hoorcollege 13 Flashcards
(52 cards)
belangrijke competenties psycholoog in klinische setting
- assesment
- belangenbehartiging
- les
- professionaliteit
assesment
algemene dingen die je kan vragen aan patiënt
- attitude tegenover psychologische doorverwijzing en medische conditie
- details van probleem
- wat maakt symptomen beter of slechter
- mate beperking dagelijks leven
- perceptie van ziekte wat betreft begin, oorzaak, verloop van symptomen, nut van behandeling
- social support system
dingen waar psycholoog bij kan helpen
- maximaliseren medische behandeluitkomst
- verbeteren therapie trouwheid
- verminderen van stress/invloed dagelijks leven
- beter met pijn van ziekte/behandeling omgaan
- vaststellen of bepaalde factoren de conditie vergeren
praktische problemen professionals
- omvang van de diensten
- marketing problemen
- communicatie
- toekomstig onderzoek
omvang van diensten als medisch psycholoog
- assesment
- psycho-educatie
- interventies
- begeleiden of faciliteren groepstherapie
- consultaties van medische werknemers
marketing psychologie
communiceren van je eigen vaardigheden naar de patiënt, gezondheidszorg voorzieners en gezonheids zorg organisaties
marketing is een houding
- manier van denken over de rol van klinisch psychologen in een gezondheidscentrum
- behoeften van gezondheidszorg leidt tot kansen die de besten match bieden tussen vaardigheden, interesses en behoeften van andere
zes basisstappen marketingproces
- marktmogelijkheden analyseren
- doelmarkten selecteren
- marketing strategieën bedenken
- marktplan ontwikkelen
- markplan implementeren
- marktplan evalueren
HIV
human immunodeficiency virus
HIV
- snel muterend retrovirus
- valt immuunsysteem aan
AIDS
- voorloper van HIV
- niet te genezen
- hoogte sterftegraat
geschiedenis HIV
- 1926-46 - HIV overgegaan van aap op mens
- 1959 - eerste bewegen AIDS dode in congo
- 1981 - de Centers for Disease and Prevention (CDC) merken een hoge hoeveelheid van mensen met zeldzame tumor
- 1982 term AIDS voor het eerst gebruikt
- 1983 - 84 - amerikanen en fransen wetenschappers ontdekking HIV
- 1985 - eerste HIV antilichaamtest via bloed
- 1987 - AZT is eerste anti-HIV medicijn
- 1988 - 1 dec wereld AIDS dag
- 1996 - eerste protease inhibitors
- 2014 - 37 miljoen mensen leven met HIV
wereldwijde preventie HIV/AIDS
0.8%
- 38 miljoen leven met HIV/AIDS
immuunsysteem
- zorgt voor barriere die voorkomt dat bacterien en virussen het lichaam binnendringen
- als een bacterie of virus wel binnenkomt, probeert het immuunsysteem het te detecteren en elimineren
- als virus of bacterie kans krijgt zich te reproduceren en problemen veroorzaken, probeert je immuunsysteem te elimineren
hoofdcomponenten immuunsysteem
- thymus
- beenmerg
- milt
- lymfesysteem
- witte bloedcellen
- antilichamen
- complement eiwitten
- lymfokines
thymus
produceert T-cellen
beenmerg
produceert bloedcellen en B-cellen
lymfesysteem
bevat lymfeklieren en filtert afvalstoffen uit het bloed
witte bloedcellen (=leukocyten)
lymfocyten, B-cellen, helper en killer cellen etc.
antilichamen
eiwitten die worden geproduceerd als reactie op binnendringen van het lichaam van een lichaamsvreemde stof
complement eiwitten
werken met antilichamen
lymfokines
bepaalde hormonen helpen het immuunsysteem met indringers, lichaamsvreemde stoffen etc. = antigenen
B-cellen
= humorale afweer
- beschermen tegen bacteriën en parasieten
- maken specifieke antilichamen en binden aan antigenen
- in staat om onderscheid te maken tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd
T-cellen
cell mediated immunity
- beschermen tegen virussen
- binden aan specifieke cel tot die dood gaat
-