Woorden 22, 23, 24 Flashcards
(130 cards)
1
Q
Population
A
Bevolking
2
Q
Depends on it
A
Hangt ervan af (afhangen van)
3
Q
On it
A
Ervan
4
Q
A bit more than
A
ruim
5
Q
Inhabitants
A
Inwoners
6
Q
Relatively
A
Relatief
7
Q
Dense
A
Dichte (Dicht)
8
Q
Average
A
Gemiddeld
9
Q
Figure
A
Figuur
10
Q
Quite a bit
A
Nogal
11
Q
Grown
A
Gegroeid (groeien)
12
Q
Growth
A
Groei
13
Q
Goes on
A
Gaat door (doorgaan)
14
Q
Causes
A
Oorzaken (De oorzaak)
15
Q
Of that
A
daarvan
16
Q
Higher
A
Hoger
17
Q
The Average
A
Het Gemiddelde
18
Q
Grows
A
Groeit (groeien)
19
Q
Because
A
Doordat
20
Q
Live
A
Leven
21
Q
Immigration
A
Immigratie
22
Q
Need of
A
Behoefte aan
23
Q
Freedom
A
Vrijheid
24
Q
Safety
A
Veiligheid
25
Love
Liefde
26
Leave
verlaten
27
On the contrary
Juist
28
Explanation
Verklaring
29
For that
Daarvoor
30
Leave
Vertrekken
31
Rules
Regels
32
Christian
Christelijk
33
Rights
Rechten
34
Religion
Godsdienst
35
Jews
Joden
36
State
Staat
37
Separated
Gescheiden
38
Religions
Godsdiensten
39
Equal
Gelijke
40
Decreased
Afgenomen
41
Believe
Geloven
42
Based on
Op basis van
43
Determine
Vaststellen
44
Biggest
Grootst
45
Half (way)
Op de helft
46
Chapter
Hoofdstuk
47
Topics
Onderwerpen
48
Treated
Behandeld (behandelen)
49
By now
Inmiddels
50
Certainly
Vast
51
Noticed
Gemmerkt (merken)
52
Easy
gemakkelijk
53
Just
Maar
54
Despite
Ondanks
55
Fairly
Behoorlijk
56
Explain
Verklaar (verklaren)
57
Simple
Simpel
58
Reasons
Redenen
59
Regularly
Regelmatig
60
Rest
Rest
61
Hardly at all
Nauwelijks
62
difficult
lastig
63
after all
immers
64
Error
Fout
65
Make
maken
66
By
door
67
Disappear
Verdwijnen
68
Such
zulke
69
Over time
in de loop van de tijd
70
Counting
Tellen
71
Fact
Feit
72
Only
Slechts
73
Honestly
Eerlijk
74
Spoken
Gezegd (zeggen)
75
With that
Daar .. mee
76
Agree
Mee eens (het er .... zijn)
77
Realize
Beseft (Beseffen)
78
Almost
Zowat
79
Remember
Onthouden
80
Enough
Voldoende
81
Spend on
Besteden aan
82
Discussion
Discussie
83
Opinion
Mening
84
Marry
Trouwen
85
Stay
Blijven
86
Witness
Getuige
87
City hall
Gemeentehuis
88
Obligate
Verplicht
89
Civil servant
Ambtenaar
90
Told
Vertelde (vertellen)
91
Service
Dienst
92
Made
Maakte (maken)
93
Impression
Indruk
94
Promised
Beloofden (beloven)
95
Take care
Zorgen voor
96
Married
Trouwde (Trouwen)
97
Promise
Beloven
98
Marriages
Huwelijken
99
Ends
Eindigt (eindigen)
100
Divorce
scheiding
101
Negative
Negatief
102
Great
Geweldig
103
At some point
Ooit
104
Party
Feest
105
Hall
zaal
106
No less than
wel (er waren wel 150 gasten aanwezig)
107
Guests
Gasten
108
Present
Aanwezig
109
Told
Vertelden (vertellen)
110
Song
Lied
111
Entertaining
Gezellige (Gezellig)
112
Horrible
Vreselijk
113
Would
Zou (Zullen)
114
Goal
Doel
115
To
Om
116
Education
Opleding
117
Finish
Afmaken
118
Relationship
Relatie
119
Arrange
Regelen
120
Officially
Officieel
121
Register
Registreet (Registreren)
122
Quiet
Rustig
123
Symbol
Symbool
124
Special
Bijzondere (Bijzonder)
125
Bond
Band
126
Traditions
Tradities
127
Society
Samenleving
128
Role
Rol
129
More fun
Leuker
130
Young
Jonge (Jong)
