HC1.10: Metabole botziekten Flashcards

(30 cards)

1
Q

Calciumbalans

A
  • De normale hoeveelheid calcium in de voeding is 1 gram
  • Merendeel van calcium uit voeding verlaat lichaam via feces
  • In darm 500 mg geresorbeerd, maar darm scheidt ook weer caclium uit
  • Netto ongeveer 175 mg calcium opgenomen
  • Via nieren ook deel calcium uitgescheiden
  • Ongeveer 1 kilo kalk in botten
  • Normaalwaarde: 2.2-2.5 mmol/l
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fosfaatbalans

A
  • Komt 1200 mg fosfaat per dag binnen via voeding
  • Vlees belangrijke bron
  • Van 1200 mg wordt 950 mg opgenomen in darm
  • Excretie via darmen en nieren
  • Normaalwaarde fosfaat: 0.9-1.4 mmol/l
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stoppen x rol calcium- en fosfaathuishouding

A
  • Vitamine D: meer opname calcium uit voeding
  • PTH: vrijkomen calcium uit botten
  • Calcitonine: opname calcium in botten
  • FGF23/Klotho: FGF23 staat voor fibroblast growth factor 23, toename fosfaatuitscheiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vitamine D

A
  • Zonlicht
  • Stappen voor actief maken: lever en nier
  • 25-hydroxygroep gekoppeld aan vitamine D
  • OG groep koppelen aan vitamine D, meer fosfaatabsorptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oorzaken vitamine D deficiëntie

A
  • Absoluut of relatief tekort activiteit
  • Vitamine D deficiëntie: onvoldoende blootstelling, tekort voeding, malabsorptie
  • Onvoldoende 25-hydroxylering
  • Onvoldoende 1-a-hydroxylase activiteit
  • Overig: vit D resistentie, anti-epileptica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Proces vit D defi

A
  • Calcium en fosfaatspiegels dalen
  • Lichaam proberen calciumspiegel te compenseren via PTH: resorptie calcium uit botten waardoor calciumgehalte in bloed toeneemt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rachitis vs. osteomalacie

A
  • Gestoorde mineralisatie
  • Tekort aan vitamine D wat een verminderde opname van fosfaat en calcium in darmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kliniek rachitis

A
  • Bot minder goed
  • Botten zwakker
  • O benen
  • Tanden
  • Verminderde lengtegroei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Osteomalacie

A
  • Hypocalciëmie in bloed
  • Spierziekte, hypotonie, tetanie
  • Hoe lager calcium gehalte in bloed, hoe meer spierkrampen gezien worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lab rachitis of osteomalacie

A
  • Calcium omlaag
  • Fosfaat omlaag
  • Vitamine D omlaag
  • PTH omhoog
  • AK omhoog: geproduceerd door osteoblasten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

DEXA scan

A

Hoeveelheid kalk in bot meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling rachitis en osteomalacie

A

Suppletie vitamine D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

PTH

A
  • Door bijschildklieren
  • Zorgt door invloed op 2 orgaansystemen dat het calciumgehalte in bloed omhoog gaat
  • Botten: PTH maakt calcium vrij uit bit
  • Nieren: PTH zorgt voor minder calciumuitscheiding via nieren en meer 1-a-hydroxylase activiteit. PTH zorgt voor lagere fosfaatspiegels in bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hyperparathyreoïdie

A
  • Aandoening van calcium- en botmetabolisme
  • Secundair aan toegenomen secretie van PTH door bijschildklieren
  • Primaire vorm: door afwijking in bijschildklieren zelf
  • Secundaire vorm: bij neiging tot daling van serum calciumconcentratie door nieraandoening of ernstig vit D gebrek, lage concentratie calcium die lichaam probeert te compenseren daardoor normale calciumwaarde
  • Tertiaire vorm: als bij secundaire vorm de bijschildklieren autonoom gaan functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kliniek hyperparathyreoïdie

