HC 2.4: Letsels van onderarm en pols Flashcards
(28 cards)
bij een laterale opname van een X-elleboog, zie je in de humerus het:
zandloper figuur
–> en dat kan je sturing geven om te kijken of er een afwijking is in de distale humerus
het ellebooggewricht: (ZIE PLAATJE IN WORD)
- daar zit kraakbeen in
- en ook synovium, soort smeermiddel van een gewricht
- en dat wordt op zijn plek gehouden door een gewrichtskapsel dat er omheen zit
- en ook zit er altijd een beetje vet in een gewricht
wat gebeurt er in het ellebooggewricht wanneer er een breuk is in de distale humerus?
- een breuk gaat altijd gepaard met bloedverlies
- als iemand dus een breuk oploopt, komt er bloed in het gewricht
- dat bloed is zwaarder dan het synovium en zwaarder dan dat vet
–> en dus gaat dat vet drijven op dat bloed
–> en dan zie je op de foto een ‘fad pad’ (ZIE OOK WEER PLAATJE IN WORD)
een fad pad op een foto, wijst je er op dat er een probleem zit in het gewrichtskapsel rondom de distale humerus.
en vaak zie je de fad pad wel, maar de fractuur of het kraakbeen letsel niet.
een fad pad kan je wijzen op een letsel van de distale humerus, of proximale ulna of radius
–> en die fad pad is dus soms eerder te zien dan de fractuur
fractura antebrachii:
- wanneer beide botten in de onderarm zijn gebroken
- hierbij is rotatie van de onderarm niet meer nodig
- dus fractuur van ulna + radius
- instabiel
–> fixatie, oftwel operatie, is noodzakelijk
hoe behandelen we die fractura antebrachii?
- door een operatie
- met plaatjes en schroeven, om beide botten weer ‘aan elkaar te zetten’
–> je probeert hierbij beide botten weer anatomisch terug te plaatsen
casus 1:
- jongeman, 17 jaar
- ruzie in cafetaria
- met Uzi (geweer) beschoten in arm rechts en been links
- meerdere schotwonden
- op foto is te zien dat ulna op meerdere plekken geraakt is en op meerdere plekken dus ook verbrijzeld
–> met schotwonden altijd rekening houden met grote kans op infecties, door materiaal van buitenaf wat er doorheen is gegaan of er in is gekomen
behandeling van casus 1:
- goed schoonmaken, want groot infectie risico
- een operatie met plaat en schroeven is hier geen goed idee
- daarom plaats je er een tijdelijke fixateur externe overheen, om zo weinig mogelijk infectie materiaal aan de binnenkant te hebben en dus de wonden goed te kunnen laten genezen
–> je loopt dus een tijd met een soort stellage aan je arm
als er voldoende kracht op de arm vrij komt, dan kan het zijn dat de botten sterker zijn dan het gewricht of de ligamenten die het gewricht stabiliseren. dan krijg je een:
luxatie, het gewricht gaat dus uit de kom
wat stabiliseert de onderarm?
