hoorcollege gyaenocologie (5) Flashcards

(65 cards)

1
Q

vrouwen vaker medisch onderzoek

A
  • kunnen kinderen krijgen
  • worden ouder dan manen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

rol psycholoog bij gynaecologie

A
  • screening
  • meer diepgaande psy beoordeling
  • interdisciplinair overleg en mogelijk doorverwijzing
  • psycho-educatieve groepen ( leefstijl veranderingen )
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

contextuele factoren relevant in gynaecologische settings

A
  • stress
  • relationele context en wederkerigheid
  • blootstelling aan geweld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stress

A

vrouwen hebben meer stress dan mannen, want ze hebben meet verantwoordelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

relationele context en wederkerigheid

A

wederkerigheid wordt gezien als een gevoel van connectie met anderen en de mogelijkheid om relaties met andere te creeeren, behouden en groeien
- dit promoten zorgt voor mentale en fysieke gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

blootstelling aan geweld

A

vrouwen hebben twee keer zo hoog risico op PTSD en ook vaker psychiatrische problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

allereerste menstruatie

A

95% tussen 11-15 jaar in NL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

eerste keer seksueel lactief

A

15.5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

gemiddelde leeftijd kinderen

A
  • 30 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gemiddelde leeftijd hoogopgeleide vrouwen

A
  • 34 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leeftijd menopauzr

A
  • 51 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

PMS

A
  • kunt bij psycholoog terecht
  • onbeschrijfelijke spanning net voor menstruatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

DSM-3

A
  • eerst als late luteal phase disorder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DSM 4

A

als PMS en PMDD
- premenstrueel dysforisch stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

symptomen pms

A
  • depressief
  • verminderde concentratie
  • meer eten
  • meer alcohol
  • pijnlijke borsten
  • vocht vasthouden
  • vermoeidheid en hoofdpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wereldwijde preventie PMS

A

tussen 10 en 98%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

PMS hangt samen met

A
  • stress
  • slechte gezondheid
  • single zijn
  • leeftijd 35-44
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

PMS komt vaker voor bij

A

ontgetrouwden vrouwen tussen 35-44 jaar en minder vaak bij meiden die de pil slikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

evaluatie PMS

A
  • interview
  • dagelijkse rating formulier/dagboekje
  • vragenlijst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

interview

A

intake en dagboekje incullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

vragenlijst

A
  • moos menstrual distress questionnaire
  • premenstrual assessment form
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

PMS behandelen als multidiciplinair systeem

A
  • erkenning en validatie diagnose PMS
  • leefstijl veranderingen
  • slikken antidepressiva en cognitieve gedragstherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

