HC1.7: Schouderaandoeningen Flashcards

(29 cards)

1
Q

Gewrichten schoudergewricht

A
  • Glenohumorale
  • AC
  • Sternoclaviculaire
  • Scapulothoracale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Glenohumorale gewricht

A
  • Belangrijkste gewricht
  • Abductie, adductie, anteflexie, retroflexie, endorotatie, exorotatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klachten

A
  • Pijn (met of zonder correlatie met anatomie van cuff)
  • Functiebeperking: verlies van ROM, krachtsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

DD cuff atrofie

A
  • Glenohumerale artrose
  • AC afwijkingen
  • Cervicale wervelkolom pathologie
  • Froze shoulder
  • Suprascapulaire neuropathie
  • Niet-orthopedisch
  • Glenohumerale instabiliteit
  • M. infraspinatus en m. supraspinatus letsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

LO

A
  • Inspectie
  • ROM/bewegingspatroon
  • Beoordeling kracht
  • Palpatie
  • Speciële testen
  • Apprehension, relocatie en schuifladetest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Painful arc test

A
  • ABductie beide armen
  • Pijn bij abductie 60-120 graden
  • Positieve test indiceert een afwijking aan de rotator cuff of subacromiaal
  • Impingement klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Internal rotation lag test

A
  • Kijken naar maximale endorotatie van m. subscapularis
  • Arm op rug en onderzoeker brengt hand van aangedane arm van rug af en vraagt om in die positie te blijven
  • Positieve test als positie niet kan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

External rotation lag test

A
  • Kijken naar functie m. supraspinatus en m. infraspinatus
  • Arm in 90 graden flexie
  • Onderzoeker beweegt arm van patiënt in volledige externe rotatie
  • Positieve test als niet aanhouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Drop arm test

A
  • Kijken naar functie m. supraspinatus
  • Arm horizontaal in lucht en dan langzaam zakken
  • Bij onmiddellijk zakken en pijn is positieve test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Apprehension test

A
  • Pijn of angst bij druk aan de posterieure kant op humerus bij 90 graden abductie en bij externe rotatie
  • Anterieure instabiliteit aantonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Relocatie test

A
  • Uitvoeren in 90 graden abductie van arm liggend
  • Kop naar achteren duwen
  • Opluchting is positieve test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Anterior release test

A
  • Surprise test
  • Relocatie test, maar druk losgelaten
  • Positief bij angst of pijn tijdens loslaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Laxiteit

A
  • Asymptomatische instabiliteit
  • Fysiologisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Instabiliteit

A
  • Pathologisch
  • Schouder uit kom
  • Meer stabiliteit bieden door schroeven te plaatsen (noodoplossing, want veel mobiliteit inleveren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Stabilisatie schoudergewricht door

A
  • Gewrichtscongruentie: vorm kop is congruent met die van kom
  • Gewrichtsversie: richting waarin glenoïd staat, niet 90 graden
  • Glenoïd met labrum
  • Kapsel (ligamenten)
  • Rotator cuff
  • Bicepspees
  • Negatieve druk: gewrichtsvocht zorgt voor kleine negatieve druk waardoor gewrichtsdelen tegen elkaar aan worden getrokken
  • Scapulothoracale beweging/stand: verandering van positie van kop in verhouding tot kom, scapula beweegt mee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

AO

A
  • Röntgenfoto: geluxeerde schouder
  • Diagnostische injectie: pijnverlichting en daardoor onderzoeken waar het probleem zit
  • MRI: eventueel met gadolinium contrast
  • CT
17
Q

Instabiliteit

18
Q

TUBS

A
  • Traumatic unidirectional Bankart and surgery
  • Posttraumatische luxatie
  • Glenohumerale gewricht en ligamenten aangedaan
  • Meest voorkomend
  • > 95% anterieur
19
Q

AMBRI

A
  • Atraumatic multidirectional bilateral rehabilitation and inferior
  • Niet door trauma en hierbij geen evident structureel letsel
  • Bilateraal
  • Luxatie naar inferieur
20
Q

Unidirectionele instabiliteit

A
  • Meest voorkomend
  • Recidiefkans beïnvloed door leeftijd en risicogedrag
  • Operatieve stabilisatie kan recidiefkans verlagen
21
Q

Multidirectionele instabiliteit

A
  • Te veel beweeglijkheid in meerdere richtingen
  • Minder vaak een traumatische origine
  • Sulcus sign, positieve voorste en achterste schuifladetest en positieve apprehension test
  • Minder vaak
22
Q

Revalidatie

A
  • Proprioceptie en coördinatie goed (lokale stabiliteit)
  • Kracht en uithoudingsvermogen
  • Functioneel
23
Q

Drie manieren om te reponeren

A
  • Chinese tractie: anterieure luxatie, op buik liggen en gewicht aan arm
  • Klassieke manier van Hippocrates: voet in okselplooi en aan arm trekken
  • Elegante manier van Hippocrates: doek in okselplooi, aan trekken
24
Q

Hill-Sachs laesie

A

Corticale depressie (deuk) in kop van humerus (impressie)

25
Bankart laesie
- Door ontwrichting kan ook de bindweefselring die rondom de gewrichtskom zit, het labrum glenoidale, beschadigd raken - 89-100% van anterieure luxaties
26
Artrose schouder
- Posttraumatisch - Secundair - Idiopathisch - Op röntgenfoto verlies van kraakbeen en osteofytvorming rondom kop en kom
27
Conservatieve behandeling artrose
- Aanpassen van belasting - Analgetica - Oefentherapie
28
Operatie artrose
Schouderprotheses
29
Disfunctie rotator cuff
- Omgekeerde schouderprothese - Positie van kop en kom verwisseldn - Draaimoment verlegt wat disfunctie oplost