HC1.6: Schouderanatomie Flashcards
(22 cards)
M deltoideus x heffen arm
Aan de voorzijde ontstaat er een kuiltje welke precies boven de sulcus intertubercularis ligt
In deze sulcus is de bicepspees gelegen
Origo deltoideus
- Pars clavicularis
- Pars acromiaca
- Pars spinalis
Passieve stabiliteit
- Benige architectuur
- Kapsels
- Banden
Actieve stabiliteit
Spieren
Zorgen voor een enorme stabiliteit. Passieve stabiliteit speelt geen grote rol bij stevigheid. Kapsel en banden kunnen 200N aan trekkrachten aan terwijl deze structuren in de heup 3000N aan kunnen
Schoudergordel
Systeem van botten:
- Clavicula
- Sternum
- Scapula met acromion
Geen cirkel, omdat de schouderbladen niet met elkaar verbonden zijn
Gewrichtskapsel
- BW
- Op enkele plaatsen verdikt d.m.v. ligamenten
Kapsel
- Propriosensoren (reksensoren)
- Geven constant informatie door zodat spieren goed gecoördineerd worden
Bicepspees
- Door peesschede van schouder
- Over schoudergewricht heen
- Aanhechten op tuberculum supraglenoidale
Romp naar schouderblad
- M. trapezius
- M. serratus anterior
- M. rhomboideus
- M. levator scapulae
- M. pectoralis minor
M. trapezius
- Grote spier van romp naar spina scapula
- Pars descendens, pars transversus, pars ascendens
M. serratus anterior
- Origo: rib
- Insertie: binnenzijde margo medialis
- Zorgen ervoor dat schouderblad op zijn plek blijft waardoor arm kan bewegen
M. rhomboideus
- Ruitvormige spier
- Van scapula naar wervelkolom
M. levator scapulae
- Elevatie schouderblad
- Angulus superior van scapula naar bovenste wervels
M. pectoralis minor
Van ribben 3, 4, 5 naar proc. coracoideus
Arm x rotator cuff
Achterkant:
- M. supraspinatus
- M. infraspinatus
- M. teres minor
Voorkant:
- M. subscapularis
- Spieren liggen dicht op schouderkop dus korte arm
- Moment heel klein
- Kracht niet groot
- Schouder weinig bewegen, maar wel essentieel voor fixeren van kop tegen kom
Functie m. subscapularis
Endorotatie
Delen van deltoideus
- Claviculair
- Acromiaal
- Spinaal
Romp naar arm
- M. latissimus dorsi
- M. pectoralis major
M. latissimus dorsi
- Grote rugspieren die grote bewegingen kan veroorzaken
- Spier loopt vanaf os sacrum over gehele onderrug (tot Th7) en hechten aan op voorzijde arm
M. pectoralis major
- Ribben naar arm en dus beweegt het arm
- Pars abdominalis, past sternocostalis, pars clavicularis
Aanhechting
Het ding wat het meer caudaal zit, zit meer proximaal op arm
Plexus brachialis
- Trunci
- Fasciculi
- Perifere zenuwen: ulnaris, radialis, medianus en n. musculocutaneus