Hoofdstuk 7,8,9 Flashcards
(44 cards)
Depressie
Een neerslachtige stemming gekenmerkt door aanzienlijke gevoelens van verdriet, gebrek aan energie, een laag gevoel van eigenwaarde, schuld of aanverwante symptomen.
Manie
Een toestand of episode van uitzinnig gedrag waarin mensen een overdreven overtuiging hebben dat de wereld voor hen openligt.
Depressieve stoornissen
De groep stoornissen die gekenmerkt worden door unipolaire depressie.
Unipolaire depressie
Depressie zonder een voorgeschiedenis van manie.
Bipolaire stoornis
Een stoornis gekenmerkt door afwisselende of gemengde perioden van manie en depressie.
Ernstige depressieve stoornis
Een ernstig patroon van depressie dat invaliderend is en niet veroorzaakt wordt door factoren zoals drugs of een algemene medische aandoening.
Persisterende depressieve stoornis
Een chronische vorm van unipolaire depressie gekenmerkt door aanhoudende en terugkerende symptomen van ernstige of milde depressie.
Premenstruele dysfore stoornis
Een stoornis gekenmerkt door herhaalde episoden van significante depressie en aanverwante symptomen in de week voorafgaand aan de menstruatie.
Noradrenaline
Een neurotransmitter waarvan abnormale activiteit in verband wordt gebracht met depressie en paniekstoornis.
Serotonine
Een neurotransmitter waarvan abnormale activiteit in verband wordt gebracht met depressie, obsessieve–compulsieve stoornis en eetstoornissen.
Symbolisch verlies
Volgens de Freudiaanse theorie: het verlies van een waardevol object (bijvoorbeeld een baan) dat onbewust wordt geïnterpreteerd als het verlies van een geliefde. Ook wel ingebeeld verlies genoemd.
Cognitieve triade
De drie vormen van negatief denken die volgens Aaron Beck leiden tot depressie: een negatieve kijk op iemands ervaringen, zichzelf en de toekomst.
Automatische gedachten
Talrijke onaangename gedachten die bijdragen aan of het in stand houden van depressie, angst of andere psychologische stoornissen.
Aangeleerde hulpeloosheid
De overtuiging, gebaseerd op eerdere ervaringen, dat men geen controle heeft over de bekrachtiging in het leven.
Bipolaire–I–stoornis
Een type bipolaire stoornis gekenmerkt door volledige manische en ernstige depressieve episoden.
Bipolaire–II–stoornis
Een type bipolaire stoornis gekenmerkt door milde manische (hypomane) episoden en ernstige depressieve episoden.
Cyclothyme stoornis
Een stoornis gekenmerkt door talrijke perioden van hypomane symptomen en milde depressieve symptomen.
Gedragsactivatie
Een therapie voor depressie waarbij de therapeut systematisch werkt aan het verhogen van het aantal constructieve en plezierige activiteiten en gebeurtenissen in het leven van de cliënt.
Cognitieve therapie
Een therapie ontwikkeld door Aaron Beck die mensen helpt om onaangepaste aannames en denkpatronen te identificeren en te veranderen die bijdragen aan hun psychologische stoornissen.
Interpersoonlijke psychotherapie (IPT)
Een behandeling voor unipolaire depressie die gebaseerd is op de overtuiging dat het verduidelijken en veranderen van interpersoonlijke problemen bijdraagt aan herstel.
Relatietherapie
Een therapievorm waarin de therapeut werkt met twee mensen die een langdurige relatie delen.
MAO–remmer
Een antidepressivum dat de werking van het enzym monoamine–oxidase voorkomt (dat serotonine afbreekt).
Tricyclisch antidepressivum
Een antidepressivum zoals imipramine dat drie ringen in zijn moleculaire structuur heeft.
Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s)
Een groep tweede–generatie antidepressiva die specifiek de serotonineactiviteit verhogen zonder andere neurotransmitters te beïnvloeden.