Hoofdstuk 10 Flashcards
(25 cards)
Nagebootste stoornis
Een stoornis waarbij een persoon fysieke symptomen veinst of opwekt, meestal met als doel de rol van zieke op zich te nemen (ook wel Münchhausen genoemd).
Münchhausen by proxy
Een nagebootste stoornis die wordt opgewekt bij een ander (meestal een kind of oudere onder de zorg van de persoon).
Conversiestoornis
Een stoornis waarbij lichamelijke symptomen de vrijwillige motorische of sensorische functies beïnvloeden, maar waarbij de symptomen niet overeenkomen met bekende medische aandoeningen.
Somatisch–symptoomstoornis
Een stoornis waarbij mensen buitensporig veel last, bezorgdheid en angst ervaren over lichamelijke symptomen, en waarbij hun leven onevenredig wordt verstoord door deze symptomen.
Primair gewin
In de psychodynamische theorie: het voordeel dat mensen halen uit het feit dat hun somatische symptomen interne conflicten uit het bewustzijn houden.
Secundair gewin
In de psychodynamische theorie: het voordeel dat mensen halen uit het feit dat hun somatische symptomen vriendelijkheid van anderen oproepen of een excuus vormen om onaangename activiteiten te vermijden.
Ziekteangststoornis
Een stoornis waarbij mensen chronisch angstig en gepreoccupeerd zijn met de gedachte dat zij een ernstige ziekte hebben of kunnen krijgen, ondanks het ontbreken van lichamelijke symptomen.
Psychofysiologische stoornissen
Stoornissen waarbij biologische, psychologische en socioculturele factoren samenwerken om een lichamelijke ziekte te veroorzaken of te verergeren. Ook wel: psychologische factoren die andere medische aandoeningen beïnvloeden.
Maagzweer
Psychofysiologisch: een zweer die zich vormt in de wand van de maag of de twaalfvingerige darm (duodenum).
Astma
Psychofysiologisch: een aandoening die wordt gekenmerkt door vernauwing van de luchtpijp en bronchiën, wat leidt tot kortademigheid, piepende ademhaling, hoesten en een verstikkend gevoel.
Slapeloosheid
Psychofysiologisch: moeite met in slaap vallen of in slaap blijven.
Spierspanningshoofdpijn
Psychofysiologisch: een hoofdpijn veroorzaakt door het samentrekken van spieren rond de schedel, ook wel spanningshoofdpijn genoemd.
Migrainehoofdpijn
Psychofysiologisch: een zeer hevige hoofdpijn die aan één kant van het hoofd optreedt, vaak voorafgegaan door een waarschuwingssignaal en soms gepaard gaat met duizeligheid, misselijkheid of braken.
Hypertensie
Psychofysiologisch: chronisch hoge bloeddruk.
Coronaire hartziekte
Psychofysiologisch: een hartaandoening veroorzaakt door een blokkade in de kransslagaders.
Type A–persoonlijkheidsstijl
Een persoonlijkheidspatroon gekenmerkt door vijandigheid, cynisme, gedrevenheid, ongeduld, competitiviteit en ambitie.
Type B–persoonlijkheidsstijl
Een persoonlijkheidspatroon waarbij iemand meer ontspannen, minder agressief en minder gefocust op tijd is.
Psychoneuro–immunologie
De studie van de verbanden tussen stress, het immuunsysteem van het lichaam en ziekte.
Immuunsysteem
Het netwerk van activiteiten en cellen in het lichaam dat antigenen en kankercellen opspoort en vernietigt.
Antigeen
Een lichaamsvreemde indringer, zoals een bacterie of virus.
Lymfocyten
Witte bloedcellen die door het lymfestelsel en de bloedbaan circuleren, en het lichaam helpen bij het herkennen en vernietigen van antigenen en kankercellen.
Gedragsgeneeskunde
Een vakgebied dat psychologische en lichamelijke interventies combineert om medische problemen te behandelen of te voorkomen.
Ontspanningstraining
Een behandeltechniek waarbij cliënten leren om zichzelf bewust te ontspannen, zodat ze zich kunnen kalmeren in stressvolle situaties.
Biofeedback
Een techniek waarbij een cliënt informatie krijgt over lichamelijke reacties terwijl deze plaatsvinden, en leert deze reacties vrijwillig te beheersen.