hc 6 slaap en waak Flashcards

(46 cards)

1
Q

Wat doet orexine?

A

Orexine is zowat de belangrijkste neurotransmitter wat betreft waakzaamheid. Het wordt gemaakt in de laterale hypothalamus en stabiliseert de waakzaamheid (wakker blijven) door alle andere neurotransmitters aan te sturen.

Orexine projecteert naar veel gebieden. Bijvoorbeeld naar de PFC en neurotransmittercentra in de hersenstam (alle monoamines worden

aangestuurd door orexine en gemaakt in de hersenstam.

Orexine heeft bijvoorbeeld ook invloed op voeden, motivatie en beloning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie verschillende histamine receptoren?

A

Histamine 1 receptoren - 2nd messenger, alertheid

Histamine 2 receptoren - 2nd messenger, mogelijk betrokken bij alertheid

Histamine 3 (auto)receptoren = presynaptisch - niet betrokken bij alertheid. Zorgen voor negatieve terugkoppeling bij het presynaptisch neuron ‘stop met histamine’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee orexine receptoren zijn er en welke orexine neurotransmitters werken erop?

A

Orexine 1 receptor (2nd messenger systeem geactiveerd –> zorgt voor meer calcium in de cel –> dus meer neurotransmissie. Ook meer natrium-calcium uitwisseling). Neurotransmitter orexine A werkt hierop.

Orexine 2 receptor (vooral in TMN (histamine) –> NMDA expressie met 2nd messenger systeem) (Bij stimulatie van de Orexine 2-receptor, wordt de glutamaat receptor gestimuleerd). Neurotransmitter orexine A en B werken hierop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt orexine ook wel genoemd?

A

hypocretine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn twee verschillende soorten van vuren van orexine?

A

Tonisch –> Continue activatie van orexine. Zorgt ervoor dat je wakker blijft –> arousal

Fasisch –> Uitbarstingen orexine op basis van bepaalde stimuli.

–> draagt bij aan veel gedragingen en doelgericht gedrag. Bijv. honger –> burst orexine –> eten zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er als je orexine mist

A

Waakzaamheid kan niet meer gestabiliseerd worden. Dit zorgt voor narcolepsie: je kunt niet wakker blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe en waar wordt histamine gemaakt?

A

Histamine wordt geproduceerd in de tuberomammilary nucelus (TMN), gaat naar frontaalkwab en andere neurotransmittercentra en wordt gemaakt uit het (essentiële) aminozuur histidine (uit voeding).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn belangrijke neurotransmitters die orexine aanstuurt?

A

NE (locus coeruleus)

5HT (raphe nucleus)

Histamine (TMN)

Ach (PTT/LDT en basal forbrain)

Glutamaat (PFC en thalamus)

GABA (NAc en striatum) –> geremd door orexine

Dopamine (ventral tegmental area)

Orexine remt GABA (want inhiberend) en stimuleert stimulerende

neurotransmitters

Het heeft dus met bijna alle neurotransmitters wel te maken!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarbij is histamine betrokken?

A

Waakzaamheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen eerste en tweede generatie antihistamine middelen?

A
  • 1e ging door BBB waardoor je vermoeid werd.
  • 2e generatie werkt lokaler, waardoor je minder vermoeid zou moeten zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke rol speelt de SCN in het slaap/waakritme?

A

De SCN (suprachiasmatische nucleus) fungeert als de centrale klok van het lichaam. Hij detecteert licht via de oogzenuw en reguleert de afgifte van melatonine bij duisternis, wat slaap bevordert via activatie van de VLPO.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de rol van de VLPO (Ventrolateral Preoptic Area) in slaapregulatie?

A

De VLPO initieert slaap door de neurotransmitter GABA vrij te laten. Dit remt de arousal-systemen in de hersenstam, zoals die voor orexine, histamine, noradrenaline en serotonine. VLPO wordt geactiveerd door adenosine, dat zich gedurende de dag opbouwt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt de flip-flop switch tussen slaap en waak?

