Hoofdstuk 18 Flashcards
(17 cards)
Geropsychologie
Het gebied van de psychologie dat zich bezighoudt met de geestelijke gezondheid van ouderen
Delerium
Een zich snel ontwikkelende, acute stoornis in aandacht en oriëntatie waardoor het erg moeilijk is om je te concentreren en helder en georganiseerd te denken
Neurocognitieve stoornis
Een stoornis die wordt gekenmerkt door een significante achteruitgang in ten minste één gebied van het cognitief functioneren
Majeure neurocognitieve stoornis
Een neurocognitieve stoornis waarbij de achteruitgang in cognitief functioneren substantieel is en interfereert met het vermogen van een persoon om onafhankelijk te zijn.
Milde neurocognitieve stoornis
Een neurocognitieve stoornis waarbij de achteruitgang in cognitief functioneren bescheiden is en niet interfereert met het vermogen van een persoon om onafhankelijk te zijn.
Ziekte van Alzheimer
De meest voorkomende vorm van neurocognitieve stoornis, die meestal optreedt na het 65e levensjaar en vooral wordt gekenmerkt door geheugenstoornissen.
Seniele plaques
Bolvormige afzettingen van beta–amyloïde eiwit die zich vormen in de ruimtes tussen neuronen en in bepaalde bloedvaten van de hersenen naarmate mensen ouder worden. Mensen met Alzheimer hebben een bovenmatig hoog aantal van deze plaques.
Neurofibrillaire tangles
Verwrongen eiwitvezels die zich in bepaalde neuronen vormen naarmate mensen ouder worden. Mensen met Alzheimer hebben een bovenmatig hoor aantal van dergelijke ‘tangles’
Biomarkers
Biochemische, moleculaire, genetische of structurele kenmerken die meestal gepaard gaan met een ziekte
isStressor
Een gebeurtenis die iets vereist, kan stress veroorzaken wanneer dit wordt gezien als bedreigend
Stress response
De reactie van een persoon op een stressor
Gelokaliseerde dissociatieve amnesie
Meest voorkomende type: verlies van alle herinneringen aan gebeurtenissen die binnen een beperkte periode hebben plaatsgevonden
Selectieve dissociatieve amnesie
Geheugenverlies voor sommige, maar niet alle, gebeurtenissen die binnen een bepaalde periode plaatsvinden
Gegeneraliseerde dissociatieve amnesie
Geheugenverlies beginnend met een gebeurtenis, maar zich uitstrekkend in de tijd; kan het identiteitsgevoel verliezen; herkent misschien familie en vrienden niet
Continu dissociatieve amnesie
Vergeten gaat door in de toekomst; vrij zeldzaam in gevallen van dissociatief geheugenverlies
Jamais vu
Tegengestelde van déjà vu, een persoon herkend iets niet wat hij wel zou moeten herkennen