hoorcollege longziekten (7) Flashcards

(32 cards)

1
Q

astma

A
  • heterogeen van aard
  • ontstekingen in luchtwegen chronisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

soorten astma

A
  • sportgeïnduceerde astma
  • beroepsastma
  • allergieafhankelijke astma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sportgeïnduceerde astma

A
  • kan verergeren als de lucht koud en droog is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

beroepsastma

A

getriggerd door dingen van de werkplaats zoals chemische dampen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

allergie afhankelijke astma

A

getriggerd door dingen die in de lucht hangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

symptomen astma

A
  • piepende ademhaling
  • kortademig (dysapneu)
  • benauwdheid
  • hoesten
  • strak voelen van de borstkas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 clusters astmapatiënten

A
  • slecht gereguleerde astma
  • goed gereguleerde astma
  • gemiddeld gereguleerde astma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoesten groot verschil

A

intensiteit varieert en verschilt over tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

risico’s astma krijgen

A
  • stoffen in alcohol
  • sulfiet dingen die in langhoudbaarheid eten zitten
  • stress
  • hebben familielid met astma
  • roken
  • overgewicht
  • te weinig bewegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

astma triggers

A
  • substanties die in de lucht hangen
  • luchtwegontsteking
  • fysieke activiteit
  • koude lucht
  • luchtvervuiling en irriterende stoffen
  • bepaalde medicatie
  • sterke emotie en stess
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

behandeling astma

A
  • medicatie
  • levensstijl veranderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

medicatie

A
  • bronchodilator
  • corticosteroïden
  • antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bronchodilator

A

ontspannen de spieren rondom de luchtwegen, dit kan hoesten en kortademigheid wegnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

corticosteroïden

A

vermindert luchtwegontstekingen en helpt exacerbaties voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

anatomie/fysiologie longen

A
  • lucht via luchtpijp (trachea) naar de longen
  • om luchtpijp zit kraakbeen
  • structuur fijner; bronchien, bronchiolen en alveoli (luchtblaasjes)
  • bij inademing diafragma naar beneden zodat er ruimte is voor lucht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

functie ademhalingssysteem

A
  • gasuitwisseling
  • zuur-base balans: o2 en CO2 blijven in balans
  • spraak
  • reuk
  • zorgen voor druk die nodig is voor het bloed en de lymfen om te circuleren
17
Q

copd

A
  • kun je voorkomen
  • roken
  • bepaalde beroepen
  • progressief en non-reversible
  • chronisch hoest
  • lippen blauw
  • kortademig
18
Q

comorbiditeit COPD

A
  • vaker verkouden
  • hartproblemen
  • longkanker
  • hoge bloeddruk
19
Q

diagnose COPD

A
  • klinisch interview
  • spirometry (longfunctie)
  • peak flow meter: ademt in buisje en ziet normaal waarde
  • borst x-ray
  • bloedtesten
20
Q

fases COPD

A

1e: 80% longfunctie, nog geen klachten
2e: klachten ervaren 50-80%
3e: fase 30-50%
4e fase: minder dan 30% longfunctie, zuurstof nodig aan een slangetje

21
Q

treatment OCPD

A
  • medicatie
  • bronchenverwijders
  • longtransplantatie
  • revalidatie
  • pulmonary
22
Q

psychosociale problemen door COPD

A
  • psychosociaal functioneren: progressieve en omkeerbare aard, veel ziekenhuisbezoeken, behandelingslast -> veel depressies en angststoornissen voor
  • behandeld met antidepressiva, vijf fase psychologische interventie en fysieke rehabilitatie
23
Q

long emfyzeen

A

longblaasjes raken structuur kwijt en elasticiteit en zakken in bij uitademing en krijgt moeite met gasuitwisseling

24
Q

chronische bronchitis

A

stukje luchtwegen zijn vernauw, verdikte wand en slijmophoping

25
cystic fibrose (taaislijmziekte)
- veel slijm wat ook in spijsverteringskanaal gaat zitten - zoutgehalte in het bloed is hoger - autosomaal ressesief gen
26
slijm verstopt buisjes, kan zorgen voor
- aanhoudend hoesten - piepende ademhaling - kortademigheid - niet kunnen sporten - herhaaldelijk longontstekingen - ontstoken nasale doorgangen of verstopte neus
27
gevolg cystic fibrose
- lichaam kan niet alle voedingsstoffen uit eten halen doordat het dikke slijm verstopt - enzymen vd alvleesklier kunnen niet komen bij de vertering - hierdoor een aangetaste ontwikkeling - hoog zoutgehalte
28
vruchtbaarheid en cystic fibrose
- alle mannen onvruchtbaar door verstopte vas deferens - vrouwen soms onvruchtbaar, zwangerschap kan tevens goed verlopen
29
somatische-symptoom stoornis
- niet volledig verklaard door huidige medische modellen - gaan uit van aanhoudende pijn ipv chronisch, want gaat eventueel nog over
30
conversiestoornis
iemand die bepaalde lichaamsfuncties opeens verloren
31
gedragstheorie
wat maakt dat jij bepaalde dingen doet ookal helpen ze jou niet
32
marathon metafoor
als je wilt dat je lichaam er vooruit moet je daar heel hard voor gaan en wil je het graag geleidelijk opbouwen