HC16 - Aminozuren: afbraak en opbouw

Question 1

Hoeveel ATP wordt geproduceerd per NADH?

Answer 1

Question 2

Hoe heet het enzym dat deze reactie katalyseert?

Answer 2

Acetyl-CoA carboxylase

Question 3

Wat kun je uiteindelijk met C₁₆ vetzuren doen?

Answer 3

• TAG van maken en het opslaan in vetweefsel of lever
• Langere ketens van maken d.m.v. ketenverlenging
• Onverzadigheden inbouwen

Question 4

Dieren kunnen maar beperkte dubbele bindingen maken in een vetzuur. Wat is de beperking?

Answer 4

Dieren kunnen slecht als laatste op delta 9 een dubbele binding inbouwen. Dat betekent dat vetzuren zoals op dit plaatje essentiële vetzuren zijn die we uit de voeding moeten halen.

Question 5

Hoeveel acetyl-CoA gaat de krebscyclus is en hoeveel gaat er naar ketonlichamen?

Answer 5

Dat ligt aan de hoeveelheid acetyl-CoA dat aanwezig is, en aan de energie behoefte. Als er genoeg ATP wordt gemaakt zal er acetyl-CoA naar ketonlichamen toe gaan.

Question 6

Wat gebeurt er in de lichaam met de glucose concentratie als je slaapt?

Answer 6

Question 7

Welke twee dingen kunnen aminozuren zijn bij de afbraak?

Answer 7

Ze kunnen glucogeen zijn, oftewel er kan glucose uit gemaakt worden, of ketogeen, oftewel er kan een ketonlichaam uit gemaakt worden.

Question 8

Waarin wordt een aminozuur afgebroken?

Answer 8

Een koolstofskelet en een aminogroep. Het koolstofskelet gaat via de vorming van alfa-ketozuren tot een 7-tal ‘eindproducten’, die weer verder gebruikt kunnen worden.

Question 9

Hoe vorm je uit alanine een alfa-ketozuur? Welk alfa-ketozuur vorm je dan?

Answer 9

Je haalt de NH₃ groep van alanine weg, en maakt er een dubbel gebonden O van. Je hebt nu pyruvaat gemaakt.

Question 10

Wat is het alfa-ketozuur van aspartaat?

Answer 10

Oxaloacetaat

Question 11

Wat is het alfa-ketozuur van glutamaat?

Answer 11

Alfa-ketogluteraat

Question 12

Hoe heten de enzymen die aminozuren omzetten in alfa-ketozuren? Welke omzetting is hieraan gekoppeld? Waarom zit dit koppel er altijd bij?

Answer 12

Aminotransferasen.
Tijdens dit proces wordt een alfa-ketogluteraat omgezet in een glutamaat.
Dit koppel zit er altijd bij omdat je de glutamaat weer terug om kan zetten in alfa-ketogluteraat, door het oxidatief te amineren. Je knipt dan de NH₄⁺ er af, die vervolgens gekoppeld wordt aan CO₂ en als een deel van het ureum, de ureum cyclus in kan.

Question 13

Op welke twee manieren kan stikstof de ureum cyclus in?

Answer 13

Het kan als een vrij NH₄ molecuul de ureum cyclus in na afsplitsing van glutamaat, of het kan (nadat het is overgegeven van glutamaat aan aspartaat) met aspartaat de ureum cyclus in.

Question 14

Op welke twee manieren wordt stikstof naar de lever gebracht? En welke twee manieren kan stikstof de ureum cyclus in?

Answer 14

Het stikstof kan als alanine (uit de glucose-alaninecyclus) of als glutamine (drager van 2 amino-groepen, gevormd uit glutamaat door
glutamine synthetase) naar de lever gebracht worden.
Het kan als een vrij NH_{4/ molecuul de ureum cyclus in na afsplitsing van glutamaat, of het kan (nadat het is overgegeven van glutamaat aan aspartaat) met aspartaat de ureum cyclus in.}

Question 15

Hoe werkt de oxidatieve deaminering van glutamaat?

Answer 15

Question 16

Wat kun je niet doen in de spier m.b.t. glucose?

Answer 16

Je kan in de spier geen vrije glucose maken uit glycogeen, omdat je geen glucose-6-fosfatase hebt

Question 17

Waar is de ureumcyclus goed voor en waar vindt het plaats?

Answer 17

Het neutraliseert het toxische NH₄⁺, en vindt plaats in de lever. Het ene deel van de cyclus gebeurt in het mitochondrion, het andere deel in het cytosol. Het is een gesloten circuit, waarin je heel veel stikstof van aminozuren uit kunt halen, omdat alles weer terug wordt gegenereerd in dezelfde cyclus.

Question 18

Uit welke aminozuren kun je welke alfa-ketozuren vormen?

Answer 18

De roze aminozuren zijn glucogenen, de gele zijn ketogenen.
Alleen leucine en lysine zijn echt alleen ketogenen.
Threonine, isoleucine, fenylalanine, tryptofaan en tyrosine zijn zowel ketogeen als glucogeen.
Alanine, cysteïne, glycine, serine, asparagine, aspartaat, arginine, methionine, valine, glutamaat, glutamine, histidine en proline zijn alleen glucogeen

Question 19

Hoeveel aminozuren kunnen we zelf maken?

Answer 19

Van de 20 aminozuren kunnen wij er 11 maken, omdat we daarvan het koolstofskelet kunnen vormen

Question 20

Tot welke producten kunnen we aminozuren afbreken?

Answer 20

Question 21

Het stikstofatoom dat door de transaminase reactie getransfereerd werd naar α- ketoglutaraat (wat daardoor glutamaat werd) kan worden omgezet in een vrij ammonium-ion door de oxidatieve deaminering van glutamaat waarbij weer αketoglutaraat ontstaat. Deze reactie wordt gekatalyseerd door…?

Answer 21

Glutamaat dehydrogenase (GDH)

Question 22

Wat is ammonia (NH₄⁺) van ammoniak (NH₃)?

Answer 22

Ammonia is ammoniak opgelost in water, en is toxisch en dient door de lever ontgiftigt te worden.

Question 23

Hoe is glutamine een goeie transport vorm van stikstof?

Answer 23

Glutaminesynthetase katalyseert de synthese van glutamine uit glutamaat en NH₄⁺ in een ATP-afhankelijke reactie. De stikstofatomen van glutamine kunnen in de lever worden omgezet in ureum.

Question 24

Wat is de essentie van de ureumcyclus?

Answer 24