A
  • Licht verhoogde serum calciumconcentratie zonder symptomen
  • Primair: fosfaat verlaagd
  • Vermoeidheid, spierzwakte, buikpijn, psychische veranderingen, polyurie, niersteenkolieken
  • Verhoogd calcium in urine ondanks dat PTH juist zorgt voor verhoogde terugresorptie van calcium uit urine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Botafwijkingen hyperparathyreoïdie

A
  • Gegeneraliseerd botverlies
  • Subperiostale botresorptie
  • Multipele botcysten door sterk toegenomen activiteit osteoclasten
  • Zout en peper aspect schedel
  • Pathologische structuur
  • Bruine tumor
17
Q

Behandeling hyperparathyreoïdie

A
  • Weghalen
  • Cinacalcet: verhoogd gevoeligheid van calcium receptor voor extracellulair calcium
  • Vermindering PTH aanmaak
18
Q

Renale osteodystrofie

A
  • Verzameling botziekten voorkomend bij patiënten met nierziekte
  • Verminderde biosynthese: osteomalacie, compensatie PTH verhoogd
  • Verminderde excretie: toxische metabolieten geeft metabole acidose en osteoporose/decalcificatie
  • Hyperfosfatemie: hypocalciëmie
19
Q

Behandeling renale osteodystrofie

A
  • Suppletie
  • Niertransplantatie
20
Q

Morbus Paget

A
  • Restgroep van botziekten
  • Osteoitis deformans waardoor focale skeletaandoeningen
  • Toegenomen botombouw in 1 of meer botdelen door verhoogde activiteit osteoclasten
  • Door genetische factoren, viraal RNA
21
Q

Epidemiologie morbus Paget

A
  • Na osteoporose meest voorkomende metabole botziekte
  • Zelden voor 40ste
  • Prevalentie >80 jaar
  • In VS prevalentie 2-3% bij >50 jar
  • Meer mannen
22
Q

Kliniek morbus Paget

A
  • Asymptomatisch
  • Botpijn
  • Warm gevoel en gevoeligheid
  • Voorkeurslocaties: bekken, femur, wervelkolom, tibia, schedel
  • Soms met artritis
  • Geen nieuwe foci
  • Verhoogd risico op fractuur: abnormale neerslag weefbeen, corticale remodellering, intense osteoclastenresorptie
  • Zenuwuitval door druk
  • Steal syndroom (ischemie)
23
Q

Diagnostiek morbus paget

A
  • Lab: AF omhoog
  • Hydroxyproline omhoog
  • Pyridoxine crosslinks in urine
  • Aantal laesies neemt niet toe, maar ernst soms wel
  • Focale ziekte met scherpe demarcatie tussen normale en aangedane gebieden
24
Q

Behandeling morbus Paget

A
  • Remmen osteoclastactiviteit
  • Bisfosfonaten
  • Orthopedische operatie soms bv bij artrose, standsverandering, fractuur, wervelkanaalstenose
25
Achondroplasie
- Meest voorkomende congenitale stoornis van groeischijf - AD, mutatie in gen dat codeert voor FGFR3 op chromsoom 4 - Overstimulatie van receptor leidt tot remming proliferatie van kraakbeen - 20% positieve FA - 80% spontane nieuwe mutaties
26
Kliniek achondroplasie
Disproportionele verkorting van proximale delen van extremiteiten Bowed legs en lordotische houding
27
Osteogenesis imperfecta
- Abnormale ontwikkeling van collageen type 1 - Aanwezig in botten, huid, gewrichten, ogen, osteoïd -Verschillende genetische defecten
28
Kliniek osteogenesis imperfecta
- Gestoorde dentinogenese - Gehoorstoornissen - Blauwe sclerae
29
Osteopetrose
- Door insufficiëntie van osteoclastactiviteit - Botten verkalken heel erg en zwaardere botten
30
Ziekte van Buchem
- Afwijkende sclerostine productie - Sclerostine remt osteoblasten - Geen sclerostine dan veel botopbouw - Geen behandeling, maar richten op sclerostine remming