A

Licht → activatie van de SCN (suprachiasmatische kern) → activatie van orexine → remming van VLPO → waaktoestand

Donker → inactivatie van SCN → afgifte van melatonine → activatie van VLPO → slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van orexine in het waaksysteem?

A

Orexine stimuleert waakzaamheid door activatie van meerdere arousal-systemen, waaronder de histaminerge, serotonerge, dopaminerge en noradrenerge systemen. Het is actief bij daglicht en wordt geremd door de opbouw van serotonine en noradrenaline in de avond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er met de homeostatische slaapdruk gedurende de dag?

A

De slaapdruk neemt toe naarmate de dag vordert, doordat je actief bent en energie verbruikt. Dit leidt tot ophoping van adenosine, wat slaperigheid bevordert. Tijdens de slaap neemt deze druk weer af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke neurotransmitter piekt tijdens REM-slaap en wat doet deze?

A

Acetylcholine piekt tijdens REM-slaap. Het zorgt voor oogbewegingen en spierparalyse (atonia) via activering in de pons. Hoewel activerend, helpt het paradoxaal genoeg bij het behoud van REM-slaap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er tijdens de REM-slaap?

A

Zijn er snelle oogbewegingen

Is er spierparalyse door acetylcholine

Komt dromen het meest voor

Zijn de meeste arousal-neurotransmitters op hun laagste punt

GABA is hoog, orexine laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het Two Process Model van slaapregulatie?

A

Het Two Process Model beschrijft slaapregulatie op basis van twee processen die tegelijkertijd werken:

Homeostatische slaapdruk - neemt toe naarmate je langer wakker bent.

Circadiaanse waakdruk - volgt een biologisch ritme van ongeveer 24 uur en wordt beïnvloed door licht/donker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet de circadiaanse waakdruk?

A

De circadiaanse waakdruk zorgt ervoor dat je overdag wakker blijft. Deze neemt in de avond af, waardoor je slaperig wordt. Tijdens de slaap stijgt de waakdruk weer, wat helpt om ‘s ochtends wakker te worden. Dit ritme wordt aangestuurd door de SCN (suprachiasmatische kern) en beïnvloed door licht.

10
Q

Welke rol speelt adenosine in het Two Process Model?

A

Adenosine ontstaat uit ATP-verbruik en bouwt zich op tijdens de dag. Het activeert de VLPO, die via GABA het waaksysteem remt en slaap bevordert. Tijdens de slaap wordt adenosine afgebroken.

10
Q

Wat is het effect van GABA in het slaapproces?

A

GABA wordt afgegeven door de VLPO en remt arousal-systemen zoals de tuberomammillaire kern, laterale hypothalamus, basale voorhersenen en hersenstam. Dit zorgt voor de inhibitie van het waaksysteem en bevordert slaap.

11
Q

Wat gebeurt er met een adenosine antagonist?

A

Meer waakzaamheid! (cafeïne)

12
Q

Wat is de rol van melatonine in de circadiane regulatie van slaap-waakgedrag?

A

Melatonine wordt ‘s avonds afgegeven door de epifyse wanneer het donker is en de suprachiasmatische nucleus (SCN) niet geactiveerd wordt door licht. Hierdoor neemt orexine af en worden GABA en melatonine dominant, wat het slaapsysteem activeert en slaperigheid bevordert. Overdag activeert licht de SCN, waardoor orexine en andere neurotransmitters actief blijven en je wakker blijft.

Deze twee systemen houden elkaar dus in balans via daglicht.

13
Q

Hoe werkt de flip-flop switch bij de regulatie van slaap en waak, en welke rol spelen SCN en adenosine daarin?

A

De flip-flop switch zorgt voor een duidelijke overgang tussen slapen en waken via wederzijdse inhibitie tussen de VLPO (slaapsysteem, GABA) en arousal-systemen (orexine, noradrenaline, serotonine).

