HC1.4: MSK Flashcards
(19 cards)
1
Q
Pathologie bij musculoskeletale radiologie
A
- Trauma (fracturen)
- Artrose (slijtage)
- Ontsteking/infectie (reuma, septische artritis)
- Oncologie (bot-/wekedelentumor)
- Metabole afwijkingen (osteoporose, hyperparathyreoïdie)
- Congenitaal (scoliose, derformiteiten)
2
Q
Röntgenfoto
A
- Beoordeling botten
- Thoraxfoto: weke delen niet/nauwelijks zichtbaar
- Kraakbeen, pezen, ligamenten ook slecht zichtbaar
- Hydrops (vrij vocht) wel goed zichtbaar en goede parameter voor traumatisch herstel
3
Q
CT
A
- Bron met röntgenstraling met aan de andere kant een detector
- Detector meet verzwakking van uitgezonden straling
- Met CT is het mogelijk om 3D beeld te krijgen
- M.b.v. CT is het niet/nauwelijks mogelijk om weke delen te beoordelen
- CT-arthrografie: contrast in gewricht waardoor weke delen zoals meniscus zichtbaar worden
- Contrast kan ook in een scheur van kruisband lopen waardoor beter zichtbaar
4
Q
Dual energie CT (DECT)
A
- 2 fotonen spectra om op deze manier stoffen te kunnen onderscheiden
- Hersenen: differentiatie contrast en bloeding
- Longen: diagnostiek LW, differentiatie tussen benigne en maligne laesies
- Nieren: karakterisatie van compositie van nierstenen, karakterisatie laesies
- Bijnieren: karakterisatie incidentaloom
- Tumoren: bepaling therapierespons
- Skelet: detectie jicht, metaalartefact reductie en bepaling beenmergoedeem. Voornamelijk sensitief bij chronische jicht, minder sensitief bij acute jicht. Metaal zorgt voor beam hardening
5
Q
Veiligheid CT en dual energie CT
A
- Blootstelling aan röntgenstraling gevaarlijk
- Voornamelijk blootstelling op jongere leeftijd ontstaat een grotere kans op ontwikkeling kanker
- Sneldelende cellen geven de meeste kans op een mutatie in DNA: genitale organen, schildklier, ogen, longen, buik, huid en beenmerg
- Om stralingsbelasting te beperken: ALARA (as low as reasonably achievable)
- Bestralingsbelasting X-thorax: 0.1 mSv wat erg laag is, maar niet 0 waardoor het nog steeds van belang is rekening te houden met bestraling
- Bestralingsbelasting van CT: 10 mSv
- Bij belasting 1000 mSv is risico op kanker 5% gestegen
6
Q
MRI
A
- Lichaam bevat geladen H atomen die willekeurig bewegen
- Tijdens MRI wordt lichaam in sterk magneetveld gelegd waardoor alle H atomen in dezelfde richting gaan liggen
- MRI scan is geschikt voor beoordeling weke delen waaronder spieren, pezen, ligamenten, kraakbeen/meniscus en voor karakterisatie (bot)afwijkingen en weke delen tumoren
- Gen beoordeling van (kleine) verkalkingen/botfragmenten
7
Q
Veiligheid MRI
A
- MRI scan is sterke magneet welke op elk metaal werkt
- Inkt tattoo: opwarming, rode verkleuring huid
- Betaalpasjes onwerkzaam
8
Q
Echografie
A
- Beoordeling oppervlakkige weke delen, spieren/pezen/ligamenten/gewrichtsvocht
- Dynamisch onderzoek en echogeleide injecties/puncties
- Niet geschikt voor beoordeling bot, lucht, diep gelegen structuren
9
Q
Subacromiale impingement test
A
- Voorbeeld van echografisch onderzoek
- Wordt echografisch uitgevoerd terwijl de patiënt de schouder beweegt
- Hiermee kan inklemming aangetoond worden waarbij pijnklachten ontstaan door beknelling van weefsel in schouder
10
Q
Doorlichting (fluoroscopie)
A
- Dynamisch röntgenonderzoek van gewrichten
- Hartkatheterisatie
11
Q
Arthrografie
A
- Röntgenonderzoek m.b.v. contrastvloeistof
- Gewricht in kaart brengen
- Als contrast weglekt kan dit een teken zijn van een scheur in pees
- Toegepast bij verdenking op corpus liberum scheur of meniscusscheur in al geopereerde knie
12
Q
Contrastmiddel
A
- Toegevoegd om meer contrast tussen weefsels op beeld te krijgen
- Door contrast is een eventuele tumor beter zichtbaar
- CT: jodiumhoudend contrast
- MRI: gadolinium
13
Q
Complicaties contrastmiddelen
A
- Extravasatie
- Allergie
- Jodiumhoudend contrast is nefrotoxisch
- Nefrogene systemische sclerose
14
Q
Extravasatie
A
- Contrast loopt niet IV, maar komt buiten het vat terecht
- Risico hierop is afhankelijk van de hoeveelheid contrast en locatie waar het contrast uittreedt
- Wordt vroeg opgemerkt en infusie direct gestopt
- Geen behandeling
- Door de zwelling kan ook een compartimentsyndroom optreden: bloedvaten en zenuwen beklemd wat kan leiden tot necrose en afsterving
- Kan opgelost worden door openen fascie van compartiment, waardoor druk verminderd wordt
15
Q
Allergie
A
- Symptomen zijn anafylactische shock (circulatiestoornis), larynxoedeem (respiratoir falen), misselijkheid, braken, urticaria
- Allergie voor jodiumhoudend contrast betekent niet dat die patiënt ook allergisch is voor gadolinium
16
Q
Jodiumcontrast is nefrotoxisch
A
- Verlaging in nierfunctie
- Ontstaan van nierfalen is zeldzaam
- Hypothese: contrastvloeistof heeft direct toxische effecten en verstoort daarnaast lokale processen wat zou kunnen leiden tot hypoxie in renale medulla
- Steeds meer twijfel over nefrotoxische effect
17
Q
Gadolinium kan soms leiden tot nefrogene systemische sclerose
A
- Fibrotische veranderingen in huid en inwendige organen
- Kan fataal verlopen en geen genezing mogelijk
- Nefrogene systemische sclerose treedt alleen op als er sprake is van nierfalen
- Bij GFR <30 ml/min wordt bij voorkeur dan ook geen gadolinium gegeven
- Ook kan gadolinium gaan stapelen in bepaalde organen
18
Q
Ontwikkelingen
A
- AI: machine learning, deep learning, convolutional neural networks
- Kinematic CT: dynamische CT
- PET-MRI-scan: combinatie PET-CT en MRI
19
Q
Toepassingen AI
A
- Versnellen acquisitietijd van MRI
- Verhogen resolutie van MRI
- Detectie afwijkingen
- Analyses grote datasets