Hoorcollege 12 Flashcards

(27 cards)

1
Q

Multiple sclerosis

A

Een aandoening in het centrale zenuwstelsel waarbij het immuunsysteem de myelinescheden om zenuwen aanvalt. Hierdoor ontstaat er littekenweefsel en gaat prikkeloverdracht niet goed of niet meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de oorzaak van MS?

A

Een besmetting met het Epstein-Barr virus in combinatie met een genetische kwetsbaarheid die iets aanpast in het brein waardoor het immuunsysteem in overdrive gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie krijgt vaker MS?

A

Vrij jonge vrouwen (gemiddeld 33 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Goedaardig beloop

A

Milde klachten die niet sterk wisselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Relapsing-remitting beloop

A

Veel schommelingen in het aantal symptomen en de intensiteit ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Secondary progressief beloop

A

Symptomen worden steeds erger, maar eerst was er een ander patroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Primary progressief beloop

A

Vanaf het begin af aan worden symptomen geleidelijk erger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Relapsing-progressive beloop

A

Mensen wisselen af tussen snel en langzaam achteruit gaan, maar ze gaan wel altijd achteruit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kwaadaardig beloop

A

Extreem snel verslechteren zelf tot aan de dood toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan MS worden behandeld?

A

Stamceltransplantatie, eerst maak je het immuunsysteem kapot met kankermedicatie en daarna heb je een transplantatie in de hoop dat hierdoor het immuunsysteem goed opbouwt en niet meer extra schade aanricht
Anders: symptoommanagement, zorgen dat ze minder snel achteruit gaan, leefbaar houden en sneller herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke cognitieve klachten komen veel voor bij MS?

A

Problemen met informatie opnemen, herinneren en onthouden.
Woordvindingsproblemen, minder vloeiend praten, problemen met zicht of executief functioneren, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke psychische aandoening komt vaak voor bij MS?

A

Depressie (lifetime prevalentie is 50%)
Zelfs vaker dan andere chronische aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom hebben mensen met MS zo veel hogere prevalentie van depressie?

A

Door psychologische factoren: functieverlies is onvoorspelbaar, er zijn weinig behandelingsmogelijkheden, de toekomst is onzeker, etc.
Biologische factoren: kan ook gerelateerd zijn aan het ziekteproces en hersenletsel
Maar ook andere dingen zoals steroïde medicatie, die stemming kan beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 2 symptomen zijn vreemd maar komen wel vaak voor bij MS? Hoe kan dit behandeld worden?

A

Pathologisch lachen of huilen, komt bij 7% voor. Kan behandeld worden d.m.v. antidepressiva, maar weten dat het normaal is kan al helpen
Euforie, komt door beschadigingen in het brein, komt voor bij 15%. Behandeling is er niet, mensen willen het ook niet. Maar omgeving die het weet kan helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de relatie tussen MS en stress?

A

Stress verhoogt de kans op het ontwikkelen van MS tot 30%, en kan ook zorgen voor ernstigere symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het ideale “zelfbeeld” van mensen met MS?

A

Dat zij het accepteren en de nodige veranderingen in hun leven maken. Niet dat ze het ontkennen of heel erg zichzelf als patiënt gaan zien

17
Q

Welke psychologische behandeling is het beste bij MS?

A

CGT en dan vooral online. Gericht op slaapproblemen, depressie, en de coping.
Antidepressiva kan helpen

18
Q

Ziekte van Parkinson

A

Wanneer er een tekort aan dopamine in het brein is en de communicatie tussen de substantia nigra en de corpus striatum stroef verloopt. Dit zorgt voor minder controle over je spieren

19
Q

Wat veroorzaakt Parkinson?

A

Onduidelijk, misschien genetica + blootstelling aan toxische stoffen in de omgeving

20
Q

Welke 4 symptomen heeft Parkinson?

A
  1. Bradykinesie, bewegen gaat niet automatisch. Het gaat langzaam want mensen moeten er bewust over nadenken
  2. Tremors
  3. Rigiditeit, bijv. minder beweging in armen bij het lopen
  4. Postural instabiliteit
21
Q

Welke comorbiditeiten kan Parkinson hebben?

A

Slaapstoornissen, waanideeën/hallucinaties, dementie en cognitieve problemen

22
Q

Hoe kun je Parkinson behandelen?

A

Fysiotherapie tegen spierstijfheid, medicatie om dopamine te verhogen maar die medicatie werkt maar 3-5 jaar
Deep brain stimulation kan tremors verlichten

23
Q

Welk psychische probleem komt het vaakst voor bij Parkinson?

A

Depressie, 24-40% heeft symptomen en 23% heeft de aandoening

24
Q

Wat is de link tussen Parkinson en dementie/cognitieve problemen?

A

65% heeft last van cognitieve problemen, en ze hebben 3 tot 6x meer kans om dementie te ontwikkelen

25
Werkt copingsgerichte therapie bij MS en Parkinson?
Bij MS wel. Bij Parkinson vooral wanneer het wordt ingezet om toekomstplannen te maken, communicatie te verbeteren en zo lang mogelijk gezond te blijven
26
Waarmee kan een psycholoog nog meer helpen bij mensen met Parkinson?
1. Kennis over zwakke en sterke punten, en leren hoe zij kunnen compenseren voor hun zwakke punten 2. Caregiver burden verminderen
27
Hoe kun je caregiver burden inschatten?
Door te kijken naar de ernst van de ziekte, door het te vragen aan de mantelzorger, of door het aan de patiënt zelf te vragen