- distaal heb je het distale radio-ulnaire gewricht en het TFCC
- proximaal, in de elleboog, heb je allerlei ligamenten die de boel stabiel houden
- lateraal het ligament annulare, wat de radiuskop mooi op zijn plek houdt
- en nog allerlei andere ligamenten
–> er is dus best wel wat kracht nodig om een luxatie te veroorzaken
behandeling elleboog luxatie:
- als iemand een elleboog luxatie heeft, dan staat het olecranon niet meer goed
- die is meer naar achteren geschoten, dus steekt meer uit
- wat je dan doet: zet je beide duimen op het olecranon en je duwt hem weer over het heuveltje terug naar zijn normale positie
luxatiefracturen van de onderarm, wanneer er dus een combinatie is van een luxatie en een fractuur:
- Galeazzi: fractuur van de radius met een luxatie van het articulatio radio-ulnaire distaal (dus bij de pols)
- Monteggia: fractuur van de ulna met een luxatie van je radiuskop
- en dan heb je nog een combinatie van die twee, en dat is als er echt veel kracht op die onderarm is gekomen: Essex Lopresti
- Essex Lopresti: het membraan tussen de ulna en radius is gescheurd, waardoor die botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen
- Essex Lopresti gaat vaak gepaard met radiuskop fractuur, het membrana interossi wat kapot is en luxatie van het distale ulna
Galeazzi fractuur:
- val op uitgestrekte hand
- radiusschachtfractuur
- partiële scheur van membrana interossea
- dislocatie DRUJ/TFCC
Monteggia fractuur:
- fractuur van de ulna
- radiuskop luxatie
- hierbij val je dus bijv. op een stoeprand, waarbij de kracht naar volair (palmaire zijde)
- je komt terecht op je ulna
- de radiuskop houdt het niet en die klikt er eigenlijk uit
–> je behandelt het door het gebroken bot te repareren/op lengte te brengen en daarmee schiet de luxatie weer op zijn plek
Essex Lopresti fractuur:
- ruptuur van membrana interossea
- radiuskop fractuur
- dislocatie DRUJ/TFCC
- axiaal trauma
–> dit is het meest ernstig van die drie luxatiefracturen
bij distale radius fracturen:
- zie je vaak een standsafwijking
- de pols heeft een soort Z-figuur
–> je noemt dit de Bajonetstand
radiologische evaluatie van de pols:
- palmar tilt: gemiddeld 11 graden
- radial tilt: gemiddeld 23 graden
- radial length: gemiddeld 10 mm
- ulnaire variantie: 0+-2mm (vergelijk met intacte zijde)
als je valt, dan val je 9 van de 10 keer op je handpalm.
dan wordt het distale gedeelte naar dorsaal geduwd. en dat levert die Bajonetstand op.
–> Bajonetstand werd beschreven in 1814 door Abraham Colles, maar meer kon hij niet, omdat röntgen nog niet bestond
in 1847 had je Robert Smith, en die beschreef wat er gebeurde met de pols wanneer je op je handrug valt.
dan zie je dat het distale gedeelte richting volair/palmair verplaatst
–> ook dan zie je een afwijkende stand, maar de Bajonetstand is dus de andere kant op
dus Colles naar dorsaal, Smith naar volair/palmair
in 1838 had je John Rhea Barton:
- hij had wel al röntgen tot zijn beschikking
- en hij beschreef een dislocatie van de hand ten opzicht van de radius naar volair
- de hand schuift eigenlijk voorlangs richting volair
–> dat noemen we een volaire Barton
–> je kan ook een dorsale Barton hebben
Chauffeur’s fractuur:
- fractuur van de radius, distaal
(ZIE PLAATJE IN WORD)
die Colles, Smith en Barton, zijn eigen namen en dat is niet praktisch.
daarom heeft de A0 foundation een andere systematiek bedacht: de AO classificatie
- elk lang pijpbeen wordt in gedeeltes opgedeeld
- proximaal: 1
- mid-schacht: 2
- distaal: 3
- daarnaast noemen we de bovenarm: 1
- de onderarm: 2
- het bovenbeen: 3
- het onderbeen: 4
–> als je dit hebt gedefinieerd, ga je dus kijken hoe de fractuur er uit ziet - Type A: extra-articulaire fractuur
- Type B: partieel articulair
- Type C: compleet articulair
distale radiusfracturen komen veel voor.
behandeling distale radiusfracturen:
CONSERVATIEVE behandeling (repositie + gips):
- verbeteren stand (repositie)
- preventie toename dislocatie
- statische nabehandeling
OPERATIEVE behandeling:
- verbeteren stand
- stabilisatie fractuurdelen
- preventie toename dislocatie
- primaire botgenezing
- oefenstabiele nabehandeling