Ndls Vertaling Niveau 1/2

Question 1

Een dienst bewijzen

Answer 1

Rendre service

Question 2

Kunt u me een dienst bewijzen aub?

Answer 2

Pouvez-vous me rendre un service svp?

Question 3

Een voorbeeld nemen aan

Answer 3

Prendre exemple sur

Question 4

Een beroep doen op

Answer 4

Faire appel à

Question 5

Een einde maken aan

Answer 5

Mettre fin à

Question 6

Een hekel heben aan

Answer 6

Avoir horreur de

Question 7

Een teken geven

Answer 7

Faire signe

Question 8

Het geduld verliezen

Answer 8

Perdre patience

Question 9

Ik heb veel luk gehad

Answer 9

J’ai eu bcp de chance

Question 10

Je kan ervan overtuigd zijn

Answer 10

Tu peux en être certain

Question 11

Het zal me benieuwen of hij komt

Answer 11

Ca m’étonnerait qu’il vienne

Question 12

Benieuwd zijn naar de afloop

Answer 12

Curieux de connaître la fin

Question 13

Het ligt niet aan mij

Answer 13

Ce n’est pas de ma faute

Question 14

Zo gezegd, zo gedaan!

Answer 14

Si tôt dit, si tôt fait!

Question 15

ik heb hem bij toeval/toevallig ontmoet

Answer 15

Je l’ai rencontré par hasard

Question 16

geldig vanaf

Answer 16

Valable à partir de

Question 17

Het is te mooi om waar te zijn

Answer 17

C’est trop beau pour être vrai

Question 18

Ik denk er steeds meer aan

Answer 18

J’y pense de plus en plus

Question 19

Wanneer zullen we elkaar weerzien?

Answer 19

Quand allons-nous nous revoir?

Question 20

Ik wil tijd met jou doorbrengen

Answer 20

Je veux passer du temps avec toi!

Question 21

mijn t-shirt is gescheurd

Answer 21

Mon T-shirt est déchiré

Question 22

We zijn tot verzoening gekomen

Answer 22

Nous nous sommes réconciliés

Question 23

gezelschap

Answer 23

Compagnie

Question 24

Speeltjesgezelschap

Answer 24

Jeux de sociétés

Question 25

dobbelsteen

Answer 25

dé

Question 26

een opvallende gelijkenis tussen haar en haar moeder

Answer 26

une ressemblance frappante entre sa mère et elle

Question 27

de beveiliging verschalken

Answer 27

déjouer la sécurité

Question 28

zich laten ontploffen

Answer 28

se faire exploser

Question 29

de rouwt

Answer 29

le dueil

Question 30

Je suis curieux de voir à quoi elle ressemble

Answer 30

Ik ben benieuwd hoe ze eruit zal zien

Question 31

Décide toi-même de ton avenir

Answer 31

Bepaal voor jezelf hoe morgen eruit zal zien

Question 32

Cela ne mène à rien de s'affoler

Answer 32

Het levert niks op om opgewonden te zijn

Question 33

Avec ce piège nous allons attraper notre dîner

Answer 33

Met deze val vangen we onze maltijd

Question 34

comprendre que qqchose n'est pas bon pour soi

Answer 34

doorhebben dat iets niet goed voor je is

Question 35

tendre un piège

Answer 35

een val zetten

Question 36

le mauvais temps persiste

Answer 36

(aanhouden) het slecht weer houdt aan

Question 37

jaune canari

Answer 37

knalgeel

Question 38

aquarelle

Answer 38

waterverf

Question 39

la peinture (peindre)

Answer 39

de verf (verf zetten)