hoorcollege 11 behandelmethodes Flashcards

(21 cards)

1
Q

CGT

A

empirisch best ondersteunende psychologische interventie in de geestelijke gezondheidszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

karakteristieken CGT

A
  • gestructureerd in op een volgende stadia, duidelijke tijdsstructuur met een start, middel en eindfase
  • gestructureerd in verschillende onderwerpen en subjecten
  • gestructureerd in gelijktijdige lagen
  • wetenschappelijke attitude en onderzoeksgericht
  • doe therapie meer dan praat therapie
  • tijdsgelimiteerd
  • sterk symptoom georiënteerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gestructureerd en gelijktijdige lagen

A
  • toepassing van effectieve therapeutische interventies
  • ondertussen in contact blijven met de patient
  • meenemen in welk systeem de patient deel neemt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sterk symptoom georiënteerd werken

A
  • door impact van de symptomen direct te verminderen
  • door te richten op onderhouden van mechanismes, meningen en attitudes, kan door het identificeren van automatische gedachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

somatisch symptoom en gerelateerde stoornissen (SS&RD)

A

allemaal somatisch en gaan gepaard met emotionelen problemen
- somatisch symptoom stoornis
- ziekte angst stoornis
- conversiestoornis
- psychologische factoren die effect hebben op andere medische condities
- kunstmatige stornis
- andere specifieke somatische symptomen en gerelateerde stoornissen
- ongespecificeerde somatische symptomen en gerelateerde stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stoornissen in categorie SS&RD passen maar wel gepaard met somatische klachten

A
  • depressie: vermoeidheid, slaap, verstoring
  • paniekstoornis: hartkloppingen, duizeligheid
  • anorexia nervosa : lichaamsgewicht, amenorrhea
  • sociale angst stoornis: blozen en zweten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

probleem SS&RD

A

patient voelt zich beschuldig van mentaal ziek zijn, en voelt niet serieus genomen door arts
- door weerstand patient om mentale case te zijn kan er sprake zijn van: dropout, niet op komen dagem, weinig naleving, patient niet betrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Evidence based (EB) behandelingen in SS&RD

A
  • somatische symptoom soornis -> consequenties model
  • ziekte angst stoornis -> cognitieve herstructurering & exposure in combinatie met respnonse-preventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

consequenties model

A

speciaal ontwikkeld voor SS&RD’s
rationale als volgt
- we weten dat je symptomen hebt
- we weten niet wat deze symptomen veroorzaken en dat hoeven we niet te weten
- we weten wel de consequenties van de symptomen
- schade is ons hoofddoel voor de behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

diagnose consequenties model

A
  • welke somatische symptomen zijn aanwezig
  • assesment van de consequenties van somatische symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

assesment somatische symptomen

A
  • gedragsmatig
  • emotioneel
  • sociaal
    -fysieke
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gedragsmatig

A

vermijden van fysieke moeite, continu checken voor symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

emotioneel

A

verdriet, angst, depressiviteit, boosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sociaal

A

isolatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fysieke

A

verlies fitheid; obesitas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

na vaststellen consequenties

A
  • behandeldoel vaststellen
  • kijken eerste consequentie voor interventie
  • analyseer de consequentie voor de interventie
  • selecteer en pas interventies toe om deze aanhoudende factor te veranderen
  • evalueren van resultaten
17
Q

ziekteangststoornis: hypochondrie

A

angst om een serieuze somatische ziekte te krijgen, onder medische onderbouwing en ondanks een goede medische check

18
Q

betekenisanalyse (AoM) ziekteangststoornis

A

er zijn onschuldige fysieke symptomen en deze activeren de cognitieve representatie van de patient dat hij op het punt staat een dodelijke ziekte te onwikkelen

19
Q

functieanalyse (AoF) ziekteangststoornis

A

door deze angst gaan patienten voortdurend fysieke symptomen controleren, ze denken hierdoor dat ze vroegtijdig een ziekte zullen ontdekken als die ontstaat

20
Q

behandelplan ziekteangststoornis

A
  • cognitief uitdagen van disfunctionele interpretaties
  • blootstelling + responsie preventie
  • patient verklaring geven waarom excessief zoeken niet helpt
  • assessment van controlerend gedrag
  • responspreventie als therapeutische taak