Overdag activeert licht de SCN, die de laterale hypothalamus (LH) stimuleert tot afgifte van orexine, wat alertheid bevordert via activatie van hersenstamkernen (LC, raphe, TMN) en remming van de VLPO.

Gedurende de dag bouwt adenosine zich op door energieverbruik, wat de VLPO disinhibeert, en uiteindelijk GABA laat vrijkomen.

Bij donker stopt SCN-activiteit, neemt melatonine toe, en samen met adenosine zorgt dit voor activatie van de VLPO → die op zijn beurt de waak-neurotransmitters onderdrukt → je valt in slaap.De switch kantelt snel en voorkomt “grijze zones” tussen slaap en waak.

13
Wat is insomnie en welke neurobiologische en systemische factoren dragen eraan bij?
Insomnie is het niet goed kunnen inslapen, doorslapen of te vroeg wakker worden door verhoogde nachtelijke arousal. Het leidt tot verminderd cognitief functioneren, vooral door verminderde hippocampusfunctie. Belangrijke bijdragende factoren: Neuroanatomisch: afwijkingen in de orbitofrontale cortex en hippocampus → emotie- en geheugenverstoring. Neurobiologisch: verstoorde balans van neurotransmitters → te weinig GABA en melatonine, te veel glucose, te weinig BDNF. Autonoom zenuwstelsel: overactivatie van de sympaticus (HPA-as, stress). Genetisch/epigenetisch: polymorfismen en epigenetische aanpassingen → verhoogde stressgevoeligheid. Systemische ontsteking: verhoogd interleukine-6. Insomnie is een onafhankelijke aandoening, geen simpel symptoom van iets anders (zoals depressie), en komt vaak comorbide voor met psychiatrische stoornissen.
13
Wat is er nodig voor een diagnose van insomnie?
1. Slaaplatentie (tijd voor inslapen) gemiddeld > 30 min 2. Wakefulness after sleep onset (WASO) > 30 min 3. Slaap efficiëntie < 85% (verhouding tussen tijd dat je slaapt en de tijd dat je probeert te slapen) 4. Totale slaapduur < 6.5 uur per nacht. Het is vooral subjectief; moeilijk objectief vast te stellen (EEG patroon hoeft niet altijd gelijk te zijn met de ervaren slaapkwaliteit van iemand).
14
Wat is het werkingsmechanisme van benzodiazepines?
Dit zijn PAMs (GABA-a PAMs) → je hebt GABA nodig om deze drugs te laten werken Ze versterken het effect van GABA als ze gelijktijdig met GABA binden aan de GABA-a receptor Dit gebeurt in het Ventrolateral preoptic area (VLPO) Vereisten: GABA-a receptor moet de subunits 1γ, 2β, 2α hebben, postsynaptisch zijn én met fasische inhibitie
14
Wat is de behandeling van insomnie?
Slaapdruk stimuleren of arousal verminderen. Het stimuleren van slaapdruk doe je met benzodiazepines en Z-drugs (GABA stimuleren)
15
Wat zijn de bijwerkingen van benzodiazepines?
Sedatieve effecten → slaperigheid, sufheid overdag Hypnotisch effect → inductie van slaap Anxiolytisch → vermindert angst Anterograde amnesie → geheugenverlies na inname Spierrelaxerend → verminderde spierspanning Kans op tolerantie, afhankelijkheid, ontwenningsverschijnselen Rebound insomnia: verergerde slapeloosheid na staken
15
Wat zijn de langetermijneffecten van benzodiazepines?
Tolerantie → hogere dosering nodig voor hetzelfde effect Afhankelijkheid mogelijk, vooral bij korte halfwaardetijd Ontwenningsverschijnselen bij stoppen (zoals angst, slapeloosheid) Rebound insomnia treedt vaak op bij abrupt stoppen Daarom: voorkeur voor kortdurend gebruik bij insomnie
16
Wat is het werkingsmechanisme van Z-drugs?