kans zwangerschap beide vruchtbaar

A
  • 25%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

hoeveel eindigt in miskraam

A
  • 20%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
hoeveel niet gepland (NL)
- 30%
26
hoeveel ongewenst
- 15%
27
eerste trimester
- belangrijkste fase ontwikkeling foetus - einde 1e trimester zijn organen, benen en armen ontwikkeld - 10e week verloskundige, medische check begint ook, termijn echo
28
symptomen 1e trimester
- vermoeidheid - misselijkheid - groeiende/pijnlijke borsten - gekke etenswaren - afkeer bepaalde geuren
29
2e trimester
- buik groeit, weinig klachten - groei foetus door dokter bijgehouden en elke maand midwife - gekeken of je zwangerschapsdiabetes hebt
30
3e trimester
- buik wordt irritant - gem. 14 kilo dikker - opgezwollen enkels - milde weeën - ontsluiting mag je persen
31
prenataal screening
- combinatie test - nieuwe test
32
combinatie test
- nekplooiing en bloed afgenomen om syndroom van down vast te stellen - ook gekeken voldoende vruchtwater
33
20 weken echo
- waterhoofd - open rug of schedel - afwijking hart - nieren - ontbrekende lichaamsdelen - genetische afwijking
34
nieuwe test/ prenatale diagnostiek
- NIP test - CVS test - amniocentesis test
35
NIP tesp
werkt met bloedafname - kijkt naar chromosomale afwijkingen
36
CVS test
- vlokken test, klein stukje placenta weggenomen in 1e trimester - 1 op 100 kan miskraam
37
Amniocentesis
- vruchtwaterpunctie - chromosomen patroon zien en kijken voor afwijkingen - kans miskraam 1 op 200
38
postnatale depressie
- ontstaat binnen 4 weken na einde bevalling - depressieve gevoelens - geen zin ondernemen activiteiten - problemen zorgen baby - schuldgevoelens en weinig zelfvertrouwen - problemen concentratie - traag worden en doen in praten
39
risicofactoren postnatale depressie
- eerdere depressie (50% meer risico) - prenatale depressie - veel angst tijdens zwangerschap - laag zelfvertrouwen - neurotische persoonlijkheid - slechte relatie partner - weinig sociale steun
40
stressoren gerelateerd aan postnatale depressie
- verstoorde slap - fysieke veranderingen geassocieerd met bevallen - borstvoeding leren - monotome planning - minder tijd met partner - verminderd salaris
41
prevalentie postnatale depressie
- 10-16%
42
behandelen postnatale depressie
- moet snel, geven vaak minder voeding of vaccinaties - antidepressiva - hoe je andere vormen van depressie behandelt
43
postnatale psychoses
- psychose die optreedt na eerste 4 weken bevalling - 1 a 2 op 1000 - kans is groot ervaren bij volgende zwagerschap - 70% relapsed
44
kenmerken postnatale psychose
- depressieve of blije stemming - stemmingswisselingen - onsamenhangende gedachten - gedachten over suïcide - gedachtes doden kind - radicale veranderingen ten opzichte gedrag hiervoor
45
perinatale angst
- OCD of paniekstoornis
46
gevolgen perinatale angst
- vroege bevalling - zwangerschapsvergiftiging - laag gewicht - benauwdheid - keizersnede - depressies
47
perinatale verlies
- doodgeboorte of miskraam, miskraam is onder 20 weken
48
doodgeboorte
zwangerschap langer dan 20 weken, 1%
49
behandelingen onvruchtbaarheid
- ICSI - IVF - POP-poli's
50
ICSI
vorm van IVF maar bevruchting vindt plaats door 1 zaadcel rechtstreeks in eicel te doen, alleen als man verminderd vruchtbaar is doe je dit
51
IVF
eitjes worden bevrucht in lab - succes rate 21% - levert veel stress op en 20% ervaart reactieve depressie
52
POP-Poli's
- voor vrouwen die psychische klachten hebben of hebben gehad - samenwerking kindergeneeskunde, psychiatrie en verloskundige
53
symptomen menopauze
- hot flushes, hoofdpijn - osteoporose - verhoogde kans hart een vaatziekte door afname oestrogeen - minder elastisch genitale tissue, minder gevoelig
54
osteoporose
botafbraak
55
seksuele problemen menopauze
- lager libido - problemen met orgasmes - ervaren van pijn - lack of arousal
56
incontinentie van urine menopauze
ongewild urine verlies - symptoom, geen ziekte
57
vormen incontinentie vrouwen
- stress - aandrang
58
stress
druk vanuit buik door te lachen of te niezen en je verliest urine
59
aandrang
gevoel dat je moet plassen, ineens blaas gestimuleerd - niet meer ophouden door infectie of neurologische stoornis
60
chronische bekkenpijn (CPP)
- non-cyclisch - gelokaliseerde pijn - constant of terugkerend in lage buispieren - ten minste 6 maanden
61
risicofactoren CPP
- verkleving in de bekken - endometriose - prikkelbare darmsyndroom - verwijde bekkenaders - veranderde sensorische werking van ruggenmerg en hersenen die pijnperceptie versterkt - bekkenontsteking - ges van miskraam - jonge leeftijd - lage opleiding - ges van seksuele of fysieke mishandeling
62
2 soorten seksuele problemen DSM
1. hypoactive sexual desire stoornis: afwezigheid van seksuele fantasien of gedachten en verlangen of receptiviteit voor seksuele activiteit 2. seksuele aversiestoornis: fobische aversie voor en ontwijking van seksueel contact
63
4 categorien dysfunctie
1. verlangen 2. arousal 3. orgasme 4. pijn
64
2 categoriën seksuele opwinding
- persoonlijk of emotioneel gevoel van opwinding - adequate genitale of andere fysieke response
65
tips voor psychologen
- help om te gaan met probleem - geef gepaste feedback op de arts die doorverwezen heeft - maak contact met gynaecoloog - probeer deel te nemen aan multidisciplinaire teams - specialiseer jezelf in gynaecologische behandelingen