HC13 Flashcards

(25 cards)

1
Q

Wat is het doel van pathologie als vakgebied?

A

Het vormt de brug tussen basiswetenschap en kliniek en bestudeert structurele en functionele veranderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn taken binnen de diagnostische pathologie?

A

Diagnose stellen, kwaliteitscontrole, forensische vragen beantwoorden en verzekeringskwesties behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen sectie en biopsie?

A

Sectie gebeurt post mortem, biopsie bij levende dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekenen witte knobbeltjes op organen tijdens sectie?

A

Dit zijn granulomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaan donkere gebieden op de darm van een paard door omgevingsfactoren?

A

Ze kunnen ontstaan door lood in de lucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt een sectie in (post mortem onderzoek)?

A

Inzenden van dier, beoordelen buiten- en binnenkant, onderscheid tussen normaal en ziek weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekenen blauwe cellen op histologie-afbeeldingen?

A

Ze vormen vaak een tumor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt vaak gezien bij een mastceltumor?

A

Veel mastcellen met granulen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem belangrijke onderdelen van de checklist voor het indienen van een biopt.

A

Naam biopt, opslag, anamnese, eerdere testen, contactgegevens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn vereisten bij het nemen van een biopsie?

A

Geen knijp- of thermale artefacten, representatief monster, rekening houden met andere testen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn vereisten voor opslag en transport van een biopt?

A

Gebruik 10% formaline, goede container met naam, geen lekkage, niet invriezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat moet je absoluut vermijden bij transport van een biopsie?

A

Invriezen; dit beschadigt het weefsel voor histologisch onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat mag je in de sectiezaal nooit doen?

A

Schrijfmateriaal aanraken met handschoenen aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de stappen bij een sectie?

A

Lees anamnese, bekijk buitenkant, onderzoek organen, neem monsters, stel voorlopige conclusie op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe beschrijf je een laesie macroscopisch?

A

Grootte, vorm, oppervlakte, kleur, consistentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe bepaal je consistentie van een laesie tijdens sectie?

A

Door te vergelijken met je gezicht: zacht = lippen, stevig = neus, hard = voorhoofd.

17
Q

Wat is een morfologische diagnose?

A

Interpretatie van zichtbare (macro/microscopische) weefselveranderingen.

18
Q

Wat bevat een morfologische diagnose bij ontsteking?

A

Orgaan, type ontsteking, aard van infiltratie, verdeling, ernst, leeftijd.

19
Q

Wat bevat een morfologische diagnose bij tumoren?

A

Orgaan, type tumorcel, bijv. cutane fibrosarcoom.

20
Q

Wat is een etiologische diagnose?

A

Een diagnose die de waarschijnlijke oorzaak van de laesie beschrijft (bv. virale hepatitis).

21
Q

Wat is een differentiaaldiagnose?

A

Andere mogelijke oorzaken die minder waarschijnlijk zijn.

22
Q

Wat zijn voorbeelden van ziekten die je als naam van de ziekte kan gebruiken?

A

Pythiose, paratuberculose, ziekte van Johne.

23
Q

Wat zijn mogelijke etiologische oorzaken van een ziekte?

A

Bijv. Pythium insidiosum, Mycobacterium paratuberculosis, warmte, genetisch defect.

24
Q

wat geeft het witte in de longen weer?

25
welk ziektebeeld word aangetoond door de rode staafjes?
tuberculose