2C1 week 3 Literatuur

Question 1

Welke typen spierwerking zijn er?

Answer 1

• Concentrisch: spierverkorting, voortstuwing
• Isocentrisch: gelijke lengte, stabilisatie
• Excentrisch: verlenging, afremmend en schokabsorberend

Question 2

Wat zijn kenmerken van zweepslag?

Answer 2

Ruptuur mediale gastrocnemiuskop
- M. rectus femoris en m. biceps femoris vaak aangedaan

Question 3

Wat is heupimpegment?

Answer 3

Abnormaal contact kop-hals en kom van de heup
- CAM: botvorming kop-hals overgang
- PINCER: te sterke ossale overdekking acetabulum

Question 4

Welke onderzoeken doe je bij een bekkenfractuur?

Answer 4

• Neurologisch: plexus lumbrosacralis
• Stand: exorotatie en verkorting
• Inspectie weke delen
• Stabiliteit
• Perifere doorbloeding

Question 5

Welke typen bekkenfracturen zijn er?

Answer 5

• Anteroposterieure compressieletsels: voorste bekkenring (30%)
• Laterale compressieletsels: os pubis of os ilium (50%)
• Verticale verscheuring: ruptuur symfyse en sacrumfractuur/SI luxatie (6%)

Question 6

Hoe kun je bloedverlies bij bekkenfracturen beperken?

Answer 6

Stabilisatie met pelvic binder

Question 7

Hoe kunnen acetabulum fracturen worden behandeld?

Answer 7

• Oefenstabiele osteosynthese (deelse mobilisatie)
• Conservatief (onbelast)
• Heupartroplastiek (mobilisatie): ouderen

Question 8

Wat zijn kenmerken van heupluxaties?

Answer 8

• 90% posterieur
• Vaak met begleidende fracturen
• 10% n. ischiadicus schade
• Repositie binnen 6 uur ter voorkomen AVN

Question 9

Hoe worden proximale femurfracturen ingedeeld?

Answer 9

• Fracturen van de femurhals/collum femoris;
• Per- en intertrochantaire fracturen;
• Subtrochantaire fracturen

Question 10

Wat zijn risicofactoren voor femurfracturen

Answer 10

Leeftijd, vrouwelijk geslacht, osteoporose, lichamelijke inactiviteit, overmatig alcohol, psychotrope medicatie

Question 11

Wat is de behandeling van collumfemorisfracturen?

Answer 11

• < 60 jaar: kopsparend met osteosynthese
• Osteoprose of mobiele oudere patient: totale heupprothese
• Alcoholmisbruik: kop-halsprothese
• Oudere, inactieve patient: gecementeerde kop-halsprothese

Question 12

Wat zijn kenmerken van instabiele pertrochantaire fracturen?

Answer 12

Groot posteromediaal fragment (trochanter minor), subtrochantaire uitbreiding en varusstand
- Fixatie met intramedullaire pen

Question 13

Wat zijn kenmerken van subtrochantaire fracturen?

Answer 13

• Vaak jonge patienten, hoog energetisch trauma
• Lange intramedullaire grendelpen of plaatosteosynthese

Question 14

Welke medicament verhoogd de kans op femurfracturen?

Answer 14

Bisfosfonaten

Question 15

Wat zijn de behandelopties voor een femurschachtfractuur?

Answer 15

• Plaatosteosynthese
• Intramedullaire osteosynthese (mergpen)
• Externe fixatie

Question 16

Hoe worden bekkenfracturen bij kinderen ingedeeld?

Answer 16

• Randfracturen: bijv alafracturen en apofysefracturen
• Ringfracturen

Question 17

In welke stand staat het been bij septische artritis van de heup?

Answer 17

Bonnetse stand: flexie, abductie en exorotatie

Question 18

In welke stand staat de heup bij SCFE?

Answer 18

Drehmann: abductie en exorotatie

Question 19

Wat zijn kenmerken van heupprothesen?

Answer 19

• Acetabulumcomponent faalt vaker
• Osteolyse is de belangrijkste oorzaak voor prothese falen
• Luxatie, trombose of infectie

Question 20

Wat kan pijn aan de laterale zijde van de heup veroorzaken?

Answer 20

Bursitis trochanterica