hoorcollege maag darm stelsel (8) Flashcards

(56 cards)

1
Q

maag darmstelsel

A
  • van mond tot kont
  • door slokdarm naar de maag door peristaltische bewegingen om voeding naar maag te duwen
  • naar maag met maagzuur
  • wat over is naar duodenum
  • wat daarvan over is naar darmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

maagdarmkanaal bevat

A
  • tanden en mond
  • speekselklieren
  • slokdarm
  • maag
  • galblaas
  • lever
  • bile duct (klein buisje met gal
  • alvleesklier
  • dunne darm
  • dikke darm
  • rectum
  • anus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

maagdarm stelsel op verschillende manieren ingedeeld

A
  • gastro-enterologie vs hepalotogie
  • chronisch somatische condities vs functionele stoornis vs iatrogene aandoening
  • kwaadaardig of niet
  • aangeboren of verworven ziektes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gastro-enterologie

A

maag- darm problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hepalotogie

A

leverproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

chronisch functionele stoornis

A

ooraak niet direct achterhaalt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

iatrogene aandoeningen

A

gevolg menselijk ingerijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gestro-intestinale stoornissen waarbij hulp van gezondheidpsycholoog wordt ingeroepen

A
  • maagzuur gerelateerde aandoeningen
  • prikkelbare darm syndroom
  • functionele problemen
  • orgaan transplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

maagzuur gerelateerde aandoeningen

A
  • reflux stoornis (GERD)
  • peptic ulcer ziekte
  • niet-cardiale pijn op de borst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

reflux stoornis (GERD)

A
  • komt erop neer dat maagzuur in slokdarm komt
  • slokdarm geen beschermlaag en kan beschadigd raken
  • als klepje beschadigd is kan er steeds meer maagzuur in slokdarm komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oorzaken reflux stoornis

A
  • overgewicht
  • vet eten
  • bepaalde medicatie
  • afwijkingen slokdarm
  • bij baby’s: klepje nog niet volgroeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

prevalentie reflux stoornis

A

1 op 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

symptomen reflux stoornis

A
  • mild tot ernstige schade
  • maagzuur
  • moeite met slikken
  • chronisch hoesten/heesheid
  • gebitsproblemen
  • bittere smaak in mond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling reflux stoornis

A
  • levensstijl regels
  • dieetveranderingen
  • medicatie zoals maagzuurremmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Barett’s esophagus

A
  • prekancerale aandoening met duidelijk slokdarmschade die te zien is in een endoscopie
  • risicofactoren: man zijn, chronische reflux ziekte, tabak gebruik, leeftijd en obesitas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

esophageal motility disorders

A

bestaan uit
- achalasie
- diffuse slokdarmkrampen
- notenkraker-slokdarm
- hypertensieve lagere slokdarmsfincter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

esoinophilic gastrointestinal diseases

A

nieuwe chronische aandoening van de slokdarm
symptomen:
- gevoelig bepaald voedsel
- buikpijn
- overgeven
- misselijkheid
- diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

peptic ulcer ziekte (maagzweer)

A
  • teveel maagzuur in de maag, en het zuur kan te zuur zijn
  • kan ook een bacterie zijn waardoor maagzweer ontstaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

oorzaak peptic ulcer

A

blootstelling aan
- maagzuur
- pepsine
- heliobacterplyori bacterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

symptomen peptic ulcer

A
  • buikpijn
  • vermindere eetlust
  • maagzuurproblemen
  • braken
  • bloedend maagzweer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

prevalentie peptic ulcer

A

1 op 1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

behandeling peptic ulcer

A
  • maagzuurremmers
  • antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

niet-cardiale pijn op borst

A
  • geen hartaanval
  • maagzuur vaak slokdarm zodanig aangetast dat pijn op de borst gaat doen
24
Q

