Hoofdstuk 16 Flashcards

(14 cards)

1
Q

Persoonlijkheidsstoornis

A

Een blijvend, rigide patroon van innerlijke ervaringen en uiterlijk gedrag dat herhaaldelijk afbreuk doet aan iemands gevoel van eigenwaarde, emotionele ervaringen, doelen, vermogen tot empathie en/of vermogen tot intimiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt door een patroon van wantrouwen en achterdocht jegens anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door aanhoudende vermijding van sociale relaties en weinig expressie van emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door extreem ongemak in hechte relaties, zeer vreemde denk– en waarnemingspatronen en excentrieke gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Antisociale persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door een algemeen patroon van minachting en schending van de rechten van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Borderline persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door herhaaldelijke instabiliteit in interpersoonlijke relaties, zelfbeeld en stemming, en impulsief gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mentalisatie

A

Het vermogen om de eigen mentale toestand en die van andere mensen te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dialectische gedragstherapie

A

Een uitgebreide behandelingsaanpak, met name toegepast in gevallen van borderline persoonlijkheidsstoornis en/of suïcidale intentie: omvat zowel individuele therapiesessies (met cognitieve gedragsinterventies) als groepssessies (met sociale vaardigheidsopbouw en ondersteuning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Histrionische persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt door een patroon van overmatige emotionaliteit en aandacht vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Narcistische persoonlijksstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt door een breed patroon van grandioosheid, behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vermijdende persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door consequent ongemak en terughoudendheid in sociale situaties, overweldigende gevoelens van ontoereikendheid en extreme gevoeligheid voor negatieve evaluatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door een patroon van vasthouden en gehoorzamen, verlatingsangst en een voortdurende behoefte om verzorgd te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Obsessief–compulsieve persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis die gekenmerkt wordt door zo’n intense focus op ordelijkheid, perfectionisme en controle dat de persoon flexibiliteit, openheid en efficiëntie verliest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Personality disorder–trait specific (PDTS)

A

Een persoonlijkheidsstoornis die momenteel wordt onderzocht voor opname in een toekomstige herziening van de DSM–5. Mensen zouden de diagnose krijgen als ze significante beperkingen in hun functioneren hadden als gevolg van een of meer zeer problematische trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly