HC6 week 4 Flashcards

1
Q

wanneer spreken we van hypertensie?

A

bij een bloeddruk > 140/90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is primaire hypertensie?

A

hypertensie waarvan geen oorzaak is aan te wijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is secundaire hypertensie?

A

hypertensie met een hele duidelijke oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

komt primaire of secundaire hypertensie meer voor?

A

primair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

primaire hypertensie is vaak multifactoreel, dus meerdere factoren die voor de hypertensie zorgen. hier zit ook een erfelijke component bij die zorgt voor de hypertensie.

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer denken we aan een secundaire oorzaak van de hypertensie?

A
  • jonge patiënten
  • plots ontstaan of verergeren
  • negatieve familie-anamnese
  • hypertensieve crisis (opeens escaleren)
  • therapieresistentie
  • kenmerkende symptomatologie
  • afwijkingen lichamelijk onderzoek of bij routinelab
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

primaire hypertensie is een soort wisselwerking tussen omgevingsfactoren en genen.

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

secundaire hypertensie oorzaken:

A
  • slaap-apneu syndroom (OSAS)
  • endocrien
  • dieet, genotsmiddelen
  • (reno)vasculair
  • parenchymateuze nierziekten
  • geneesmiddelen
  • monogenetisch (1 mutatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke hormonen zorgen voor een stijging van de bloeddruk?

A
  • renine
  • adrenaline
  • aldosteron
  • cortisol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het belangrijkste orgaan om de bloeddruk te regelen?

A

de nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houdt een primair hyper-aldostrenisme in?

A

er wordt overmatig veel aldosteron geproduceerd door de bijnieren, waardoor de bloeddruk omhoog gaat.
de retentie van water en natrium neemt toe.
de uitscheiding van kalium neemt toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat bedoelen we met een drophypertensie?

A

hypertensie door het zout in drop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe zorgt drop voor een hoge bloeddruk?

A
  • cortisol wordt heel snel omgezet in cortison
  • dat cortison kan daardoor niet meer aan de mineralen corticoïden receptor binden
  • het glycerine zuur in drop remt het enzym, waardoor er dus veel meer cortisol ter plekke in de nier beschikbaar is.
  • dat cortisol gedraagt zich dan als aldosteron en zorgt voor een hoge bloeddruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe is de aldosteronwaarde bij drophypertensie?

A

laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geeft zoute of zoete drop een hogere bloeddruk?

A
  • hoe meer drop smaak, hoe meer glycerine zuur
  • in zoete drop zit meer glycerine zuur dan in zoute drop
  • zoete drop geeft dus een hogere bloeddruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mensen met nierinsufficiëntie hebben eigenlijk altijd wel een verstoorde bloeddruk, renale hypertensie. dit komt omdat de nieren het zout minder goed kunnen uitscheiden en daardoor et bloedvolume toeneemt en dus ook de vaatweerstand.

A

17
Q

wat is renovasculaire hypertensie?

A

hypertensie door een verminderde perfusie van de nier. het is een vorm van secundair hyper aldostrenisme.
de nier denkt dat er te weinig perfusie is en gaat daardoor extra renine afgeven. daardoor gaat de bloeddruk omhoog en uiteindelijk ook de aldosteron.

18
Q

wanneer kan renovasculaire hypertensie ontstaan?

A

bij een nierarteriestenose