hoorcollege pijn (4) Flashcards
(52 cards)
definitie pijn
onplezierige sensatie en een emotionele ervaring geassocieerd met echt of potentiele weefselbeschadiging, of beschrijven in termen van dat soort schade
- pijn is altijd subjectief
simpelere klinische verklaring van pijn
wat de ervarende persoon zegt dat het is, en het is er wanneer de ervarende persoon zegt dat het er is
pijn drempel
het punt waar de stimulus pijnlijk wordt
pijn tolerantie
mate waarin een pijnlijke stimulus getolereerd kan worden
pijn varieert over demografische variabele
- leeftijd
- gender
- ras
- SES
pijnpad
- bron van pijn
- zenuwen vanuit die plek naar hersenen sturen sturen pijnsignalen naar brein
- hersenen interpreteren die signalen als pijn
- stuurt pijn onderdrukkende chemicalien terug
- triggert andere responses
significantie van pijn
- belangrijk signaal dat zegt dat ons lichaam beschadigd is
- als pijn aanhoudt langer dan 3 maanden kan orginele pijn al geheeld zijn maar weg van pijn te veel geprikkeld, waardoor er nog pijn is
- inadequate verlichting van pijn is vaakst voorkomende reden aanvraag euthanasie of zelfmoord
impact pijn op leven
- moeilijk om te slapen, hierdoor minder energie
- boos worden
- somber
- angstig
pijn ook zorgen voor winst
- primaire winst
- secundaire winst
- tertiare winst
primaire winst
wanneer het ervaren van pijn resulteer in het ophouden of verminderen van een aversieve consquentie
secundaire winst
wanneer pijn gedrag resulteer in een positieve uitkomst
tertiaire winst
bevat gevoel van plezier of satisfactie dat iemand anders dan het individu met pijn kan ervaren als anderen hem helpen
als pijn beloond wordt door omgeving kan het volgende gebeuren
- dramatisatie van klachten
- verkeerd gebruik van ledenmaten door inactiviteit
- drugsmisbruik als resultaat van overmedicatie
- beperking door te weinig activiteit
risicofactoren voor pijn
- fysieke stress
- psychosociale variabelen
- job strain
- sociale variabele
- roken
soorten chronische pijn
- chronische benige pijn
- chronische progressieve pijn
- terugkerende acute pijn
chronische benige pijn
- aanhoudend voor 6 maanden of langer
- relatief niet-responsief voor behandeling
- ernst van pijn varieert
- niet levensbedreigend
chronische progressieve pijn
- houd aan voor langer dan 6 maanden en neemt toe in ernst
- geassocieerd met maligniteiten of degeneratieve stoornissen
terugkerende acute pijn
- periodieke episodes van pijn die acuut zijn van aard maar niet chronisch van conditie (migraine)
- kom terug voor meer dan 6 maanden
Loeser’s conceptueel model van pijn
nociceptoren zijn pijnreceptoren die registreren of er schade is
- je lichaam signaleert dat er pijn is (pijn gewaarwording)
- door pijn ga je pijn lijden (suffering)
- dit is pijn gedrag (pain behavior)
transitie acute pijn naar chronische pijn Garchel
fase 1: distress (angst, zorgen)
fase 2: psychologische problemen zoals aangeleerde hulpeloosheid, angststoornissen, persoonlijkheidsstoornissen etc.
fase 3: acceptatie van ziekterol en consolidatie van ziekte. Opgegeven moment weefsel niks meer mee te maken en is er sprake van sensitisatie
diathese-stress biopsychosociaal model van chronische pijn
- genetische predispositie centraal
- verschillende kwestbaarheden
- verschillende beschermende mechanismes
- dit alles speelt een rol in pijnervaring
genetische kwetsbaarheden
genen
biologische kwetsbaarheden
immuunsysteem en cardiovasculaire systeem
psychologische kwestbaarheden
mensen met depressie of angst