behandeling niet-cardiale pijn

A
  • stukje diagnostiek om cardiale problemen uit te sluiten
  • medicatie voor reflux
  • evt behandeling als het gaat om paniekstoornis: geruststelling, cognitieve gedragtherapie, medicijnen
25
oorzaak niet cardiale pijn
vaak door gastro-oesofageale reflux ziekte, disfunctie peristaltische bewegingen, paniekstoornis of hyperventilatie
26
ontstekking gerelateerde inflammatoire darm ziekte (IBD)
- ziekte van Crohn - Ulcaerative coltis (UC)- colon of rectum aangetast maar rest niet (KIJK TABEL SV)
27
assessment IBD
- endoscopie - radiologie - historisch onderzoek
28
ostomie
- stoma - opening in dikke of dunne darm door operatie - ongezonde stuk wordt weggehaald en gezonde stuk uit buikwand naar buiten - stoma kan op verschillende plekken worden aangelegd, afh van waar het ongezond is - 5000 per jaar, 30% tijdelijk
29
prikkelbare darmsyndroom
- functioneel probleem waar geen oplossing voor is - rol psychosociale factoren (verminderde pijnperceptie en early life stressors) - meer vrouwen last IBS als ze last hebben gehad van misbruik - klachten beginnen jong en kan ook aangeleerd gedrag zijn
30
symptomen prikkelbare darmsyndroom
- terugkerend buikpijn tenminste 3 dagen per maand in verband met: - verbetering met ontlasting - opgeblazen gevoel - passage van slijm - abnormale stoelgang
31
behandeling prikkelbare darmsyndroom
- weinig - medicatie werkt niet echt, antidepressiva een beetje - psychologische therapie en dieetaanpassing hebben ook beperkt succes
32
subtypes prikkelbare darmsyndroom
- Diarrhea predominant - consipation predominant - mixed - unspecified
33
functionele problemen slokdarm
- dysfagie - globys hystericus
34
dysfagie
moeite hebben met slikken - geassocieerd met stress, zorgen maken om angst - vaak biofeedback als behandeling
35
globys hystericus
gevoel dat er een brok in je keel zit - worden vaak maagzuurremmers voorgeschreven - soms helpt ontspanningstherapie
36
wanneer orgaan transplantatie lever
- congenital of verworden condities
37
transplantatie dunne darm
peristaltische bewegingen werken niet goed, kan wel maar vaak niet nodig
38
psychologische behandelingen
- psycho-educatie - verhogen compliance aan farmacologische behandelingen - verminderen stress - verbeteren coping - biofeedback training - CBT
39
behandeling maagzuur problemen
- psychologen proberen compliance te verhogen een leeftijlveranderingen - vermindering stress - coping en CBT ook van toepassing
40
behandeling ontstekingsproblemen
- meer stress door symptomen en depressies komen vaker voor - compliance kan probleem zijn en stukje darm wordt vaak verwijderd en krijgen een stoma
41
stoma
- veranderend lichaamsbeeld - problemen seksualiteit en intimiteit - angstklachten - behandelingen: psychotherapie, coping, praktische technieken en acceptatie
42
ontstekings problemen diagnose
- veel problemen stellen diagnose - men verliest daardoor vertrouwen in zorgsysteem waardoor minder goed volhouden behandeling
43
functionele problemen en...
- CBT - Interpersoonlijke therapie - Gut-directed
44
CBT
cognities veranderen en problemen, niet-helpende gedachtes omvormen naar wel-helpende gedachtes
45
interpersoonlijke psychotherapie
proberen om relaties met anderen te verbeteren door patienten inciht te geven in hoe ze over ziekte denken en hoe dit relaties met andere beïnvloedt
46
gut-directed hypnotherapie
vorm van hypnose om angst omlaag te krijgen en focus op symptomen te verminderen
47
orgaantransplantatie
veel psychosociale consequenties zoals lang proces en wachtlijsten
48
functionele problemen
- vaak geen bekende somatische oorzaak, problemen waarschijnlijk psychologisch (somatisatie)
49
psychologische behandelingen functionele problemen
- interpersoonlijke therapie - CGT - darmgerichte hypnotherapie
50
interpersoonlijke psychotherapie
patienten helpen inzicht te onwtikkelen in hun gevoelens over de ziekte en hoe dit relaties beïnvloed ( vooral getest IBS )
51
darmgerichte hypnotherapie
reguleer symptomen door verminderen van angst, viscerale gevoeligheid en lichamelijke waakzaamheid
52
CGT
ontwikkelen van persoonlijke copingstrategiën om problemen op te lossen en veranderen niet helpende cognities, gedragingen en emotionele reguleren
53
orgaantransplantaties
- voor de transplantatie psychosociale gevolgen - lang traject plaatsing wachtlijst - onzekerheid of orgaan op tijd beschikbaar is - mogelijke problemen als donor verwant is - psychologische hulp in ziekenhuis is gebruikelijk
54
biofeedback
uitgevoerd door verschillende specialisten - patient meer informatie wat er in lichaam gebeurd - alles meten middel van sensoren - patienten oefenen met problemen terwijl ze aan een monitor hangen, kunnen zelf meteen effect zien - vaak toegepast bij stress
55
inflammatoire darmaandoening en psychosociale consequenties
- stress en depressie - te weinig therapie trouw - processing en accepteren omgaan stoma - problemen met medische diagnose
56
orgaantransplantatie en psychosociale consequenties
- lang traject voordat je op wachtrij staat - lange wachtrij - onzekerheid