Z-drugs zijn PAMs (positive allosteric modulators) voor de GABA-a receptor in de VLPO Ze werken specifieker dan benzodiazepines omdat ze alleen inwerken op de α1 subunit van de GABA-a receptor Ze werken postsynaptisch en met fasische inhibitie
16
Wat is de rol van verschillende α-subunits van gaba?
α1: vooral voor sedatie, maar ook betrokken bij tolerantie en ontwenningsverschijnselen α2-3: vooral angstremmend, spierontspanning en alcoholpotentiatie α5: in hippocampus, betrokken bij cognitieve effecten
17
Wat zijn de farmacokinetische verschillen tussen benzodiazepines en Z-drugs, en hoe beïnvloeden deze verschillen hun verslavingspotentieel en receptorbinding?
Benzodiazepines bouwen sneller tolerantie op dan Z-drugs, wat betekent dat ze sneller verslavend kunnen zijn en meer ontwenningsverschijnselen geven bij stoppen. Dit komt mede doordat benzodiazepines binden aan GABA-a receptoren met de subunits γ1, α2 en β2, terwijl Z-drugs specifieker binden aan de α1-subunit van de GABA-a receptor. Door deze selectieve binding hebben Z-drugs over het algemeen minder bijwerkingen, minder kans op afhankelijkheid en minder tolerantieontwikkeling dan benzodiazepines.
17
Noem soorten benzo's en soorten Z-drugs:
Benzo's: Flurazepam, Triazolam, Temazepam, Quazepam, Estazolam Z-drugs: Zopiclone, Zaleplon, Zolpidem
17
Wat doen Dual Orexin Receptor Antagonists (DORA's)?
DORAs zijn reversibele inhibitors. - Suvorexant even grote affinitiet voor 1 en 2; - Lemborexant meer affiniteit voor receptor 2. 's Nachts blokkeren ze orexine receptoren, waardoor orexine niet kan binden. Hierdoor is er geen vrijlating van histamine, Ach, NE, DA en 5HT. Er zijn geen bijwerkingen. Reversibel; 's ochtend stijgt orexine waardoor deze inhibitors loslaten
18
Wat doen serotonerge hypnotica?
Trazodon = antidepressiva. Dit zijn antagonisten voor 5HT2a, α1 en H1. Je blokkeert serotonine, NE en histamine. Hierdoor word je moe. Arousal vermindert. Geen bijwerkingen. 2a5HT receptor voor slow-wave deep sleep belangrijk.
18
Wat doen histaminerge hypnotica?
Bindt aan Histamine 1 receptoren en blokkeert hiermee histamine. - Diphenhydramine heeft anticholinerge bijwerkingen: Ach wordt geblokkeerd (droge mond, wazig zien, obstipatie, geheugenproblemen) Doxepin is in lage dosis selectief voor H1 receptoren en geeft geen bijwerkingen. Dit is een anti-allergie medicijn.
19
Wat zijn de oorzaken, behandeling en consequenties van excessieve slaperigheid overdag?
Oorzaken van excessieve slaperigheid overdag zijn slaapdeprivatie, hypersomnia (zoals narcolepsie, obstructief slaapapneu (OSA), circadiane ritmestoornissen). De behandeling bestaat uit voldoende slaap, goede slaap hygiëne (zoals 's avonds niet meer eten, weinig alcohol, geen schermen gebruiken) en specifieke behandelingen voor onderliggende aandoeningen. Consequenties zijn onder andere verminderde prestaties en een verhoogd risico op verkeersongelukken; onderzoek toont aan dat slaperigheid auto's meer doet slingeren dan alcohol.
19
Wat zijn niet farmacologische behandelingen die kunnen helpen voor insomnia?
