HC12 Flashcards

(10 cards)

1
Q

Hoe werkt echografie en wat is het doel?

A

Echografie gebruikt geluidsgolven die via een transducer het lichaam in gaan, reflecteren op structuren, en terugkomen als beeld. Toegepast bij wakkere, meewerkende dieren zonder veel pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekenen echoloos, echoarm en echorijk op een echo?

A

Echoloos (anechoic) = zwart (bijv. vocht), echoarm (hypoechoic) = donkergrijs, echorijk (hyperechoic) = wit (bijv. bot, lucht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is kleurendoppler bij echografie?

A

Toont bloedstroming: rood = naar probe, blauw = van probe af. Felheid duidt op snelheid. Regenboogkleuren wijzen op turbulente stroming, zoals bij lekkende hartkleppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de belangrijkste functies van een echoapparaat?

A

Beelden bekijken, witheid/donkerte aanpassen, diepte/focus instellen, afbeeldingen/video’s maken en labelen. Verschillende probes voor specifieke toepassingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen microconvex, lineair en macroconvex probes?

A

Microconvex: meest gebruikt, abdomen/thorax/oog. Lineair: veel detail, weinig diepte. Macroconvex: grotere diepte, minder detail.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het effect van frequentie op echobeelden?

A

Hogere frequentie = betere resolutie, minder diepte. Lagere frequentie = diepere penetratie, minder resolutie. Elke probe heeft andere frequentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn artefacten bij echografie?

A

Slagschaduw, distale versterking, reverberatie. Ontstaan door reflectieverschillen tussen weefsels, bijv. galblaas of steen in urineblaas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt MRI in de diergeneeskunde?

A

MRI gebruikt sterke magneten en elektrische stroom. Protonen in waterstof worden gedraaid door impulsen en geven energie vrij bij terugval, wat omgezet wordt in beeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de praktische aspecten van MRI bij dieren?

A

Geen metaal in kamer, sterke koeling nodig, luid geluid (oordoppen), patiënt onder narcose. Duurt ca. 30 minuten. Geen personen in kamer tijdens scan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn T1- en T2-sequenties bij MRI en hun betekenis?

A

T1: vet kleurt wit (hyperintens). T2: water kleurt wit. Verschillende sequenties geven andere informatie over weefselstructuur en afwijkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly