HC12 - Krebscyclus Flashcards

1
Q

Wat is een andere functie van de glycolyse, naast energie maken?

A

Het maken van bouwstenen, voor de synthese van bijvoorbeeld vetzuren en aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is de regulering van de glycolyse snelheid nodig?

A

Bij voldoende energie en/of bouwstenen, moet ophoping van intermediairen voorkomen worden, en bij een te kort aan energie en/of bouwstenen moet de glycolyse juist gestimuleerd worden.
Deze regulering vindt plaats bij de PFK en de PK.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
A

Als je PFK remt, verhoog je de twee voorgaande stoffen, waardoor hexokinase wordt geremd. Daardoor zal er geen nieuwe glucose meer uit de bloedbaan worden opgenomen.
Als je hexokinase zelf remt, zal er ook weinig ribose-5-fosfaat en glycogeen worden gemaakt, dus die kun je niet in de eerste stap al remmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe reguleert PFK de glycolyse in de spier?

A

Het remt als er veel ATP is, en het stimuleert als er veel ADP of AMP is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt de glycolyse in de spier in rust geremd?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt de glycolyse in de spier tijdens inspanning gestimuleerd?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe reguleert PFK de glycolyse in de lever?

A

De snelheid wordt dan met name bepaalt door de concentratie van de bouwstenen. De remming is door citraat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe remt hexokinase de glycolyse in de lever en spier?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe remt pyruvaat kinase de glycolyse in de lever en spier?

A

Het remt als er veel ATP is, of veel alanine, AcCoA.
Het stimuleert als er veel F1,6BP is (feed-forward)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er met het pyruvaat uit de glycolyse?

A

Het wordt de mitochondrion in getransporteerd, gevolgd door de krebscyclus (NADH wordt geoxideerd m.b.v. de ademhalingsketen).
Als dat niet gebeurt stopt de glycolyse door gebrek aan NAD+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de structuur van oxaloacetaat?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het pyruvaat dehydrogenase complex voor pad?

A

Een irreversibel pad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar gaan de elektronen van de krebscyclus heen?

A

Naar NAD+ en FAD+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat levert de omzetting van pyruvaat naar acetyl CoA op?

A

Een CO2 en 2 elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Als je glucose volledig verbrandt, wat krijg je dan?

A

Glucose is C6H12O6, en wordt afgebroken tot 6 CO2 en 6H2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werkt de pyruvaat dehydrogenase reactie?

A
17
Q

Wat haal je uit acetyl CoA bij de krebscyclus?

A

2 CO2, 8 elektronen (3 NADH en 1 FADH) en een ATP/GTP

18
Q

Waar gaan de elektronen heen die vrijkomen uit acetyl CoA tijdens de krebscyclus?

A

Naar NAD+ en FAD+

19
Q

Hoeveel ATP levert de krebscyclus op?

A

Een NADH levert de cel 2,5 ATP op, en een FADH levert de cel 1,5 ATP op. Uit de krebscyclus ontstaan 3 NADH, 1 FADH, en 1 ATP, en dus in totaal 10 ATP

20
Q

Leg de substrate-level phosphorylation in de krebscyclus uit

A
21
Q

Hoe wordt de krebscyclus gereguleerd?

A

Het meeste wordt er geremd bij de pyruvaat dehydrogenase, door ATP, acetyl CoA en NADH als er veel energie is. Als er weinig energie is, zijn ADP en pyruvaat veel aanwezig waardoor het juist weer gestimuleerd wordt.
Het wordt dus geremd door een hoge energiestatus en gestimuleerd door een lage energiestatus.
Verder wordt het nog geremd door isocitraat dehydrogenase en α-ketogluteraat dehydrogenase.

22
Q

Wat is de rol van de krebscyclus in de biosynthese?

A
23
Q

Wat is de totale reactie van de omzetting van pyruvaat in acetyl CoA?

A
24
Q

Wat is de netto reactie van de krebscyclus?

A
25
Q

Beschrijf de krebscyclus in 4 stappen

A
  1. Twee koolstofatomen komen de cyclus binnen in de condensatie van een acetyl-eenheid (van acetyl CoA) met oxaloacetaat. Twee koolstofatomen verlaten de cyclus in de vorm van CO2 in de opeenvolgende decarboxyleringen die worden gekatalyseerd door isocitraatdehydrogenase en α-ketoglutaraatdehydrogenase.
  2. Vier paar waterstofatomen verlaten de cyclus in vier oxidatiereacties. Twee NAD+ moleculen worden gereduceerd in de oxidatieve decarboxylering van isocitraat en α-ketoglutaraat één FAD molecuul wordt gereduceerd in de oxidatie van succinate, en één NAD+ molecuul wordt gereduceerd in de oxidatie van malate. Bedenk ook dat bij de oxidatieve decarboxylering van pyruvaat tot acetyl-CoA één NAD+-molecuul wordt gereduceerd.
  3. Eén ATP wordt gegenereerd uit de splitsing van de thioesterverbinding in succinyl CoA.
  4. Er worden twee watermoleculen verbruikt: één bij de synthese van citraat door de hydrolyse van citryl CoA en de andere bij de hydratatie van fumaraat.
26
Q

Hoe wordt oxaloacetaat in de krebscyclus aangevuld?

A

Door omzetting van pyruvaat in oxaloacetaat