- Ontspanningsoefeningen - Stimuluscontrole therapie --> bed alleen gebruiken om te slapen, geen dutjes tussendoor (conditionering doorbreken) - Slaap restrictie therapie --> minder laten slapen waardoor vermoeidheid (en dus slaap) toeneemt. - Intensieve slaap hertraining --> 25uur slaapdeprivatie, telkens als iemand inslaapt maak je hem na 3 minuten wakker - CGT --> disfunctionele cognities over slapen, misconcepties etc.
19
Wat zijn oorzaken van hypersomnia (overdag overmatig slaperig zijn)?
Centrale stoornissen: - Idiopatische hypersomnie: zonder oorzaak - Recurrent hypersomnie - Narcolepsie zonder cataplexie Narcolepsie met cataplexie (verlies spiertonus, verlies orexine neuronen in LH) Andere oorzaken: - Medische condities: OSA (obstructieve slaapapneu) - Bijwerkingen medicatie - Middelenmisbruik Psychiatrische condities: bv. depressie
20
Wat wordt er gedacht over orexine bij narcolepsie?
Het wordt gedacht dat neurodegeneratie van orexine neuronen in de laterale hypothalamus de oorzaak is van narcolepsie (niet meer wakker kunnen blijven overdag)
21
Er kan een dissynchronie bestaan van je interne circadiane ritme en externe cues (licht en donker niet goed op elkaar afgestemd). Kan resulteren in insomnie, hypersomnie of een combinatie. Noem de 4 vormen:
Shift work disorder: Als je onregelmatige tijden werkt kan je ritme in de war raken. - In de ochtend lichttherapie, in de avond melatonine Advanced sleep phase disorder: Ritme naar voren geschoven: te vroeg naar bed en te vroeg wakker o Je wilt in de avond lichttherapie en in de ochtend melatonine om goed door te slapen. Delayed sleep phase disorder: Ritme naar achteren geschoven: te laat naar bed en te laat wakker o In de ochtend lichttherapie, in de avond melatonine Non 24h sleep-wake disorder: Bij blinde mensen. Zonder lichtsignaal raakt interne klok door de war o Melatonine geven gelijk met circadiaanse ritme.
21
Wat is het verschil tussen narcolepsie en hypersomnie?
Narcolepsie is een neurologische slaapstoornis gekenmerkt door overmatige slaperigheid overdag gecombineerd met plotselinge slaapaanvallen en soms kataplexie (plotselinge spierverslapping). Hypersomnie is een bredere term die verwijst naar overmatige slaperigheid overdag, waarbij mensen langdurig of excessief slapen, maar zonder de specifieke symptomen van narcolepsie zoals kataplexie. Kortom, narcolepsie is een specifieke aandoening binnen het bredere spectrum van hypersomnie.
22
Wat is het werkingsmechanisme van cafeïne bij het stimuleren van waakzaamheid?
Cafeïne werkt als een adenosine-antagonist en blokkeert de binding van adenosine aan zijn receptoren. Hierdoor wordt de affiniteit van D2-dopaminereceptoren hersteld, wat de dopaminewerking versterkt en zo waakzaamheid bevordert en de slaapdruk vermindert.
22
Hoe verschillen amfetamine/methylfenidaat en modafinil in hun werking bij de behandeling van excessieve slaperigheid?
Amfetamine en methylfenidaat stimuleren de afgifte van dopamine en verminderen de heropname van dopamine en noradrenaline. Modafinil werkt door het remmen van de dopamine-transporter (DAT), waardoor dopamine langer in de synaps blijft en zo de waakzaamheid verhoogt.
22
Wat is de rol van de melatonine-receptoren MT1 en MT2 bij de behandeling van circadiane ritmestoornissen?
MT1 remt de suprachiasmatische nucleus (SCN), waardoor de alertheid afneemt en slaapaanvang wordt bevorderd. MT2 is betrokken bij het faseverschuiven van het circadiane ritme, wat helpt bij het aanpassen van het slaap-waakritme.