hoorcollege diabetes (3) Flashcards

(51 cards)

1
Q

diabetes

A

endocriene aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar bestaat endocriene systeem uit

A
  • pijnappelklier
  • hypothalamus
  • hypofyse
  • schildklier
  • thymus
  • bijnieren
  • alvleesklier
  • testes/eierstokken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gevolgen lage glucose waardes bloed

A
  • moe, dorst, veel plassen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

insuline

A
  • effect op cognitie, verbetert leren en geheugen
  • te weinig insuline zorgt ervoor dat er minder glucose opgenomen wordt in het bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 soorten secundaire diabetes

A
  • diabetes door ondervoeding
  • diabetes gerelateerd aan pancreatitis, cystic fybrosis of medicijngebruik
  • zwangerschapsdiabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diabetes type 1

A
  • insuline afhankelijk, dus lichaam produceert niet zelf
  • bloedsuikerniveau is abnormaal
  • auto-immuunziekte
  • vooral jonge mensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

syptomen diabetes type 1

A
  • veel dorst, vaak plassen
  • gewichtsverlies
  • extreme vermoeidheid
  • extreme honger
  • slecht zicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

risicofactoren

A
  • familiegeschiedens
    is
  • genen
  • geografie
  • virale infecties
  • lage vitamine D niveaus
  • een jonge moeder hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geografie

A

als je verder van de evenaar woont heb je grotere kans door minder vitamine D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mogelijke gevolgen diabetes type 1

A
  • retinopathy
  • nepropathie
  • neuropathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

retinopathy

A

problemen met retina in het oog, preventie belangrijker dan behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nepropathie

A

nierproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

neuropathie

A

zenuwbeschadiging, tintelend, dof, pijnlijk gevoel in vingers tenen en handen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

diabetes type 2

A
  • lichaam produceert te weinig insuline of is resistent
  • zelfde symptomen als type 1
  • bloedsuiker level vaak te hoog (hyperglycemia)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

risicofactoren diabetes type 2

A
  • ouder dan 45
  • overgewicht
  • familiegeschiedenis
  • etniciteit
  • hoe bloeddruk en cholesterol
  • roken
  • als je zwangerschaps diabetes hebt gehad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gevolgen diabetes type 2

A
  • retinopathie
  • nephropathie
  • neuropathie
  • cardiovasculaire ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

behandeling diabetes

A
  • hbA1C (glucoselevels) gehalte in bloed normaliseren
  • gezond eten, minder drinken, niet roken, DSME
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

type 1 behandeling

A

meerdere keren voor maaltijd insuline spuiten of insuline pomp gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

type 2 behandeling

A
  • afvallen
  • orale medicatie
  • medicijnen tegen lagere bloeddruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hyperglycemia

A
  • hoge glucose levels in bloed
  • gelinkt multivessel disease, neuropathie, nierproblemen, oogproblemen en hypertensie
  • oplossing: spuiten/innemen extra insuline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

multivessel disease

A

bloedvaten rond je hart zijn aangetast

22
Q

hpoglycemia

A
  • lage glucose levels
  • prikkelbaar, angst, coma
23
Q

DSME

A

diabetes zelfmanagement educatie
- leert omgaan met je ziekte, dus gezond leven en medicijnen nemen

24
Q

gedragsinterventies diabetes

A
  • levensstijl modificatie voor preventie
  • cognitieve gedragstherapie
  • motiverende interviews
  • behandeling voor depressie
    behavioral family systems
  • coping skills training
25
cognitieve gedragstherapie
stress verminderen en gedragsveranderingen te maken
26
behavioral family systems
probleem oplossen, trainen communicatie, cognitieve herstructuering
27
therapie trouw en diabetes
- slechte therapie trouw - 13-64% slikken medicatie - 19-46% spuiten van insuline
28
slechte therapie trouw kan komen door
- weinig sociale steun - angst - copingvaardigheden - ziekte attributie - vermogen zelfmanagement
29
interventies problemen medicatie gebruik
- web-based systems - Late interventie - hypoglycemie preventie training
30
web-based systems
mensen kunnen glucoseniveau uploaden en optimaal medicatie advies krijgen
31
LATE interventie
verpleegkundige krijgt online waarschuwing wanneer een patient medicijnen niet heeft opgehaald bij de apotheek, de verpleegkundige belt dan de patient
32
hypoglycemie preventie training
- training van 7 weken - leg pover glucose en symptomen - dagboekje bijhouden over het voedingspatroon en glucose waarden
33
psychosociale problemen door diabetes
- depressie - angst - eetstoornissen - stress - cognitieve problemen
34
depressie en diabetes
- diabetes is risicofactor voor depressie maar ook andersom - mentale stoornis vastgesteld door professional, stemming laag en weinig plezier
35
interventies depressie
- medicatie en vorm psychologische behandelingen
36
angst en diabetes
- 18% last van angstklachten - vooral jonge mensen met type 1
37
interventies angst
gebrek aan onderzoek
38
eetstoornissen
- diabulimia; combi tussen boulimia en diabetes - patient kan zelf kiezen geen insuline te spuiten en daardoor af te vallen - met name vrouwen met diabetes type 1
39
risicofactoren diabulimia
- jongere patienten - vrouwen - hoger gewicht - slecht lichaamsbeeld - geschiedenis van dieten en depressie
40
behandeling eetstoornissen
- psycho-educatie - samenwerking met artsen en psychologen
41
stress en diabetes
- stress kan invloed hebben op bloedsuikerspiegel - kan je meten dmv een interview, vragenlijsten of zelf laten vertellen
42
stress interventies
- psychotherapeutische groepsinterventies en stress-management
43
cognitieve problemen
- acute hyperglykemie - acute hypoglykemie
44
acute hyperglykemie
geen acute cognitieve problemen
45
acute hypoglykemie
visuele problemen, verminderde concentratie en planningsvermogen
46
type 1
tekortkoming in aandacht en psychomotorische efficientie, vooral als diabetes is vastgesteld voor leeftijd van 5 jaar
47
type 2
leer-en geheugenstoornissen in psychomotorische vertraging
48
the competency cube model and professional psychology
diredimensionaal model, bestaande uit vijf fundamentele compententiedomeinen, zes functionele competentiedomeinen en vijf fases van professionele ontwikkeling in de professionele psychologie
49
fundamentele competentiedomeinen
1. reflectieve praktijk en zelfevaluatie 2. wetenschappelijke kennis en methoden en verhoudingen 3. etisch-juridische normen en beleidskwesties 4. individuele en culturele diversiteit 5. interdisciplinaire systeem
50
interprofessionaliteit
proces waarbij professionals reflecteren op hun handelen en een manier van handelen ontwikkelen die een geïntegreerd en samenhangend is en tegemoetkomt aan de behoeften van.
51
4 interprofessionele competentiedomeinen
1. waarden/ethiek voor de interprofessionele praktijk 2. rollen/verantwoordelijkheden 3. interprofessionele communicatie 4. team