijkheden en aanbevelingen van de zorgverlener worden besproken, evenals de voorkeuren en doelen van de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kernwaarde en aanpak goede geestelijke gezondheidzorg

A
  • verfijnde communicatieve vaardigheden
  • patientgerichtheid
  • gepersonaliseerde zorg
  • herstelgerichte zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestate evidence based medicine

A
  • klinisch oordeel
  • relevant wetenschappelijk bewijs
  • waarden en voorkeuren van de patient
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn typische facetten van psycho-farmacotherapie

A
  • adhentie en dosisreductie –> kunnen mensen de therapie volhouden en je moet de afbouw in de gaten houden
  • onderbehandeling –> in de ggz veel onderbehandeling. maar overbehandeling wil je ook niet
  • therapieresistentie –> wanneer een therapie niet aanslaat bij een persoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly