Hoorcollege 9 Flashcards

(28 cards)

1
Q

Wat is de functie van slagaders?

A

Het geven van zuurstof en voedingsstoffen aan het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 dingen vallen onder coronary artery disease?

A

Angina pectoris (pijn op de borst) en een hartaanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Myocardial infarct

A

Een hartaanval, de hartspier begint te sterven omdat het niet genoeg bloed krijgt (door een verstopping in een slagader)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kun je cardiovasculaire aandoeningen diagnosticeren? (5 manieren)

A
  1. Electrocardiogram (registreert elektrische activiteit)
  2. Echocardiografie (met echo naar de functie van het hart kijken)
  3. Inspanningstest
  4. Bloedtest (zoals hyperreactive C-proteins of cholesterol)
  5. Catheterizatie (met naald in een slagader en het hart om zo druk, zuurstoflevel, pompfunctie, vernauwingen enzo te meten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn 3 risicofactoren voor atherosclerose/slagaderverkalking waar je niks aan kunt veranderen?

A
  1. Man zijn
  2. Oud zijn
  3. Erfelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn 5 risicofactoren voor atherosclerose/slagaderverkalking waar je wel iets aan kunt veranderen?

A
  1. Hoge bloeddruk
  2. Slechte cholesterol levels
  3. Obesitas
  4. Te weinig sporten
  5. Roken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn 4 psychologische risicofactoren voor atherosclerose/slagaderverkalking?

A
  1. Stress
  2. Emotionele distress
  3. Sociale isolatie
  4. Persoonlijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke 3 manieren kun je coronary artery disease (angina pectoris & hartaanval) behandelen?

A
  1. Medicatie zoals beta blockers
  2. Bypass surgery
  3. Stents plaatsen (soort veertjes of ballonnetje)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Chronisch hartfalen

A

Wanneer er een structurele en functionele abnormaliteit aan het hart is, waardoor het minder goed kan pompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn 3 symptomen van chronisch hartfalen?

A
  1. Vermoeidheid
  2. Kortademigheid
  3. Oedeem (vocht vasthouden) in longen, benen, enkels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt chronisch hartfalen behandeld? (4 manieren)

A
  1. Medicatie
  2. Pacemaker
  3. Hart transplantatie
  4. Left ventricular assist device
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hartritmestoornis

A

Wanneer er een verstoring is in het normale ritme van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bradycardia

A

Te langzame hartslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tachycardia

A

Te snelle hartslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Artrial flutter

A

Te snelle hartslag in de atria (bovenste hartkamers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ventricular tachycardia

A

Te snelle hartslag in de hartventrikelen (de grote kamers)

17
Q

Ventricular fibrillation

A

Wanneer het chaos in de ventrikelen is en deze gaan trillen

18
Q

Waar staat ICD voor?

A

Implantable Cardioverter Defibrillator

19
Q

Wat doet een ICD?

A

Het detecteert hartritmestoornissen en kan een elektrische schok geven om het hartritme weer normaal te maken

20
Q

Peripheral arterial disease in de onderste ledematen

A

Wanneer er door aderverkalking niet genoeg bloedtoevoer is naar de benen en voeten

21
Q

Wat is de relatie tussen angst en cardiac death?

A

Angst is gelinkt met een 48% hoger risico op cardiac death in gezonde mensen

22
Q

Wat is de relatie tussen angst en hartaanvallen?

A

Angst is gerelateerd aan 36% hogere kans op een slechte prognose

23
Q

Wat is de link tussen sociale steun en cardiovasculaire aandoeningen?

A

Lage sociale steun zorgt voor een 1.5 of 2x zo hoog risico op een cardiovasculaire aandoening + een slechte prognosis

24
Q

Is er een relatie tussen persoonlijkheid en cardiovasculaire aandoeningen?

A

Ja, Type A en Type D hebben slechtere prognose. Dit kan komen door hun leeftijd en adherence, maar ook door hun HPA-as activatie

25
Welke psychische problemen rapporteren veel mensen met een cardiovasculaire aandoening?
Veel angst en depressie, soms ook PTSS
26
Wat voorspelt patient reported outcomes?
1. Hoe ernstig de aandoening is 2. De behandeling, of het bijv invasief is, of er medicatie wordt gebruikt, ICD shocks, etc. 3. Psychosociale factoren zoals SES en persoonlijkheid
27
Wat is predictief voor depressie in mensen met cardiovasculaire aandoeningen?
Vooral sociale factoren en gezondheidsstatus
28
Hoe werken psychologische interventies voor mensen met cardiovasculaire aandoeningen en depressie?
Ze hebben een klein effect op de depressie, maar hebben geen effect op de mortaliteit en de cardiale events zelf