HC2.2: Toegepaste anatomie onderarm, pols, hand Flashcards

(24 cards)

1
Q

Onderarm

A
  • Verdeeld in 4 compartimenten, afgesloten door fasciebladen welke niet mee rekken
  • Nodig, omdat spieren bij samentrekken korter en dikker worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Compartiment syndroom

A
  • Bij breuk
  • Omdat hier bloed naartoe gaat waardoor oedeem ontstaat wat zorgt voor drukverhoging of het ontstaat door bloeduitstorting waarbij ook de druk in het compartiment toeneemt
  • Spieren en zenuwen beschadigen en patiënt heeft veel pijn
  • Behandeling: fasciotomie dus compartiment openen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dorsale compartiment

A
  • M. extensor digitorum communis (EDC): strekt 4 vingers
  • M. extensor digitorum quinti/minimi (EDM): strekt pink
  • M. extensor carpi ulnaris (ECU): strekt ulnaire zijde pols
  • M. supinator
  • M. abductor pollicus longus (APL): zorgt ervoor dat duim naar buiten gaat
  • M. extensor pollicus brevis/longus (EPB/L): strekt duim ter hoogte van interfalangeale gewricht
  • M. extensor indicis proprius (EIP): extra strekker wijsvinger, naar pink en wijs dus 2 strekkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Radiale mobile wad compartiment

A
  • M. brachioradialis (BR): elleboogflexie, testen door elleboog te buigen en aan te spannen
  • M. extensor carpi radialis longus (ECRL): over carpalia heen en strekt in pols, radiale kant en is lang
  • M. extensor carpi radialis brevis (ECRB)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diepe volaire compartiment

A
  • M. flexor digitorum produndus (FDP): diepe vinger buiger
  • M. flexor pollicis longus (FPL): lange buiger van duim
  • M. pronator quadratus (PQ): distaal tussen ulna en radius
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oppervlakkige volaire compartiment

A
  • M. flexor carpi ulnaris (FCU): ulnaire buiger van pols
  • M. flexor carpi radialis (FCR): radiale buiger van pols
  • M. flexor digitorum superficialis (FDS): oppervlakkige buigers van onderarm
  • M. palmaris longus (PL): erg oppervlakkig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Peeschede hand

A
  • Om de pezen heen zitten peesscheden met synoviale vloeistof om wrijving te voorkomen
  • Bij diepe infectie van vinger (panaritium) kunnen klachten zit ook in andere vinger uiten
  • Verklaring: doordat de peesscheden met elkaar verbonden zijn

Panaritium niet onderschatten: sepsis of dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ziekte van Quervain

A
  • Steriele ontsteking eerste compartiment
  • Door overbelasting of slijtage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aponeurose

A

Samenvoeging pezen en spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Knakken duim naar radiale zijde

A
  • Ulnaire collaterale ligament in duim kan losgetrokken worden
  • Als de collateraalband achter de aponeurose terechtkomt, komt het collaterale ligament niet meer terug bij insertie en kan het niet meer spontaan herstellen
  • Operatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Snuifdoos

A
  • M. extensor pollicus longus aan bovenzijde
  • M. extensor pollicis brevis
  • M. abductor pollicis longus aan onderzijde
  • Os scaphoideum op bodem

Aan de palmarie zijde ligt het os scaphoideum tegen duimmuis aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Thenar x innervatie

Hypothenar x innervatie

A
  • Thenar: n medianus
  • Hypothenar: n ulnaris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

N medianus x innervatie

A
  • Duim
  • Wijsvinger
  • Middelvinger
  • Radiale zijde ringvinger aan palmaire zijde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

N ulnaris x innervatie

A
  • Palmaire en dorsale zijde
  • Pink
  • Ulnaire zijde van ringvinger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

N radialis x innervatie

A

Dorsale zijde van hand en duim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

N radialis x motoriek

A
  • Dorsale compartiment dat zorgt voor extensie van pols en vingers
  • Dropping hand bij letsel
  • Bij letsel proximaal van elleboog zijn alle spieren geïnnerveerd door n radialis uitgevallen
  • Arm tegen zwaartekracht in strekken: bij hoog letsel in n radialis, proximaal van de aftakking naar de m. triceps kan de patiënt dit niet
17
Q

Symptomen letsel n radialis

A
  • Geen extensie elleboog
  • Geen extensie pols
  • Geen extensie duim en vingers
18
Q

N ulnaris innerveert…

A
  • Intrinsieke handspieren en flexoren van ringvinger en pink
  • Zenuw zorgt ook voor oppositie en adductie van duim
  • Bij letsel proximaal van pols: klauwhand
19
Q

Kenmerken klauwhand

A
  • Extensie in MCP
  • Atrofie m. interossei
  • Atrofie m. adductor pollicis
  • Atrofie hypothenar

Bij hoog letsel n ulnaris valt alles wat door deze zenuw geïnnerveerd wordt uit

Als men laag letsel heeft, blijven de polsfunctie en flexie van vingers behouden

20
Q

N medianus innerveert…

A
  • Flexoren aan radiale zijde
  • Bij uitval ontstaat er een preacher hand
  • Maken van vuist kan alleen ringvinger en pink bewegen (door n ulnaris geïnnerveerd)
  • Gebogen vinger niet kunnen strekker dan ook nog ziekte van Dupuytren door verkorting van fascia palmaris of trigger finger (pees blijft achter A1 pulley hangen)
21
Q

Kenmerken preacher hand

A
  • Atrofie thenar
  • Vuist maken onmogelijk
  • Droogte van huid van dig 1-3 en ulnaire zijde van dig 4
  • Zonder een beetje zweet is huid glad, gevoel en grip om voorwerpen te pakken verloren
22
Q

Proximale uitval n medianus (elleboog)

A
  • Alles dat door n medianus geïnnerveerd wordt, valt uit
  • Preacher hand
  • Hoog letsel
23
Q

Letsel n medianus distaler

A
  • Atrofie duimmuis
  • Atrofie m. lumbricales, maar geen preacher hand
  • Letsel van n medianus rond pols: lijkt op carpaal tunnel syndroom
24
Q

CTS

A
  • Tintelingen in vingers
  • Nacht
  • Wapperen