2C1 week 3 HC 1 Anatomie heup

Question 1

Uit welke onderdelen bestaat het os coxae?

Answer 1

Os ilium, os ischium en os pubis

Question 2

Welk type gewricht is het articulatio sacroiliaca?

Answer 2

Synoviaal gewricht

Question 3

Waarmee is de ruimte tussen het acetabulum en de caput femoris gevuld?

Answer 3

Fovea capitis femoris

Question 4

Welke hoeken heeft het femur?

Answer 4

• Inclinatiehoek: hals femur in frontale vlak (120 graden)
• Anteversiehoek: hoek femurkop/heup en femurschacht in transversale vlak (14 graden)

Question 5

Wat zijn de belangrijkste ligamenten van de heup en bekken?

Answer 5

• Heup: iliofemorale
• Bekken: sacrospinale en sacrotuberale

Question 6

Welke spieren zitten ventraal in het bovenbeen?

Answer 6

• M.iliopsoas (vanaf wervels naar trochanter minor)
• M. quadriceps femoris (naar knie)

Question 7

Waaruit bestaat de quadriceps femoris?

Answer 7

• M. rectus femoris (biarticulair, spina ischiadica anterior inferior)
• M. vastus lateralis (trochanter major)
• M. vastus intermedius (rand bekken)
• M. vastus medialis (femur)

Question 8

Wat zijn de inserties, innervatie en functie van de glutea?

Answer 8

• Maximus: femur, n. gluteus inferior en exorotatie
• Medius en minimus: trochanter major, n gluteus superior en abductie

Question 9

Wat is de insertie, innervatie en functie van de adductoren?

Answer 9

Os pubis, n. obturatorius en stabilisatie romp

Question 10

Wat zijn de twee grote zenuwen van de heup?

Answer 10

• N. femoralis (L2-L4): ventraal
• N. ischiadicus (n. tibialis en n. fibularis): dorsaal onder m. piriformis

Question 11

Wat zijn kenmerken van het trigonum femoralis?

Answer 11

• Vanaf mediaal: vene, arterie en nervus femoralis
• Lig. inguinale, m. sartorius en m. adductor longus

Question 12

Hoe verloopt de vascularisatie van de heup?

Answer 12

A. iliaca externa -> a. femoralis (vanaf aftakking a. epigastrica inferior) -> a. profunda femoris -> a. circumflexa femoris lateralis en medialis

Question 13

Wat is het gevolg van uitval van de n. gluteus superior?

Answer 13

Uitval abductoren: gangpatroon en teken van Trendelenburg (zakken door aangedane heup, bekken zakt naar beneden)

Question 14

Wat zijn open en gesloten bewegingsketens?

Answer 14

Open: insertie beweegt ten opzichte van origo
Gesloten: origo beweegt ten opzichte van insertie

Question 15

Wat is de functie van de m. gracilis en de m.sartorius?

Answer 15

• Gracilis: adductie en flexie van de knie
• Sartorius: anteflexie, exorotatie heup en flexie knie, sturing (spina iliaca anterior superior)

Question 16

Wat zijn kenmerken van lange en korte spiervezels?

Answer 16

• Lang: veel verplaasting, weinig kracht
• Kort: weinig verplaatsing, veel kracht

Question 17

Welke zenuw innerveert de m.quadriceps?

Answer 17

Nervus femoralis

Question 18

Welke structuren worden doorgenomen bij een peri-acetabulaire osteotomie (Ganz)?

Answer 18

Compleet os pubis, incompleet spina ischiadica en iliaca anterior superior

Question 19

Welke structuur ontstaat in de fascia lata bij lopen?

Answer 19

Tractus iliotibialis (stabilisatie)

Question 20

Welke structuren zijn verkort bij een flexiecontractuur?

Answer 20

M. iliopsoas en m. rectus femoris
- Test van Thomas (liggend) en test van Trendelenburg (staand)

Question 21

Welke structuren vormen de internervous plane?

Answer 21

M. sartorius (n. femoralis) en m. tensor fasciae lata (n. gluteus superior)

Question 22

Welke adductoren zijn er?

Answer 22

M. adductor longus/magnus en brevis, m. pectineus en m. gracilis

Question 23

Welke insertie vindt je mediaal op de knie?

Answer 23

Pes anserinus (ganzevoet)
- M. sartorius, m.semitendinosus en m. gracilis